Zonder dat we ons ervan bewust zijn, hebben eerdere epidemieën blijvende veranderingen teweeggebracht in de manier waarop we onze omgeving inrichten. Ze hebben bijgedragen aan het bestraten van wegen en het creëren van pleinen. Nu staan ontwerpers en architecten voor een vergelijkbare taak: de leefwereld vormgeven op een manier die coronabestendig is.

In Hongkong loopt men met een kurk op zak, om daarmee zo nodig een knop te kunnen indrukken. Het is de erfenis van de SARS-uitbraak van 2003. Dwingt het gevaar van coronabesmetting ons nu ook om standaard een kurk bij ons te dragen, zodat we zonder risico het verkeerslichtknopje kunnen indrukken? Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk om ons besmettingsrisico te verkleinen? Die van de gebruiker of die van de ontwerper?

 

Meer lezen in het Dossier Corona


Doorzichtige bubbels

Sinds de corona-uitbraak is er een wildgroei aan nieuwe ontwerpen die ons leven veiliger moeten maken. Handsfree deuropeners maken het eenvoudiger om deuren met de onderarm te openen. Antibacteriële instrumentjes voor de bediening van knoppen, touchscreens en deurgrepen duiken steeds meer op, zoals de koperen CleanKey. Markeringen op de stoep die aangeven waar je wel en niet mag staan, zijn reeds ingeburgerd in het straatbeeld.

Er zijn ook creatievere oplossingen om voldoende afstand te waarborgen, zoals rokken van anderhalve meter breed of lasers die met patronen op de grond de vereiste afstand tussen twee mensen afbakenen. Het Nederlandse collectief SMELT bedacht de app Patrona. De gebruiker moet vier vragen beantwoorden en geeft zo inzicht in de mate waarin hij of zij de adviezen van het RIVM in acht wil nemen. De app vertaalt dat inzicht in een persoonlijk patroon, waarbij het aantal lijnen weergeeft hoe vaak je op een dag naar buiten gaat; de golving ervan toont hoeveel verschillende mensen je ziet en de bolletjes hoe vaak je de handen wast. Print je het patroon op een mondkap, dan kan iedereen zien wat jouw gedrag is.

De Franse ontwerper Christophe Gernigon ontwierp grote, plastic lampenkappen voor over je hoofd, zodat je met meerdere mensen aan tafel kunt dineren. In Toronto zijn zelfs enorme, doorzichtige bubbels ontworpen om veilig yogales in te volgen.

 

De Franse ontwerper Christophe Gernigon ontwierp de PLEX'EAT, grote plastic kappen voor over je hoofd. Het ontwerp maakt het mogelijk met meerdere mensen aan tafel te eten zonder elkaar te besmetten. Foto: Christophe Gernigon Studio

 

Multifunctionele meubels

Veel van deze ontwerpen zullen in de loop van de tijd weer verdwijnen. Volgens Robert Thiemann, hoofdredacteur van designmagazine FRAME, geldt dat voornamelijk voor de ontwerpen die angst zaaien, vertelde hij onlangs in een livecast van Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Wat zal blijven zijn de subtielere ontwerpen die onze nieuwe levensstijl bevorderen. Zo verwacht Thiemann dat het voor langere tijd stelselmatig thuiswerken zal resulteren in meer multifunctionele meubels. ‘We willen niet thuis ontspannen op een kantoorstoel, maar we willen wel goed vanuit huis kunnen werken.’


Minitentoonstelling

Met dergelijke meubelstukken kunnen we onze huiskamer overdag omtoveren tot kantoorruimte. Maar dat zal onze behoefte aan het kantoorleven niet wegnemen, zegt Govert Flint, oprichter van ontwerpbureau Enrichers. Elkaar ontmoeten is immers een van de belangrijkste prikkels voor creativiteit. Kantoren zijn veelal ontworpen als kantoortuinen, volledig ingericht op toevallige ontmoetingen. Elkaar fysiek tegen het lijf lopen kan in de anderhalvemetersamenleving niet langer, maar zonder spontane ontmoetingen neemt de creativiteit af, stelt Flint. Ontwerpers zullen dan ook worden uitgedaagd om daar een oplossing voor te vinden. ‘Kantoortuinen zijn nu vaak gebouwd om zo efficiënt en goedkoop mogelijk te zijn’, zegt Flint, ‘en makkelijk schoon te maken.’ Voortaan moet het weer om de gebruikers draaien.

Het nieuwe kantoor zal volgens de ontwerper enerzijds een plek zijn waar werknemers heen gaan als ze thuis te veel afleiding hebben. Bibliotheekachtige ruimten moeten het mogelijk maken om geconcentreerd te werken. Anderzijds moeten werknemers er inspiratie kunnen vinden. Het spontaan zien en spreken van collega’s zou helpen, maar nu we gewend zijn geraakt aan het thuiswerken, zal lang niet iedereen meer fulltime op kantoor zijn. Het zal normaal worden dat maar de helft van de collega’s aanwezig is, stelt Flint. ‘Waarom zie ik niet wat iedereen doet?’ vraagt Flint zich af. ‘Exposeer waar je op dat moment aan werkt. Maak ruimte voor minitentoonstellingen, zodat collega’s er inspiratie uit opdoen zelfs als je er niet bent.’

 

De Openluchtschool

Dus ondanks de weerzin die velen op dit moment voelen om nu in een kantoortuin met flexplekken rond te lopen, zullen deze op de lange termijn volgens de ontwerper niet verdwijnen. Neemt niet weg dat de inrichting zal veranderen zodat werknemers zich veilig en dus prettig voelen. ‘Denk aan draadloze computers en hygiënische bureaus’, licht Flint toe. ‘Ook de looproutes kunnen we als ontwerper ongemerkt sturen.’ Belroutes, routes door het kantoor waar de akoestiek prettig is om te bellen, kun je ook strategisch plaatsen. ‘De koffieautomaat en toiletten kan een ontwerper eveneens gebruiken om looproutes te sturen.’

Daarnaast kunnen ontwerpers en architecten inspelen op de discussie over ventilatiesystemen. ‘We moeten weer terug naar het oude idee van de Openluchtschool’, bepleit Flint. ‘Grote balkons met genoeg capaciteit om iedereen buiten te laten werken. Want wat er ook uit de onderzoeken over ventilatiesystemen zal komen: frisse lucht is altijd gezond, ook als het virus weg is.’ Vooruitstrevende werkgevers zetten misschien nog een stapje extra, denkt Gert-Jan Hospers, hoogleraar Transitie in stad en regio aan de Radboud Universiteit. Met de gewenning van het thuiswerken zijn kantoren zoals we ze kennen misschien nauwelijks meer nodig. In plaats daarvan kunnen alle werknemers één dag in de week bij elkaar komen als hun werkzaamheden dat toelaten. Dat hoeft niet eens op kantoor te zijn.

Om het onderlinge contact te stimuleren volstaat ook een strategisch gelegen plek waar collega’s elkaar kunnen ontmoeten in huiselijker sfeer. Een kantorenconglomeraat als de Amsterdamse Zuidas zal heus niet verdwijnen, denkt Hospers, maar wel zal er meer ruimte komen op kantoor, en worden persoonlijke vrijheid en autonomie belangrijker.

 


Voetdrukknop

Niet alleen onze werkomgeving zal veranderen, maar ook het straatbeeld. Corona heeft ons herinnerd aan het feit dat de openbare ruimte niet altijd volledig hygiënisch is ingericht. Treinen, openbare toiletten en deurklinken zijn veelal van glad, roestvrij staal: makkelijk schoon te maken en daarom altijd gezien als toonbeeld van hygiëne. Maar het coronavirus blijkt zich juist op dit soort materialen fijn te voelen. Onder de juiste condities kunnen virusdeeltjes er enkele dagen op overleven. In Hongkong spelen ze daar al op in. Kastjes onderaan roltrappen schijnen uv-licht op de armleuningen. Het licht vernietigt ziekmakende deeltjes en desinfecteert zo de armleuningen. De overlevingstijd van het virus op poreuze materialen is relatief kort. Dus voor oppervlakten die binnen kort tijd door verschillende gebruikers worden aangeraakt, is de ontwikkeling van hygiënische poreuze materialen interessant. Een Limburgs metaalbedrijf is al bezig met de ontwikkeling van een kopercoating voor winkelwagentjes en deurklinken. Ook hierop hebben virussen een korte levensduur. Of die grootschalig toegepast zal worden, is nog de vraag.

In zijn pamflet ‘Neo-hygiëne’ gaat Flint verder dan het schoonmaken van alles wat we met onze handen aanraken. Het vragen van gebruikers om constant hun handen te wassen of handgrepen en knoppen te desinfecteren laat zien dat er iets schort aan het ontwerp, meent hij. Het is dan ook aan de ontwerper om dingen zo te maken dat je niet instinctief meteen je handen gebruikt. Zelf kwam hij met een verkeerslichtknopje dat te bedienen is met de schouder. In Schiedam en Leidschendam-Voorburg liggen al de eerste voetdrukknoppen bij verkeerslichten, ontworpen door aannemer Wim Mijderwijk. De gemeente Schiedam had hem gevraagd stickers bij verkeerslichten te plakken zodat mensen voortaan het knopje beter met de elleboog konden bedienen. In plaats daarvan kwam hij met dit nieuwe concept.

 

MEER LEZEN OVER DE OPLOSSINGEN VOOR DE CORONA-ONTWERPEN?

Het volledige verhaal over de sporen van de pandemie vind je in het julinummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.

 

Openingsfoto: de plastic koepels voor yoga, LMNTS outdoor studio