De planbureaus PBL en CPB hebben de plannen van de Klimaattafels doorgelicht. Conclusie: het doel van 49 % emissiereductie van CO2 in 2030 is haalbaar, maar veel zal afhangen van de beleidsmaatregelen waar het kabinet voor gaat kiezen.

In juli van dit jaar presenteerden de vijf Klimaattafels hun ‘Voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord’. Per thema stonden hierin mogelijke maatregelen beschreven die bij elkaar moeten zorgen dat Nederland in 2030 zijn CO2-uitstoot terugbrengt met 49 % (lees: ‘Hoofdlijnen Klimaatakkoord bekend’).

Hierbij zijn de mogelijkheden talrijk: hoeveel windparken moeten er nog komen; hoe gaan we op betaalbare wijze onze woningen verduurzamen; hoe gaan we ons verplaatsen met minder CO2-uitstoot; hoe maken we ons voedsel meer duurzamer enzovoort. Op dat soort vragen gaven de vijf klimaattafels in juli antwoorden door met mogelijke maatregelen te komen.
 

Kosten

Maar zijn die klimaatmaatregelen wel haalbaar en wat gaan ze ons land kosten? Om die vragen te beantwoorden zijn deze pakketten maatregelen doorgerekend door de beide planbureaus van ons land, het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Het PBL concludeert (persbericht) dat de in juli gepresenteerde klimaatmaatregelen ‘het technisch potentieel hebben om aan het doel van 49 % emissiereductie in 2030 te voldoen. De jaarlijkse meerkosten van deze maatregelen zouden neerkomen op € 3 tot 4 miljard euro per jaar in 2030’. Dat lijkt misschien veel, maar minister Wiebes merkte in juli al op dat Nederlanders samen meer geld uitgeven aan roken.

Tijdens een persconferentie vandaag schatte Pieter Boot van het PBL desgevraagd in dat na 2030 de meerkosten van klimaatmaatregelen richting de 1 - 3 % van het BNP gaan (grofweg 10 - 30 miljard euro per jaar). 'Dan is het laaghangende fruit geplukt en zal het steeds meer moeite kosten om nog CO2-winst te boeken’.

Ook merkte Boot op dat de maatregelen van de Klimaattafels 'kosteneffectief' moeten zijn, wat iets anders is dan 'zo goedkoop mogelijk'. 'Je moet bij je uitgaven ook al nadenken over hoe je bij het doel in 2050 komt. Als je nu bijvoorbeeld in het begin nauwelijks iets investeert in de bouw, dan kom je in 2030 voor problemen te staan, omdat je simpelweg niet genoeg bouwvakkers hebt om in twintig jaar alle woningen te verduurzamen.'
 

Vermeden kosten

De planbureaus hebben niet berekend welke kosten worden vermeden door het nemen van de klimaatmaatregelen. ‘Lokaal is best te berekenen wat de baten zijn, als bijvoorbeeld de luchtkwaliteit beter wordt. Maar mondiaal is dat veel lastiger, omdat de reductie van CO2-uitstoot effect heeft op de hele wereld’, aldus Boot. ‘Maar de wetenschap is het er wel over eens dat niets doen veel en veel duurder is dan maatregelen nemen om de uitstoot van CO2 terug te dringen.’ Denk bijvoorbeeld aan de maatregelen die nodig zijn om onze kust te beschermen wanneer de zeespiegel flink gaat stijgen (lees 'Versnelde zeespiegelstijging stelt onze delta zwaar op de proef').


CPB nog niet klaar

Ook het Centraal Planbureau (CPB) kreeg opdracht van voorzitter Ed Nijpels van het overkoepelende Klimaatberaad. Het CPB is gewend om beoogde maatregelen van de overheid door te rekenen naar wat ze betekenen voor budgetten en voor de inkomens en lasten van burgers en bedrijven. Dat is in dit geval nog niet gelukt, omdat nog niet bekend is hóe de overheid de klimaatmaatregelen voor elkaar denkt te gaan krijgen – met subsidies, wetten of heffingen, enzovoorts. Alleen voor de klimaattafels Mobiliteit en Elektriciteit maakte het planbureau wel een aantal berekeningen Daaruit kwamen de financiële gevolgen naar voren van allerlei maatregelen op het gebied van vervoer, zoals het stimuleren van elektrische bussen (zie openingsfoto), het vervangen van dieseltreinen door elektrische en meer investeren in openbaar vervoer ten koste van asfalt.

Speciale aandacht vroeg het PBL verder voor een financiële uitdaging, namelijk dat de brandstof-belastinginkomsten fors zullen teruglopen als we stoppen met fossiele brandstoffen. Loopt het gebruik daarvan sterk terug, dan valt er een gat van ongeveer 20 % in de schatkist.
 

Politiek interessant

De berekeningen van de beide planbureaus liggen nu bij de regering, die binnenkort met een reactie moet komen. Daaruit moet blijken hoe de regering klimaatmaatregelen voor elkaar denkt te krijgen. Per geval kan dat via een wet, heffing, subsidie of wijziging in de Rijksbegroting. Dat wordt ook politiek interessant, want binnen het Kabinet tekent zich een tweedeling af tussen meer (D66, ChristenUnie) en minder (VVD en CDA) groene partijen.

Vervolgens worden die voorstellen van het Kabinet dan in de Tweede Kamer besproken. Op basis daarvan kiest het Kabinet zijn aanpak. Mochten er ideeën van de Klimaattafels sneuvelen, dan moet de politiek ook met alternatieve oplossingen komen, benadrukte Nijpels tijdens de persconferentie. ‘Eenvoudig nee zeggen is er niet bij.’
 

Europa

Ook vanuit Europa zit er druk op de ketel. Nogal logisch, want klimaat- en energiemaatregelen staan nooit op zich, maar raken direct aan de landen om ons heen (lees bijvoorbeeld: ‘Groen licht voor kabel tussen Nederland en Denemarken’). Eind dit jaar moeten alle EU-landen met een voorlopige klimaataanpak komen en volgend jaar met een definitieve.

Openingsbeeld Elektrische bus op Schiphol. Foto Connexxion