Piepkleine drones met vleugeltjes kunnen draadloos aangestuurd worden met behulp van een laser. De Amerikaanse University of Washington maakt de robotvliegen met hun vondst veel breder toepasbaar.

Vliegende robots met de afmeting van insecten kunnen handig zijn op plekken waar drones tekortschieten. Ze passen in kleine ruimtes, vliegen veilig door drukbevolkte gebieden en zijn bovendien aanzienlijk goedkoper. Maar door hun kleine formaat hebben ze ook nadelen; ze kunnen bijvoorbeeld geen propellers gebruiken (kleine propellors geven te weinig lift), en vertrouwen in plaats daarvan op kleine vleugeltjes die heen en weer flapperen - net als echte vliegende insecten.

 

Zware apparaten

Maar die vleugeltjes zorgen er ironisch genoeg voor dat de insectrobots tot nu toe niet van de grond komen. Om ze aan te sturen is namelijk een hoop apparatuurelektronica nodig, die te zwaar is om op de robot geïnstalleerd te worden. Dus zitten de vliegrobotjes met een kabeltje vast aan de apparatuur, waardoor hun bereik en toepassing nog beperkt is.
 


Daar brengen onderzoekers van de University of Washington verandering in. Met een onzichtbare, smalle laser voorzien ze hun insect van stroom, via een zonnecel op het apparaat. Een convertor maakt van de 7 V die de zonnecel levert een signaal van 240 V, genoeg om de vleugels aan te sturen.

Ook levert de laser energie voor de controller, het 'brein' van het vliegende robotje, dat vertelt wanneer de microdrone wel en niet met de vleugels moet flapperen. Al die onderdeeltjes wegen samen met de vleugels en het geraamte van de vliegmachine maar iets meer dan een tandenstoker.
 

Close-up van de componenten die in de robovlieg zitten.


Het hele systeem is beperkt; de robot kan alleen opstijgen en landen. Als hij zelf wil vliegen, komt hij buiten bereik van de laser, verliest hij zijn energiebron en stort hij roemloos ter aarde. Daarom kijken de onderzoekers nu al naar alternatieve stroombronnen. Ze noemen een microbatterij en de energie uit radiogolven, die bijvoorbeeld door wifi overal aanwezig zijn.

 

Gaslek

Ook zullen er in de toekomst extra sensoren worden toegevoegd. Daar wordt de vlieg weer iets zwaarder van, maar het geeft hem wel een nuttige toepassing. Het opsporen van gaslekken in huizen bijvoorbeeld. Of het in de gaten houden van gewassen in een kas, waar grotere drones moeilijker in passen.

Beeld: Mark Stone/University of Washington