MARCEL MÖRING

'Still haven’t had a first cup of tea this morning, debugging the kettle and now iWifi base-­station has reset.’

Elf uur duurde het gevecht van Mark Rittman met zijn nieuwe connected waterkoker. Pas aan het einde van een lange dag vol frustraties kon hij thee zetten.

Rittman is een IT’er. Zijn wanhoopspogingen hebben veel te maken met de koppigheid die de technisch angehauchte mens bevangt als de dingen niet doen wat ze moeten doen. Natuurlijk, hij had, zoals zijn Twitter-volgers suggereerden, een gewone ketel kunnen kopen.

Maar zo werkt dat niet. Een bedrijf brengt, begeleid door jubelende marketing, een intelligente waterkoker op de markt en jij ziet het als jouw taak om die claim eens haarfijn te onderzoeken. Hoeveel tijd heb ik zelf niet doorgebracht met apparaten, programma’s, en zelfs mensen die niet deden wat ze beloofden te doen?

Zijn wanhoopspogingen hebben veel te maken met de koppigheid die de technisch angehauchte mense bevangt als de dingen niet doen wat ze moeten doen

Streven leidt tot strijd, en daarmee is de levens­houding beschreven van de ingenieur, de onder­zoeker, eenieder die schept. Streven naar wat?, ­vragen Twitter-volgers dan, die niet aarzelen om goede raad te verschaffen: ‘Why don’t you just get normal fucking kettle?

Ik denk dat dat ook de ­reactie zou zijn van staats­secretaris Sander Dekker.

Hij las vorige maand op de Avond van Wetenschap en Maatschappij de aanwezige gasten de les. Maar niet nadat hij eerst in hoofdletters het mantra van het kabinet had gezongen. U kent het wel: ons glorieuze verleden, de burgerrechten, Nederland een land waar je kunt zijn wat je bent, onze verzorgingsstaat. Vooral om die laatste moest ik even gniffelen. Dekker is immers lid van de partij die de verzorgingsstaat het liefst ontmantelt en in handen van de markt legt.

Hij had ook iets te zeggen over wetenschap en technologie, en daaruit bleek maar weer eens dat het soms best handig is als je iets afweet van het onderwerp waarvoor je verantwoordelijk bent. ‘Wetenschap – het doen van onderzoek – is geen doel op zich’, aldus Dekker.

‘Als het regent, word je nat’, denk ik bij zo’n zin.

Als een politicus zoiets zegt, dan herhaalt hij niet zomaar een platitude. Hij vindt iets. In dit geval: jullie kloten maar een beetje aan, terwijl je voor de economie moet werken. Dekker waarschuwt voor wetenschap die ‘een vesting [is] waarin onderzoekers zich al dan niet bewust verschuilen’. En dan zijn er de wetenschappelijke publicaties, die hij als een soort academisch vlooien afschildert, voor elkaar, in onbegrijpelijke taal. Jaja, wetenschap is soms nog best moeilijk.

Dekker sloot af met een beroep op de aanwezigen om te investeren in wetenschap. Dat is pikant.

Nog geen half jaar geleden schreef NRC Handelsblad dat Nederland een derde minder uitgeeft aan onderzoek dan de EU aanbeveelt en dat de investeringen achterblijven bij de groei van de economie. SP-kamerlid Jasper van Dijk noemde naar aanleiding hiervan ‘alle mooie woorden van de coalitie over de kenniseconomie een lege huls’.

De staatssecretaris wist natuurlijk ook wel dat de overheidsuitgaven voor onderzoek niets voorstellen in vergelijking met andere EU-landen. Zijn oproep tot investeren is dan ook niet gericht tot de staat. Nee, hij komt op een verjaardag met de mededeling dat het feestvarken een autistische narcist is die in raadselen spreekt en trouwens ook geen cadeautje krijgt. De investeringen waarover Dekker het heeft, moeten uit de samenleving en het bedrijfsleven komen. De samenleving heeft dat geld nauwelijks en het bedrijfsleven is alleen maar geïnteresseerd in, logisch, snelle resultaten die direct zijn toe te passen.

Het ministerie van Onderwijs is vooral goed in het produceren van beleid waar iedereen een boel werk van heeft en niemand iets mee opschiet

Als ik het goed heb, was minister Boy Trip de laatste bewindsman die exclusief verantwoordelijk was voor wetenschapsbeleid.

Sindsdien zijn wetenschap en technologie, net als kunst, het vijfde wiel aan de ­wagen van het ministerie van Onderwijs. Dat ­ministerie is vooral goed in het produceren van beleid waar iedereen een boel werk van heeft en niemand iets mee opschiet.

In dit kabinet is het ook een ministerie waar het oude idee van maatschappelijke relevantie nog eens wordt herkauwd – of het nou om kunst gaat, wetenschap of technologie.

Of, in de mindset van de twitteraar: ‘Why don’t you just get normal fucking kettle?

 

Marcel Möring is schrijver. Zijn nieuwe roman 'Eden' verschijnt op 5 januari 2017.

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.