Geen PFAS, maar wat dan wel?
Vijf landen waaronder Nederland stellen een verbod voor op het gebruik van PFAS in Europa. Maar zijn er wel alternatieven?
Het Europees agentschap voor chemische stoffen (ECHA), dat is belast met het uitvoeren van EU-wetgeving over chemische stoffen, heeft vandaag een voorstel gepubliceerd tot het verbieden van PFAS in Europa. Het voorstel, ingediend door Nederland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden, heeft als doel de verspreiding van alle ruim tienduizend per- en polyfluoralkylstoffen tegen te gaan.
Maar kunnen we nog wel zonder PFAS? Wat zijn de alternatieven?
Dit is een enigszins aangepast verhaal, dat voor het eerst gepubliceerd werd in De Ingenieur van februari 2020. Toen had toenmalig minister Stientje van Veldhoven van Milieu en Wonen net een plan voor een verbod op PFAS gepresenteerd aan de Milieuraad in Brussel.
Ze zitten in antiaanbakpannen, pizzadozen, brandwerende kleding, brandblusschuim en regenjassen: PFAS. De afkorting staat voor ‘poly- en perfluoralkylstoffen’ en is de verzamelnaam voor een grote groep synthetische fluor-koolwaterstofverbindingen, die veel worden gebruikt.
De sterke binding tussen koolstof- en fluoratomen maakt PFAS bestand tegen hitte en chemicaliën. Dat is de kracht van het materiaal, maar meteen ook het probleem: als PFAS in de natuur belanden, breken ze ook daar nauwelijks af.
PFAS verspreiden zich makkelijk. Ze binden zich aan koolstof en zijn oplosbaar in water. Zo sijpelt het spul de bodem in of het verdampt om ergens anders als regen weer omlaag te komen.
De kunstmatige moleculen worden inmiddels overal op aarde aangetroffen, zelfs in het ijs op de Noordpool. PFAS hopen zich op in het milieu, en zijn in hoge concentraties schadelijk voor de gezondheid. Ze kunnen bijvoorbeeld schildklierproblemen, leverproblemen en kanker veroorzaken.
Aanpak bij de bron
Na wat gestuntel met regels voor het verplaatsen van PFAS-bevattende grond – in juni 2019 werd hiervoor een strenge norm gelanceerd, maar die werd al na een half jaar weer bijgesteld omdat er zo veel projecten in de bouw en de baggersector vastliepen – zet de politiek sinds 2020 in op een aanpak bij de bron.
Een goed idee, vindt Jacob de Boer, hoogleraar milieuchemie en toxicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor veel toepassingen van PFAS zijn vrij makkelijk alternatieven te vinden, zegt hij.
'Zo kun je voor regenkleding siloxanen gebruiken, polymeren die voornamelijk uit ketens van silicium- en zuurstofatomen bestaan. Sommigen daarvan breken nauwelijks af en moet je dus vermijden, maar de meesten zijn een stuk minder schadelijk dan PFAS.'
Ook zijn er al fluorvrije brandblusmiddelen op de markt. De blusschuimproducent Solberg werkt al meer dan tien jaar met ‘Re-HealingFoam’, een combinatie van hars en een synthetisch polymeer, en de firma Saval in Breda ontwikkelde samen met TNO het fluorvrije brandblusschuim Bioclass F3. De Boer: ‘Voor grote branden zijn fluorvrije blusmiddelen nog niet ideaal, maar voor kleinere branden werken ze net zo goed als fluorhoudend schuim.’
Afvalverwerking
De bekendste stof in de PFAS-familie is waarschijnlijk perfluoroctaanzuur (PFOA) dat wordt gebruikt bij het bereiden van teflon. Teflon is bekend van de pannen, maar wordt ook veel gebruikt in ziekenhuizen en in de ruimtevaart.
PFOA komt niet in het teflon terecht, maar is een tussenproduct, dat zich lastig laat vervangen. De Boer: ‘Na gebruik kun je het vernietigen, door het tot minstens 1000 graden Celsius te verhitten. Alleen moet dat dan wel echt gebeuren.’
Tot 2012 mocht het bedrijf Chemours in Dordrecht PFOA ongezuiverd lozen. Toen er eindelijk regelgeving kwam, ging de fabrikant over op een andere technologie (GenX). Daar kwamen andere PFAS-achtigen bij vrij, met kortere fluorketens. Die bleken echter net zo schadelijk en verspreidden zich zelfs makkelijker. Verwerken was veiliger geweest, zegt Bert Meijer, organisch chemicus aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Verbod
In mei 2019 pleitten twaalf milieuwetenschappers in het vakblad Environmental Science, Processes & Impacts al voor een verbod op alle PFAS-bevattende producten die niet ‘noodzakelijk zijn voor de gezondheid of veiligheid, of onmisbaar voor het functioneren van de maatschappij’.
Meijer is het hier mee eens. Van PFAS in producten als pizzadozen, kleding en cosmetica moeten we zo snel mogelijk af, vindt hij. ‘Dat zijn bovendien wegwerpproducten, dus komen de PFAS makkelijk in de natuur terecht.’
Ook antiaanbakpannen zijn niet écht noodzakelijk, voegt De Boer hier tenslotte nog aan toe. ‘Zelf bak ik mijn eitje altijd in een stalen pan. Met wat extra vet gaat dat prima.’
En nu? De komende periode gaat het voorstel dat de ECHA vandaag publiceerde in een zes maanden durende consultatie. Dat betekent dat iedereen zijn of haar mening kan geven. Daarna geven twee wetenschappelijke comités hun advies over het voorstel. Zij beoordelen het onder meer op haalbaarheid, veiligheid en impact op de bevolking. Het voorstel wordt dan samen met die adviezen ingediend bij de Europese Commissie, die het naar verwachting in 2025 zal voorleggen aan de lidstaten.
Openingsbeeld: Depositphotos.com