Technisch geneeskundige mag zelf behandelen
Sinds 1 juli mogen technisch geneeskundigen, die in Enschede of Delft zijn opgeleid, zelfstandig medische handelingen verrichten bij patiënten. Het is voor het eerst dat aan een technische universiteit opgeleide mensen een positie krijgen in de individuele patiëntenzorg.
De klinisch technoloog (de officiële term) is nu een officieel geregistreerde zorgverlener.[ Daarmee heeft hij of zij een eigen verantwoordelijkheid voor de behandeling van de individuele patiënt. Ook heeft de technisch geneeskundige een poortfunctie; zij mag zorgactiviteiten registeren en declareren. Het besluit hiervoor ging eind april 2019 door de Eerste Kamer, sinds 1 juli is de wetswijziging een feit.
Het gaat hierbij om hoogtechnologische zorg, zoals 3D-beeldvorming om nauwkeuriger te opereren, minimaal invasieve behandelingen van tumoren of het afstemmen op de patiënt van ademondersteuning op de intensive care.
Technologie
De zorg is in de afgelopen jaren in hoog tempo steeds meer gaan leunen op technologie. Dat leidt ertoe dat artsen niet altijd alle mogelijkheden van apparaten of technieken kunnen doorgronden. ‘We horen dat artsen soms tegen de grenzen aanlopen van wat ze echt kunnen begrijpen van een technologisch hulpmiddel. Dat is ook niet gek, want ze zijn daartoe ook niet direct opgeleid’, zegt Tim Boers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Technische Geneeskunde (NVvTG).
‘Ik merk dat veel artsen de technisch geneeskundigen dan ook met open armen ontvangen. Ze zeggen: eindelijk iemand die de technologie echt kan doorgronden en alle mogelijkheden en beperkingen kan zien.’
Nieuwe mogelijkheden
Een voorbeeld dat Boers graag aanhaalt is dat van een zogeheten ablatie-specialist. Ablatie is een techniek waarbij een tumor van binnenuit wordt weggebrand of bevroren. ‘Doordat één persoon zich hierin helemaal heeft gespecialiseerd, wordt de technologie op een optimale en veilige manier ingezet en kunnen zich versneld nieuwe mogelijkheden openen voor het behandelen van kanker.’ Naast het behandelen van patiënten, besteden technisch geneeskundigen een deel van hun tijd aan innovatie.
Opleiding
In 2003 ging de zesjarige opleiding Technische Geneeskunde van start aan de Universiteit Twente. In 2014 kwam daar de opleiding Klinische Technologie (andere naam, zelfde eindniveau) bij aan de TU Delft, dat hiervoor samenwerkt met de academische ziekenhuizen van Leiden (LUMC) en Rotterdam (Erasmus MC).
De eerste afgestudeerden uit Twente lopen dus al een tijdje rond in de zorg, maar sinds 1 juli zijn ze dus ook zelf verantwoordelijk voor hun medisch handelen. Ze vallen nu onder de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), waar ook artsen onder vallen.
Ook kunnen ze zelf een zorgtraject openen en zo omzet voor een ziekenhuis genereren. ‘Dat zal vermoedelijk bijdragen aan de acceptatie door ziekenhuizen van de technisch geneeskundigen’, aldus Boers. ‘Dankzij de registratie wordt het voor ziekenhuizen gemakkelijker om het aannemen van een technisch geneeskundige voor een lange termijn rendabel te maken.’
Meerwaarde
De meerwaarde van technisch geneeskundigen is aangetoond in een grote studie bij het Maastricht UMC+, die vijf jaar liep. Daaruit bleek dat voor verschillende medische handelingen de zorg efficiënter werd wanneer een technisch geneeskundige meewerkte in het team. ‘Voor een aantal handelingen adviseert de studie vervolgonderzoek en voor enkele handelingen leverde het geen winst op. Dat moet je overigens wel in de context zien van een jonge, zich snel ontwikkelende beroepsgroep’, zegt Boers.
In april van dit jaar studeerde de vijfhonderdste technisch geneeskundige af aan de Universiteit Twente. En in september studeert de eerste lichting uit Delft af.
Openingsbeeld depositphotos