De toekomst wordt vaak bepaald door een kleine groep mensen, wat bij anderen kan leiden tot een gevoel van moedeloosheid. Om dat tij te keren introduceert de Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) De Nationale Toekomstcursus.

Jongeren hebben het gevoel dat de toekomst door anderen worden bepaald. Zij geloven dat de overheid (70 procent) en bedrijven (57 procent) veel meer invloed hebben op de toekomst dan hun ouders (32 procent) en zijzelf (26 procent), blijkt uit onderzoek dat Motivaction in opdracht van STT liet uitvoeren onder 502 jongeren van 12 tot 18.

Met name oudere tieners maken zich zorgen over de toekomst. Ruim de helft (53 procent) is daar niet positief over, tegen 29 procent van de jongere tieners. Vooral oorlogen (51 procent), een tekort aan betaalbare woningen (47 procent) en de opwarming van de aarde (32 procent) zijn van invloed op het sombere toekomstperspectief. Op school en in de politiek komt het nadenken over de toekomst er ook bekaaid af, vinden de jongeren.

Toekomstdenkers

We kunnen wel wat meer toekomstdenkers gebruiken, vindt STT-directeur Rudy van Belkom. Lees hier zijn column

Verbeeldingskracht

De gratis Toekomstcursus, die komende week officieel wordt gelanceerd maar nu al online staat, voorziet in die mogelijkheid. Vooraanstaande experts zoals Koert van Mensvoort (directeur van Next Nature), Erna Ovaa (programmaleider strategische verkenningen bij Rijkswaterstaat), Derk Loorbach (hoogleraar sociaaleconomische transities en directeur van het Dutch Research Institute for Transitions) delen er hun kennis en inzichten over de vaardigheden van een toekomstdenker. Van verbeeldingskracht en mentaal tijdreizen tot het omgaan met onzekerheid. Een deelnemer die alle negen modulen heeft doorlopen, ontvangt een certificaat en mag zich  'toekomstdenker' noemen. 

Volgens initiatiefnemer en STT-directeur Rudy van Belkom (tevens vaste columnist van De Ingenieur) kan iedereen wel degelijk invloed hebben, zowel op de eigen als op de gezamenlijke toekomst. ‘Je kunt de toekomst op verschillende manieren meewegen in de keuzen die je maakt. Je kunt nadenken over mogelijke toekomstbeelden en deze inzichten gebruiken om je beter voor te bereiden op de toekomst. Maar je kunt ook het gesprek aangaan over een wenselijke toekomst. Het is hierbij van belang om verschillende perspectieven mee te wegen en aannames uit te dagen. De droom van de een is immers de nachtmerrie van de ander.'
 

Invloed uitoefenen

Hoe somber de situatie in de wereld ook kan zijn, erover nadenken kan juist helpen om weer de regie in handen te nemen, stelt Van Belkom. 'Je kunt als individu de politieke situatie in Israël niet veranderen. Maar je kunt wel degelijk invloed uitoefenen op je eigen leefomgeving. De toekomst wordt vaak gezien als iets dat ons overkomt, maar de keuzes die we nu maken beïnvloeden de toekomst. We willen met de cursus laten zien dat iedereen een invloedsfeer heeft. Ook als je geen keuze maakt. Denk bijvoorbeeld aan de verkiezingen. Ook als je niet gaat stemmen beïnvloed je de uitslag.

Dat jongeren de politiek verwijten te weinig met de toekomst bezig te zijn, begrijpt Van Belkom goed. Politici moeten zich binnen vier jaar bewijzen en richten zich daarom vaak op de korte termijn, stelt Van Belkom. 'Wat ontbreekt is een visie waar we als samenleving achter kunnen staan. Een hoopvol perspectief. Nu lijken politici meer bezig te zijn met elkaar zwart maken, dan met plannen maken voor de toekomst.'
 

Toekomstdenken als schoolvak 

Ook op scholen zou het nadenken over de toekomst meer ruimte moeten krijgen, stelt Van Belkom. 'Waarom is geschiedenis wel een vak, maar Toekomstdenken niet? Vaak wordt gezegd dat de toekomst niet te bestuderen is, omdat deze niet bestaat. Wat wordt vergeten, is dat de geschiedenis ook een geconstrueerd verhaal is. De geschiedenis wordt vaak geschreven door de overwinnaars. Het gaat bij toekomstdenken niet over leren hoe de toekomst eruit zal zien, maar over zelf nadenken over mogelijke toekomstbeelden. Het gaat over vaardigheden als verbeelding, kritisch denken en het uitdagen van aannamen.'

Toekomstdenken, benadrukt Van Belkom, gaat over vooruitgang, over hoop op een betere toekomst. Wat die betere toekomst is, bepaalt ieder voor zich. Dat betekent dus ook niet automatisch dat technische innovatie er deel van uitmaakt. 'Voor sommigen is technische innovatie de oplossing voor alle problemen, voor anderen juist onderdeel van het probleem.'


Beeld: STT