De jaarlijkse Kooyprijs voor afstudeeronderzoek op gebied van defensietechnologie, is donderdag toegekend aan Keith Klein. Hij ontwikkelde een manier om de positie van vliegende radars beter te kunnen vaststellen.

Om de omgeving goed in kaart te brengen, kan het nodig zijn een radarsysteem aan een drone te bevestigen. Een vliegende radar kan immers plekken bestrijken die vanaf de grond onmogelijk in beeld te brengen zijn.


Vliegende radar

Zo'n vliegende radar verzamelt voortdurend data. Voeg je al die data samen, dan ontstaat er een beeld van de omgeving.

'Door de beweging van de radar maak je hem eigenlijk veel groter', zegt Keith Klein, tot voor kort masterstudent aan de Technische Universiteit Delft, 'en het radarbeeld wordt veel scherper.'


Plaatsbepaling

Kooyprijswinnaar Keith Klein.

Maar er ontstaat wel een nieuw probleem, als het op het analyseren van de data aankomt. Met een vliegende radar weet je namelijk nooit exact waar die zich op welk moment bevindt. En voor een goede bewerking en interpretatie van de data is dat wel noodzakelijk.

'De huidige 3D-plaatsbepalingstechnieken werken redelijk voor grotere toestellen, maar niet voor lichte drones', zegt Klein. 'Het kleinste zuchtje wind kan ze al uit koers of van hun plek drijven en de bereken de positie kan dan verkeerd zijn.'


Goede schatting

Klein ontwikkelde voor zijn afstuderen een methode om tĂłch een betrouwbare positiebepaling te kunnen vaststellen van zulke drones.

'Het is niet dat ik een heel nieuwe methode heb ontdekt', zegt hij. 'Maar ik heb een manier gevonden om met radardata die de drone zelf verzamelt toch vast te stellen waar de beelden exact zijn gemaakt. Door diverse bestaande methoden met elkaar te laten samenwerken, ontstaat er een zeer goede schatting van de exacte positie.' 


Defensietechnologie

Kleins onderzoek is nu bekroond met de Kooyprijs, die jaarlijks wordt uitgereikt aan de beste afstudeerscriptie op het gebeid van defensie- en veiligheidstechnologie. Zeker voor defensie is deze technologie zeer relevant, bevestigt Klein.

'Omdat je de radar laat rondvliegen, kun je een veel scherper beeld van de omgeving krijgen. De kleinste draadjes kun je ineens zien. En dat kan net het ontstekingslont van een explosief zijn.'


TNO

Klein deed zijn afstudeeronderzoek bij TNO. Daar is hij na het behalen van zijn masterdiploma ook direct aan de slag gegaan, om verder onderzoek te doen naar radars. 


Kooyprijs

Johan Kooy (1902-1983), een
internationaal bekende
hoogleraar in de rakettechniek.
Foto: KIVI Defensie en Veiligheid.

De Kooyprijs is vernoemd naar prof.dr.ir. Johan Kooy (1902-1983), hoogleraar in de rakettechniek. Kooy doceerde zowel  aan de TU Delft als aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda.

De prijs wordt jaarlijks mogelijk gemaakt door een fonds dat Kooys naam draagt en er is een bedrag van tweeduizend euro mee gemoeid. Het fonds wordt beheerd door de afdeling Defensie en Veiligheid van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI).

Doelstelling van het fonds is ‘de bevordering van de wetenschap en de technologie in Nederland, aansluitend op of voortvloeiend uit op defensie gerichte functies en taken, zoals de ballistiek.’


Foto boven: Depositphotos