De Noordzee biedt ruimte voor grootschalige toepassing van windenergie, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Ook het aantal beschermde natuurgebieden kan flink toenemen. Maar dat wordt alleen bereikt met een strakke regie, want het is wel dringen op het water.

Read this article in English

Wind op zee klinkt voor het opwekken van duurzame energie inmiddels als muziek in de oren, zeker nu er subsidieloze projecten in het verschiet liggen. Maar is er eigenlijk wel plaats om grootschalige ambities waar te maken? Want de Noordzee herbergt ook scheepvaartroutes, natuurgebieden, militaire oefenterreinen, olie- en gasplatforms en een netwerk van kabels en buizen op de bodem.

Hoe groot die ambities voor de Noordzee kunnen zijn, bleek vorig jaar tijdens de Internationale Architectuur Biënnale, waar een plan werd gepresenteerd voor de plaatsing van tienduizenden windturbines (lees ‘25 000 windturbines in Noordzee’).


Plek voor 60 GW windvermogen

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft alle ruimteclaims in de Noordzee op een rij gezet en concludeert: het kán. Voor het maximale scenario van 60 GW aan windvermogen is er ruimte. Dat is in de orde van zo’n 12.000 turbines met een vermogen van 5 MW. Momenteel staat er 1 GW aan windvermogen op zee.

Indeling van de Noordzee met 60 GW aan windenergie en nieuwe natuurgebieden. Download hier de pdf.Bron: PBL.


In dat maximale scenario is het ruimtebeslag van die windparken een vijfde van het totale Nederlandse Noordzeegebied. Dat getal is gebaseerd op een vermogensdichtheid per km2 van 4 tot 6 MW. Ter vergelijking: het nieuwe Gemini-windpark  voor de Groningse kust heeft een vermogensdichtheid van 9 MW per km2. Het planbureau hanteert hier dus een voorzichtige aanname. Komt er meer vermogen per km2, dan is er dus minder oppervlak nodig of is er op de gereserveerde ruimte plek voor meer turbines.


Meer beschermde natuurgebieden

Opmerkelijk is dat het planbureau in het maximale scenario ook ruimte ziet voor een aanzienlijke uitbreiding van beschermde natuurgebieden in de Noordzee. Daar mag niet worden gevist of mogen geen andere verstorende activiteiten plaatsvinden. Op die status maakt het planbureau wel weer deels inbreuk door in een deel van die nieuw aan te wijzen natuurgebieden ook windturbines toe te staan. Inmiddels blijkt dat die windturbines als ze er eenmaal staan, nauwelijks nadelig effect hebben op het biotoop, of die zelfs kunnen verbeteren vanwege de introductie van harde elementen in het water. Wel veroorzaken windturbines sterfte van vogels en vleermuizen. De grootste verstoring gebeurt tijdens de plaatsing van windparken, en dan vooral het inheien van de fundering in de zeebodem. Daar zal dus een oplossing voor moeten komen, waar inmiddels ook aan wordt gewerkt (lees ‘Waterhamer alternatief voor heien op zee’ en ‘Betonvoet voor windturbines op zee’).

Verandering in ruimtebeslag op de Noordzee tussen 2015 en 2050 bij 60 GW aan windenergie. Bron: PBL.


Minder visgronden

De partij die de grootste veer moet laten is de visserij. Dat ligt overigens minder aan de windparken op zee dan aan de Brexit: vissers hebben straks waarschijnlijk geen toegang meer tot de visrijke Britse wateren. Windparken moeten wel buiten de meest strategische visgronden komen te staan. Voor de visstand is beperking van visgebieden alleen maar gunstig. Tegelijkertijd komt er wel ruimte voor viskweek en aquacultuur (teelt van wieren). Dat laatste zou ook tussen windturbines kunnen gebeuren.

Het planbureau pleit er dan ook voor de huidige strikte scheiding tussen functies op het water los te laten. Dus ook windparken in natuurgebieden of bepaalde vormen van visserij rond windturbines. ‘Zonder die functiemenging komen we er niet’, zo valt te lezen.


Kabelspaghetti

Opmerkelijk is wat het planbureau schrijft over de kabels op de bodem van de zee. Gezien de toenemende capaciteitsvraag van telecommunicatie (internet) zouden die, in het meest extreme geval met alle bijbehorende ruimtereservering, de helft van de bodem in beslag nemen. Bundeling tot kabelstraten is dan ook dringend nodig, aldus het planbureau.