De bestaande bouw moet op korte termijn een enorme slag gaan maken, willen we onze energiebesparingsdoelstellingen kunnen halen. Voor ir. Bart van Breukelen, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen NEPROM, is dat een uitgemaakte zaak.

Wat moet er gebeuren om die grootschalige operatie van de grond te krijgen? ‘Duidelijke, ambitieuze normen en financiering’, zegt Van Breukelen stellig. ‘En aan beide ontbreekt het op dit ogenblik. Terwijl je in de nieuwbouw ziet dat de energieprestatienormen goed uitpakken. Wat daar gebeurt, werkt als katalysator en motor van innovaties. Die scherpe energienormen moeten er dus ook voor de bestaande bouw komen.’

Die verplichting moet dan wel zijn gekoppeld aan hulp bij de financiering. ‘Op de achterkant van een sigarendoosje is uit te rekenen dat flinke energiebesparing loont. Het probleem is de investering in isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en dergelijke. Daar moet de overheid dus bij helpen.’

Van Breukelen, in het dagelijks leven directievoorzitter van projectontwikkelaar Synchroon, ziet nog een tweede voordeel van het aanpakken van de bestaande bouw. ‘Het biedt een enorme kans voor de herontwikkeling van de naoorlogse voorraad. We kunnen hier een dubbelslag maken.’


Honderdduizend woningen

Een actief ingrijpende overheid is een pleidooi dat regelmatig terugkomt in het visiedocument Ruimte maken voor nationaal geluk dat de Neprom vorig jaar presenteerde. ‘De politiek-maatschappelijke trend is omgekeerd: de nationale overheid treedt terug. Het credo is: neem de beslissingen dicht bij de mensen, want daar weet je het beste wat er nodig is. Voor veel zaken klopt dat ook. Maar als het gaat om energie, infrastructuur en hoe we onze ruimte benutten, heb je toch echt de nationale overheid nodig om keuzes te maken.’

Als voorbeeld noemt Van Breukelen de nieuwe Nationale Omgevingsvisie. ‘Daarin staan de dilemma’s keurig beschreven: kies je voor het landschap of voor massale opwekking met zon en wind? Ik heb alle antwoorden ook niet, maar het is een illusie om te denken dat het een probleem is dat provincies en gemeenten wel zullen oplossen. Waar wil je met het land heen? Welke keuze maak je voor alle ruimteclaims die nooit allemaal tegelijk passen? De overheid zal de grote lijnen moeten uitzetten.’

Los van wat er met de bestaande bouw moet gebeuren, ligt er ook een opgave van honderdduizend woningen erbij de komende decennia, deels aan de randen van steden. ‘We willen ook in bestaand stedelijk gebied bouwen. Alles pleit daarvoor, gezien het belang van de kwaliteit van steden, het voorzieningenniveau, de groene ruimte en dergelijke. Vervolgens zie je dat dat prima gaat in Amsterdam en delen van Utrecht; daar komt het financieel wel rond. Maar in steden als Tilburg, Apeldoorn of Den Haag gaat dat niet zo maar. Wil je het planmatig en grootschalig aanpakken, dan zijn soms enorme investeringen nodig voor bodemsanering of het verleggen van wegen. De overheid zal moeten bijspringen, want die steden kunnen dat financieel nooit op eigen kracht.’