Wetenschappers uit Wageningen ontwikkelden een nieuwe wiskundige methode om nano- en microdeeltjes plastic te beschrijven. Dit neemt problemen weg die een goede risicoanalyse eerder in de weg zaten.

Ze publiceerden hun bevindingen in het vakblad Nature Reviews Materials, dat deze week met een speciaal nummer over plastic kwam.

 

OVERAL PLASTIC

Aan het gebruik van plastic valt nauwelijks te ontkomen. Het zit onder meer in verpakkingen, cosmetica, fleecetruien, spijkerbroeken, speelgoed, shampoo en schoonmaakmiddelen. Uiteindelijk belandt een deel van dat plastic in zee, waar het rondzweeft in alle mogelijke formaten – van grote, duidelijk zichtbare stukken plastic tot micro- of zelfs nanodeeltjes.

 

SCHADELIJK

Dat grote stukken plastic voor problemen zorgen is bekend. Iedereen kent de beelden van de maaginhoud van dode vogels, of in plastic verstrengelde en door honger omgekomen schildpadden en zeehonden. Of de microdeeltjes (van 0,05 tot 0,5 millimeter) en nanodeeltjes (tot nog eens duizend keer kleiner) schadelijk zijn, is lastiger vast te stellen.

Dit komt voor een deel door de methode die men hiervoor tot nu toe altijd heeft gebruikt. Om de schadelijkheid van deeltjes te meten, worden deze altijd in grove categorieën ingedeeld. Maar omdat plasticdeeltjes zo gevarieerd zijn, zowel wat betreft grootte en vorm als wat betreft chemische samenstelling, levert dit een teveel versimpeld beeld op om nog zinvol risico-onderzoek aan te kunnen doen.

‘Je bent dan eigenlijk altijd appels met peren aan het vergelijken, zegt plasticonderzoeker Bart Koelmans van de WUR. Of eigenlijk appels met peren, bananen, sinaasappels en aarbeien – als de uitdrukking dat toe zou laten.

 

ALLEMAAL APPELS

Samen met zijn collega’s ontwikkelde hij daarom een nieuwe wiskundige benadering van het probleem. Bij deze methode leiden de verschillende eigenschappen van de plasticdeeltjes niet tot heel veel aparte categorieën, maar tot enkele continue, statistische verdelingen.

Dat dit mogelijk is, is (ironisch genoeg) te danken aan het feit dat er zo ontzettend veel plasticdeeltjes zijn. De nieuwe benadering maakt het makkelijker om de risico’s van verschillende plastics met elkaar en met niet-plastics te vergelijken.

‘De plasticdeeltjes zijn nu als het ware allemaal appels geworden’, zegt promovendus Merel Kooi van de WUR, die aan het onderzoek meewerkte, in een persbericht van de universiteit.

 

TOEPASSING

De auteurs gebruikten hun nieuwe methode al om de schadelijkheid van plastic deeltjes in oppervlaktewater en zoetwatersedimenten wereldwijd in te schatten. Op dit moment vormen de deeltjes een risico bij pakweg 1,5 % van de gemeten locaties. ‘Maar als we het probleem niet aanpakken zal dat percentage binnen een eeuw  tot bijna 100 procent toenemen’, zegt Koelmans.

In Californië is de methode onlangs ingezet om wettelijke normen te bepalen voor microplastics in de zee en het drinkwater. De resultaten hiervan worden binnenkort gepubliceerd.

 

Openingsbeeld: 5Gyres, courtesy of Oregon State University,via Wikimedia Commons, CC BY-SA 2.0