Bakstenen van rioolafval
Gebruikt zuiveringsslib kun je toevoegen aan kleibakstenen. Dat vermindert niet alleen de vraag naar klei, maar geeft de bakstenen ook interessante nieuwe eigenschappen.
Slib en afvalwater uit het riool worden verwerkt in een zuiveringsinstallatie. Naast schoon water blijft dan een substantie over die gedroogd als kunstmest is te gebruiken en biosolids wordt genoemd. Wereldwijd wordt ongeveer 30 procent van de biosolids ongebruikt opgeslagen of naar een stortplaats gebracht.
Poreus
Onder leiding van hoogleraar Abbas Mohajerani heeft een team van onderzoekers aan de RMIT University in Melbourne in Australië een methode gevonden om deze biosolids niet langer te verspillen. Ze voegen de substantie toe aan gebakken kleibakstenen.
Dat blijkt meerdere voordelen te hebben. Bakstenen die voor zo’n 10 tot 25 procent uit biosolids bestaan zijn poreuzer en hebben dus een lagere warmtegeleiding. Daardoor onttrekken ze in een constructie minder warmte aan de binnenruimte.
Minder energie
Ander voordeel is dat het bakken van de biosolids-stenen minder energie kost. Dat scheelt geld en uitstoot. Verder wordt een gedeelte van de zware metalen die de biosolids bevatten 'gevangen' in de stenen, waardoor ze niet vrijkomen in het milieu.
‘Jaarlijks wordt meer dan drie miljard kubieke meter klei opgegraven voor het produceren van ongeveer anderhalf miljard bakstenen,’ zegt Mohajerani. Als wereldwijd 15 procent van de gewone bakstenen wordt gemaakt met minimaal 15 procent biosolids, zou dat jaarlijks vijf miljoen ton biosolids ‘redden’ van de stortplaats en hoeft er significant minder klei te worden gewonnen.
Zware metalen
Het onderzoeksteam waarschuwt wel dat de chemische samenstelling van biosolids behoorlijk kan verschillen.
Voor de stenen op grote schaal worden toegepast, zal er dan ook ook eerst nog uitgebreid worden getest. Wel zijn de stenen al geslaagd voor een druksterktetest.
Tekst: Juliska Wijsman
Foto's: RMIT University