Geke Ludden is hoogleraar Interaction Design aan de Universiteit Twente. Zij onderzoekt hoe technologie gezondheid en de zorg kan ondersteunen.

DRIVE: De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. In DRIVE vertellen ingenieurs over wat ze beweegt. Fotograaf Bianca Sistermans maakt het portret.

 

‘Zelf was ik niet op het idee gekomen naar de TU Delft te gaan. Maar op school hingen posters Meisjes studeren techniek en ik was goed in bùtavakken. Op aanraden van de decaan ging ik kijken bij de opleiding industrieel ontwerpen en ik was meteen gegrepen. Als kind wilde ik ballerina worden, ik heb zelfs auditie gedaan voor de balletacademie. Ik was altijd creatief en hield ook van tekenen, bakken en koken. In feite zijn dat ook vormen van ontwerpen.'

Zo jong

'Mijn ouders, beiden bioloog, waren niet verrast dat ik ging studeren, maar dat ik vanuit Noord-Groningen naar Delft wilde was even slikken. “Het is zo ver weg, je bent nog zo jong, en kĂșn je dat wel, een technische opleiding?” Ja, dat bleek ik wel te kunnen. Ik was een ijverige student, gebrand op het halen van hoge cijfers. Uiteindelijk ben ik in Delft afgestudeerd en gepromoveerd. Mijn promotieonderzoek ging vooral over de emoties die mensen voelen bij het gebruiken van producten.'

Leefstijlverandering

'Na mijn promotie ging ik werken bij het Telematica Instituut in Enschede, dat later de naam Novay kreeg. Hier leerde ik hoe technologie wordt ontwikkeld en landt in de maatschappij. Ik startte een project over leefstijlverandering met technologie, maar door afwezigheid vanwege zwangerschapsverlof gevolgd door organisatieproblemen bij Novay hield dat weer op.

Bij de Universiteit Twente werkte ik verder aan dat onderwerp, en ook aan technologische ondersteuning voor langdurige zorg en voor therapie in de thuisomgeving. Bij dat laatste speelt motivatie een belangrijke rol. Die kun je met technologie stimuleren. Ik werk bijvoorbeeld aan een vest om kinderen met ademhalingsproblemen te stimuleren hun oefeningen te doen. Het is verbonden met een game en werkt met beloningen.'

Hoe techniek bij mensen past

'Ik ben niet puur geĂŻnteresseerd in techniek, maar vooral in hoe techniek bij mensen past. Wat mij fascineert, is hoe technisch heel geavanceerde ontwerpen soms toch niet doorbreken, simpelweg omdat ze niet passen bij de mensen voor wie ze zijn bedoeld.

Bij de Universiteit Twente kwam ik binnen op een tijdelijke positie in een groep waar weinig onderzoek werd gedaan. Ik heb veel te danken aan twee hoogleraren, die me toen coachten en me leerden dat er meerdere wegen zijn naar succes. Aan de universiteit is jezelf profileren belangrijk, maar uiteindelijk zijn mijn groep en onderzoekslijn vooral gegroeid door samenwerkingen met veel mensen met verschillende achtergronden.'

Hoogleraar

'Nu ben ik zelf hoogleraar. Werken met jonge mensen geeft me energie, dat is het allerleukste wat er is. Studenten en promovendi zijn gemotiveerd en leergierig. Mijn advies aan studenten is om ook dingen naast de studie te doen, bijvoorbeeld een stage in het buitenland of bij een studententeam gaan. Zelf zat ik in het bestuur van de studievereniging. Daarvan heb ik erg genoten en veel geleerd. Tegenwoordig is het wel lastiger, omdat de druk op studieresultaten is toegenomen.

Een fout waarvan ik spijt heb gehad? Niet mijn hand opsteken op een moment dat ik dat wel had moeten doen. De vraag was wie de leiding zou nemen bij het samenvoegen van twee projecten, waaronder Ă©Ă©n van mij. Ik was terughoudend want jong, en toen nog geen hoogleraar. Het heeft me lang dwars gezeten, vooral omdat ik denk dat we er meer hadden uitgehaald als ik wel de leiding had genomen.

In de academische wereld zijn mensen kritisch op elkaar, en waarderen ze andere vakgebieden soms niet omdat ze er te weinig vanaf weten. Dat is jammer, want voor de huidige uitdagingen hebben we samenwerking tussen meerdere disciplines nodig.’

 

Foto: Bianca Sistermans