column

Richard Branson en Jeff Bezos hebben afgelopen maand hun ruimtevluchten voltooid. Velen smulden van het nieuws, zeker in de ingenieurswereld. Een nieuwe space race, meer aandacht voor ruimtereizen, dat is alleen maar goed. Ruimtevaart heeft ons naast kennis over het heelal ook andere technologie opgeleverd.

Maar ik moest meteen denken aan Lady Astronaut van de Amerikaanse schrijfster Mary Robinette Kowal. In deze alternate history-boekenserie dreigt de wereld door een meteorietinslag al in de jaren vijftig onbewoonbaar te worden en moet de mensheid de ruimte in om te overleven.

Direct werpt zich de vraag op wie er dan allemaal mee mogen. In eerste instantie gaan alleen mannen, maar ja, omdat het lastig blijkt om op die manier een nieuwe samenleving op te bouwen, laten de mannen met frisse tegenzin toch ook de vrouwen maar astronaut worden. Arme en niet-witte medemensen hebben minder geluk, hun plek is niet vanzelfsprekend.  Er ontstaat een Earth First!-beweging die aanslagen pleegt op ruimteschepen, want als wij niet mogen, dan anderen ook niet. 

Het perspectief van het boek, geschreven vanuit de eerste vrouwelijke astronaut, is heel mooi en realistisch. Enerzijds heeft ze de steun van zwarte en Aziatische astronauten nodig, maar anderzijds weet ze ook dat zij uiteindelijk alleen mee mag ten koste van hun plekken.

Waarom moeten we dit willen?

De parallellen met de huidige situatie zijn overduidelijk. Amazonbaas Bezos staat erom bekend dat hij zijn medewerkers uitbuit en actief zijn best doet om iedere voorgestelde verbetering, bijvoorbeeld door vakbonden, hard neersabelt.

Moeten we dan juichen als hij zijn geld gebruikt om zelf de ruimte in te gaan, zelfs als hij er een laf feministisch sausje over giet door een vrouwelijke astronaut die in de jaren zestig trainde maar toch niet mee mocht, mee te nemen?

Het is eigenlijk schandalig dat iemand die, ik noem maar even wat, een eind zou kunnen maken aan honger op aarde of twee miljard coronavaccins zou kunnen doneren aan Afrika, zijn geld uitgeeft aan een retourtje ruimte.

Op Twitter deelde iemand bij het nieuws over de miljardairsruimtereizen het fenomenale gedicht Whitey on the Moon, van de Amerikaanse dichter, musicus en schrijver Gil Scott-Heron, dat zo begint:

A rat done bit my sister Nell.
(with Whitey on the moon)
Her face and arms began to swell.
(and Whitey's on the moon)
I can't pay no doctor bill.
(but Whitey's on the moon)
Ten years from now I'll be payin' still.
(while Whitey's on the moon)
The man jus' upped my rent las' night.
('cause Whitey's on the moon)
No hot water, no toilets, no lights.
(but Whitey's on the moon)

Het roept echt de vraag op waarom we dit moeten willen. Want niet alleen Branson en Bezos treft blaam, ook de betrokken technici zouden zich wel eens achter de oren zouden mogen krabben.

Waarom meewerken aan zo’n megalomaan project, terwijl je ook iets zinnigs kunt doen met je tijd? Als er op aarde mensen doodgaan van honger en ziekte, als de klimaatverandering de pan uit rijst, moeten we dan niet alles op alles zetten om de boel hier te redden?

Tekst: Felienne Hermans, universitair hoofddocent aan het Leiden Institute of Advanced Computer Science
Foto: Virgin Galactic

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.