Warmte heeft het grootste aandeel in de totale vraag naar energie. Wie wil besparen en verduurzamen kan die warmtevraag dus niet buiten beschouwing laten. Beter benutten van de aanwezige warmte, besparing en verduurzaming moeten de afhankelijkheid van het aardgas verminderen.

Heldere doelen, afspraken met de sector of concrete maatregelen bevat de zogeheten Warmtebrief van minister Kamp van Economische Zaken niet. Het is wat wel in Haags jargon een praatstuk wordt genoemd. Maar de brief maakt wel duidelijk welke kant het op moet. En, misschien nog wel belangrijker, de brief vestigt aandacht op een energieterrein dat bij de meest discussies over een duurzame toekomst toch meestal buiten beschouwing blijft.

Eerst de feiten: warmte maakt 55% uit van ons energiegebruik. Daarvan gaat 44% naar de industrie, 29% naar huishoudens, 22% naar kantoren en 7% naar de (glas)tuinbouw.  Die warmte wordt bijna compleet, voor 91% geleverd door aardgas. Een van de doelstellingen van minister Kamp van Economische Zaken is die aardgasafhankelijkheid fors te reduceren, al was het maar omdat de nationale aardgasvoorraden de komende toen jaar flink zullen afnemen.

Illustratie Ymke Pas

 

Wat zijn mogelijkheden om de aardgasafhankelijkheid te verminderen?

  1. Besparen

De Warmtebrief verwijst naar een recente studie van het energieadviesbureau CE Delft,  dat een technisch potentieel aanwijst van 260 PJ, ruim 20%.

  • Bij woningen is dat vooral door verbetering van isolatie en de warmte-installaties, denk aan het gebruik van een warmtepomp en warmteterugwinning bij luchtverversing. Er zijn concepten in ontwikkeling waarbij zowel voor gas als elektriciteit nul-op-de-meter  geldt. Het besparingspotentieel is volgens CE Delft ruim 85 PJ.
  • De uitbreiding van warmtenetten bij woningen waar nul-op-de-meter of aanzienlijke energiebesparing niet goed mogelijk is. De warmtenetten worden gevoed door restwarmte die nu via de lucht of met koelwater verdwijnt, wat pure verspilling is. De restwarmte is afkomstig van elektriciteitscentrales en afvalverbrandingsinstallaties. Het besparingspotentieel is een kleine 60 PJ.
  • In de industrie is door procesverbetering zo’n 45 PJ te winnen, bij de landbouw ruim 20 PJ.
  • Warmtekrachtkoppeling (WKK), meer decentrale energiecentrales waarvan zowel de opgewekte stroom als de warmte wordt benut, levert een besparing van nog eens een kleine 45 PJ.
  1. Warmte duurzaam opwekken

Het technisch potentieel van duurzame opwekking schat CE Delft met 262 PJ, ongeveer even groot in als de besparing. Dit zijn de belangrijkste bronnen:

  • Biogas als vervanging van aardgas. In de industrie is dat goed voor 115 PJ, bij woningen 10 PJ en in de landbouw 5 PJ.
  • Warmte- en koudeopslag bij woningen en kassen, samen goed voor 60 PJ
  • Warmte van op biomassa gestookte energiebedrijven van de vuilverbranding, samen goed voor ruim 30 PJ.
  • Diepe geothermische warmte, heet gesteente in de aardkorst, vooral voor in de tuinbouw, goed voor ruim30 PJ.
  • Zonnecollectoren op woningen, goed voor een kleine 20 PJ.

Knelpunten

Dat klinkt allemaal prachtig, is ook allang eerder bedacht, maar komt tot nu toe onvoldoende van de grond, ook al is er subsidie beschikbaar. Uit de pot subsidieregeling duurzame energie (SDE) van 2012-2014, zo’n 3,5 miljard per jaar, is het grootste deel naar duurzame warmteproductie gegaan.

De Warmtebrief signaleert knelpunten:

  • Gebruik van restwarmte creëert afhankelijkheid, bijvoorbeeld van een elektriciteitscentrale of en afvalverbrandingsinstallatie. Valt die weg, dan valt de warmtelevering weg.
  • Gering financiële rendement van restwarmteprojecten.
  • Er bestaat geen warmtemarkt waar aanbieders en vrager met elkaar concurreren. De minister pleit voor open netten zoals dat in Dordrecht (zie verderop).
Geothermische kaart van Nederland (Ruud Vogelesang)

 

 

Geothermie

Opmerkelijk is de aandacht voor geothermie, warmte uit kilometers diep gelegen gesteente. Momenteel draait er één succesvol project in het Westland, een Haags project voor geothermie is vanwege de ingezakte bouwmarkt failliet gegaan. Momenteel is een tweede proefboring in het Westland gaande, en de minister wil graag ook een proef voor toepassing in de industrie.

 

 

 

 

Warmtekrachtkoppeling

Gasgestookte WKK-installaties leveren nu 36% van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie, maar de hoogtijdagen van de WKK lijken voorbij. Aardgas is relatief duur. Ondanks hun hoge rendement vallen de WKK’s niet onder subsidieregelingen voor duurzame  energie. Dat geldt daarentegen wel voor WKK’s die op biogas draaien.

 

In zijn Warmtebrief noemt minister Kamp een aantal inspirerende voorbeelden:

Open warmtenet in Dordrecht

De warmte is afkomstig van de afvalverbrandingsinstallatie en is aangesloten op een ruim gedimensioneerde ringleiding, wat de flexibiliteit van het net vergroot. Bovendien staat de ringleiding open voor andere warmteleveranciers.

Stoomgrid in Delfzijl

De afvalverbrandingsinstallatie in Delfzijl levert aan een openbaar stoomnet, waaruit bedrijven kunnen aftappen, zodat ze niet zelf stoom hoeven te produceren.