De Zuid-Koreaanse kunstenaar Nam June Paik verhief het televisietoestel tot kunstobject en bedacht de term ‘elektronische snelweg’. Het Stedelijk Museum in Amsterdam wijdt een grote overzichtsexpositie aan het werk van de pionier van de videokunst. 

Nam June Paik (1932-2006) had een vooruitziende blik. Al in 1974 stelt hij voor een ‘netwerk van elektronische supersnelwegen’ te bouwen met behulp van satellieten, kabels en glasvezel, zodat alle culturen vrij met elkaar kunnen communiceren en kennis kunnen nemen van kunst. Nu kan niemand zich meer een wereld zonder internet voorstellen, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw moest de pc nog worden geïntroduceerd.


Profetieën

Het is maar een van de vele profetieën van Paik die zijn uitgekomen. Zo stelt hij ook al vroeg vast dat de uitvinding van de camera van iedereen een ‘actieve creatieve kunstenaar’ maakt. Wie nu toeristen selfies schietend door musea ziet rennen, vraagt zich af of dat begrip inmiddels niet behoorlijk is uitgehold. 

Paik maakt verder robots die kunnen bewegen en praten, ontwikkelt een ‘video-synthesizer’ die beelden mixt, voorspelt de klimaatcrisis en organiseert in de jaren ­zeventig van de vorige eeuw al live televisie-uitzendingen waarnaar vijftien miljoen mensen kijken, van Japan tot de VS. En ook de alomtegenwoordigheid van videokunst in musea van nu is ondenkbaar zonder ‘de vader van de videokunst’.

Global Groove, een verwijzing naar het concept van de Global VIllage.


Kunstnomade

Paik wordt geboren in 1932 in Zuid-Korea, maar al op jonge leeftijd verhuist hij met het gezin naar Japan. Daarna begint een wereldreis die Paik eind jaren vijftig in Duitsland brengt en later in de VS. In Freiburg studeert hij kunstgeschiedenis en klassieke muziek, maar het uitvoeren van andermans pianostukken is hem al snel te voorspelbaar.

In Keulen, waar de experimentele kunst floreert, vindt hij aansluiting bij Fluxus, een internationale kunstbeweging die de grenzen tussen de verschillende disciplines wil slechten met happenings en ludieke performances.

Voor Paik is techniek essentieel voor zijn werk. Als hij in Duitsland aan het conservatorium studeert, volgt hij ook een opleiding tot elektrotechnisch ingenieur en later werkt hij vaak samen met creatieve ingenieurs om zijn installaties te verwezenlijken.


Kunstenaar en techneut

Al in 1968 pleit hij ervoor elektrotechniek en het programmeren van computers op te nemen in het curriculum van conservatoria en kunstacademies. En hij schrijft: ‘Ik geloof zelfs dat het samengaan van kunst en technologie uiteindelijk zou moeten resulteren in het in één persoon samengaan van kunstenaar en techneut.’

Paik treedt al jong op met vrienden en gelijkgestemden als Joseph Beuys, John Cage en celliste Charlotte Moorman (die verschillende keren een sensatie veroorzaakt door naakt haar instrument te bespelen). Later werkt hij regelmatig samen met choreograaf Merce Cunningham en laat hij David Bowie, Yoko Ono en tal van andere bekende kunstenaars, modeontwerpers en musici optreden in zijn video’s.

In de TV Garden maakt de televisie deel uit van de ecologie, aldus kunstenaar Nam June Paik.

In 1963 krijgt Paik zijn eerste solotentoonstelling in Galerie Parnass in Wuppertal, ‘Exposition of ­Music – Electronic Television’. Het woonhuis van twee kunstverzamelaars wordt grondig uitgewoond. Op de trap naar de ingang hangt een bebloede ossenkop (een ­Koreaans feestritueel; hij moet al na drie dagen worden verwijderd wegens de stank). Beuys ramt tot verrukking van Paik een piano spontaan in elkaar met een hamer.

Op een dozijn televisietoestellen zijn misvormde beelden van onder meer Richard Nixon te zien, een kapot­gevallen tv met alleen een witte streep op het scherm is omgedoopt tot Zen for TV, piano’s zijn overdekt met ondergoed en prikkeldraad en verspreiden bizarre geluiden en Paik giet tijdens een performance een ­emmer water over zichzelf uit en bekogelt het publiek met eieren. Bepaald geen onopvallende entree van ‘het gele ­gevaar’: ‘The yellow peril, c’est moi’, grapt hij ooit als variatie op een beroemde uitspraak van Lodewijk XIV.


Oost en West

Het Stedelijk Museum ziet vroeg de betekenis van het werk van Paik in, want al in 1977 krijgt hij er een solotentoonstelling. Daar stelt hij zijn TV-Buddha tentoon, een werk dat door het museum wordt aangekocht. Een 18de-eeuws houten Boeddhabeeld bekijkt zichzelf op een destijds modern televisietoestel alsof hij in contemplatie is verzonken.

Je zou in TV-Buddha een commentaar op de passiviteit van de tv-kijker kunnen zien, een uitdrukking van een zen-boeddhistische houding van de kunstenaar tegenover kunst en technologie, of de ontmoeting van Oost en West.

Je kunt als bezoeker van alles zien in de TV-Buddha, maar het beeld blijft raadselachtig. 


Een oorvijg van de Zenmeester

Maar het werk blijft uiteindelijk raadselachtig, zoals vrijwel alles bij deze mysterieuze buitenstaander. Wie vraagt wat Paik precies bedoelt, kan een oorvijg van de Zenmeester verwachten. En misschien is het ook maar beter zijn kunst te ondergaan dan te proberen hem te interpreteren.

The message is the message’, zei hij ooit zelf. Een ironische variatie op de bekende uitspraak ‘The medium is the message’ van Marshall McLuhan, de Canadese media­goeroe die in de jaren zestig furore maakt. McLuhan is ook de bedenker van de term global village, het idee dat door de moderne communicatiemiddelen de hele wereld een dorp zal worden. Een concept dat Paik graag propageert.


Totaalkunstwerk

The Future is Now, de expositie in het Stedelijk, omvat veel werken die je als bezoeker kunt ‘beïnvloeden’, want Paik is een voorstander van publieksparticipatie. En natuurlijk veel registraties van zijn performances en wereldwijde tv-uitzendingen.

Het spectaculairst zijn twee werken die een hele zaal vullen. TV Garden uit 1974-1977 is een jungle van tropische planten en tientallen televisietoestellen, met veel schel licht en hard geluid, waarin je kunt rondlopen. ‘Veel mensen denken dat tv tegen de ecologie ingaat, maar in dit geval maakt tv deel uit van de ecologie’, schreef Paik.

Nog overweldigender is Sistine Chapel in de Erezaal, de laatste zaal van de tentoonstelling. Een variatie op de Sixtijnse Kapel van Michelangelo, maar dan met een plafond waarop 34 projectoren een opera van beelden en geluid scheppen. Voor dat totaalkunstwerk, dat werd gemaakt voor het Duitse paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië in 1993, kreeg Paik de prestigieuze Gouden Leeuw. 


Orwell

Paik lijkt een optimist die gelooft dat de technologische ontwikkeling de mensheid veel goeds zal brengen. Zijn videowerk Good Morning Mr Orwell is weliswaar een duidelijke verwijzing naar het dystopische boek 1984 van George Orwell, waarin de komst van big brother wordt voorspeld.

Maar Paik wuifde Orwells bedenkingen over vrijheid en privacy vrolijk weg met een live-uitzending waarbij wordt geschakeld tussen performances van bevriende kunstenaars over de hele wereld. Of hij in onze tijd nog net zo positief over de zegeningen der techniek zou denken, zullen we helaas nooit te weten komen. 

De tentoonstelling is te zien tot 23 augustus. 


Tekst: Fabian Takx
Beeld: Stedelijk Museum