Chemische trucs onthullen maker van explosief
Explosieven worden vaak gebruikt bij een misdrijf. Het vaststellen van de herkomst van die explosieven kan helpen de daders op te sporen, maar dat is niet zo eenvoudig. Een Nederlandse onderzoeker heeft daar nu mogelijk een oplossing voor gevonden. Ze ontwikkelde twee methoden om de karakteristieke eigenschappen van verschillende explosieven te ontrafelen.
Vindt de politie een explosief, dan is één van de belangrijkste vragen wie deze gemaakt heeft. Sporen ze een illegaal lab op waar dit soort explosieven worden gemaakt, dan is het nog de vraag of het explosief van de plaats delict daar ook van afkomstig is.
Om de bron te achterhalen heeft Karlijn Bezemer in haar promotieonderzoek twee nieuwe analysemethoden ontwikkeld. 'Zijn de explosieven ontploft, dan is het bijna onmogelijk om nog karakteristieke eigenschappen te herleiden', zegt Bezemer. 'Maar vindt de politie een intact explosief, dan kunnen we nu achterhalen waar de grondstoffen vandaan komen.'
Komende woensdag promoveert ze op dit onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam.
Terroristische aanslagen
De karakteristieke eigenschappen van explosieven zijn erg verschillend per soort explosief. Bezemer heeft zich daarom in haar onderzoek gericht op twee soorten explosieven: zelfgemaakte explosieven, die vaak organisch zijn, en vuurwerk, waarvan de explosieven grotendeels anorganisch zijn.
'Veel terroristische aanslagen zijn met organische explosieven', zegt ze. 'Dit soort explosieven zijn populair onder terroristen omdat ze relatief makkelijk te maken zijn.'
Zelf maken
De hypothese van de onderzoeker was dat onzuiverheden in de explosieven zouden verklappen welke grondstoffen de makers hadden gebruikt. 'De zelfgemaakte explosieven hebben vaak huis-, tuin- en keukenmiddelen als grondstoffen', legt Bezemer uit. 'We hadden verwacht dat verschillende merken en herkomst van de grondstoffen andere onzuiverheden mee zouden brengen.'
Bezemer onderzocht daarvoor de organische explosieven erythritol tetranitraat (ETN) en acetonperoxide (TATP), twee populaire soorten onder terroristen. 'Het was handig geweest als we een database hadden aan explosieven van eerdere zaken', zegt ze. 'Maar er zijn gemiddeld maar twee van dit soort zaken per explosief soort per jaar in Nederland. En dan moet je nog het geluk hebben dat de explosieven niet zijn ontploft.'
Daarom maakte ze voor haar onderzoek een groot aantal explosieven van hele kleine hoeveelheden onder verschillende condities: Bezemer varieerde onder andere de zuiverheid van de grondstoffen, de merken van de grondstoffen en de beschikbaarheid van de grondstoffen. 'Dit moest natuurlijk onder veilige omstandigheden', licht Bezemer toe. 'We hebben de risico's zo klein mogelijk gemaakt door goed te koelen en met kleine hoeveelheden te werken.'
Suikervervanger
De resultaten waren anders dan verwacht. De onderzoeker vond geen onzuiverheden die terug te brengen waren naar de afkomst van de grondstoffen. 'Een van de grondstoffen van ETN is de suikervervanger erythritol', legt Bezemer uit. 'Waarschijnlijk is dit zo zuiver vanwege de regel- en wetgeving uit de voedingsindustrie.' En ook aceton, een van de grondstoffen van TATP, is in de regel vrij zuiver te verkrijgen.
Met een methode die de isotopen van enkele elementen uit de explosieven kon traceren (koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof), kon de onderzoeker wel een onderscheid maken tussen de verschillende explosieven. 'Hiermee hebben we zelfs verschil gevonden tussen de explosieven die we hebben gemaakt van Nederlandse grondstoffen of van Amerikaanse', zegt Bezemer.
Cobra's
Naast organische explosieven onderzocht Bezemer ook de explosieve ladingen van het zware Cobravuurwerk, die vooral anorganische actieve ladingen bevatten. Op de illegale markt is een grote verscheidenheid aan Cobra's te verkrijgen. Van tweehonderd Cobra's, ingenomen door de politie, analyseerde ze de complete kruitsamenstelling. 'Chemisch kunnen we de explosieve ladingen compleet analyseren, maar ook voor anorganische explosieven geldt dat als ze eenmaal ontploft zijn we niet meer kunnen terughalen uit welke batch de Cobra komt', zegt Bezemer.
Daarom kwam Bezemer met een analyse voor de restmaterialen na een explosie. 'De plastic dop van het vuurwerk is bijna altijd nog te vinden', legt ze uit. Aangezien de samenstelling van het plastic niet wordt beïnvloed door de explosie, koos de onderzoeker ervoor hiervan de samenstelling te bepalen. De plastic doppen van sommige batches Cobra's hebben een ander sporenelementprofiel, deze zijn dus relatief makkelijk van elkaar te onderscheiden. 'Niet iedere batch heeft een unieke dop wat betreft de chemische samenstelling', legt Bezemer uit. 'Maar we hebben met dit onderzoek in ieder geval een begin gemaakt om in kaart te brengen welke doppen meer uniek zijn in het gebruik dan andere. Het kan de politie in ieder geval een stuk op weg helpen om de bronnen van vuurwerkmisbruik op te sporen.'
Op het moment geeft de methode dus vooral een manier om uit te sluiten van welke batch het vuurwerk van de misdaad is. 'Sommige doppen worden bij heel veel batches gebruikt', legt Bezemer uit. 'Vindt de politie deze dop, dan is de bron moeilijk te achterhalen met deze methode. Maar als de politie juist een zeldzame vuurwerkdop vindt, dan is in ieder geval te stellen uit welke batches deze niet afkomstig is.'
Beeldmateriaal: Karlijn Bezemer