Kun je echt de woonkamer verwarmen met waxinelichtjes?
Kun je inderdaad met een paar waxinelichtjes onder een terracotta bloempot de hele woonkamer verwarmen, vraagt columnist Marcel Möring zich af.
Â
De combinatie âwinterâ en âoorlog in OekraĂŻneâ leidt tot de meest bizarre theorieĂ«n over verwarmen. Net als de perpetuum mobile â nog altijd springlevend in de geest van internetdeskundologen â is het idee onuitroeibaar dat je met een paar waxinelichtjes de hele woonkamer kunt verwarmen als je er maar een terracotta bloempot overheen zet.
In een YouTubefilmpje zag ik een man die dat proefÂondervindelijk had onderzocht. Vier waxinelichtjes onder een bloempot, op een tafeltje in de badkamer. Klokje ernaast, camera ervoor en wachten. Twee uur later was de temperatuur in de ruimte met een graad gestegen: Quod erat demonstrandum en achthonderd volgers hysterisch van geluk. Om te zwijgen van de paar die nog wat handige tips hadden: zet twee bloempotten over elkaar met enige tussenruimte, boor gaten in de binnenste pot...
Slechts Ă©Ă©n die de moeite nam om uit te leggen dat de proef niets bewees. Zou de temperatuur ook niet zonder bloempot zijn gestegen? En in hoeverre werd de stijging beĂŻnvloed doordat de deskundoloog om het half uur binnenkwam om te kijken hoe het ging?
Ik voelde een onmiddellijke en wat moedeloze verwantschap met die ene criticus en moest aan Louis Paul Boon denken, die zei: Schop de mensen een geweten. Ik dacht: Breng ze eerst maar eens kennis van de basisÂprincipes van de natuurkunde bij.
Dat alles, terwijl we een paar dagen doorbrachten in winterskoud Drenthe, in een enorme boerderij. OnderÂweg hadden we een zak haardhout gekocht bij een benzinestation en die was aan het einde van de eerste avond door de schoorsteen gejaagd.
âDat gaat ook snelâ, zei mijn vrouw verbaasd.
âHet is gedroogd houtâ, zei ik, âen hout opstoken in een allesbrander is buitengewoon inefficiĂ«nt.â
âMaar wel gezelligâ, zei ze, en daar had zij dan weer gelijk in.
Ondertussen gingen mijn gedachten naar de strenge winter van februari 1979, toen we in het noorden bij temperaturen van -15 graden Celsius en lager waren ingesneeuwd. Ik woonde nog thuis, in onze bungalow die op geen enkele manier was geĂŻsoleerd: plat dak, stalen kozijnen, de gevel van de woonkamer een en al enkel glas.
Hoe moet dat als we straks allemaal de gasaansluiting de deur uitdoen?
We kochten rollen plastic die ik in grote lappen vanaf het dak liet zakken, waarna mijn vader ze beneden fixeerde met sneeuw. De open haard brandde de hele dag en ik kloofde zoveel hout dat ik er âs nachts van droomde. Desondanks werd het binnen niet warm. Hadden we maar een bloempot en wat waxinelichtjes gehad.
Terug uit Drenthe, in ons eigen huis, hoorden we de airco-installatie van het restaurant onder ons razen. Bij koud of warm weer brult dat ding de hele dag en is het alsof er een vrachtwagen in huis staat.
Er zijn rubberen blokken onder het frame aangebracht, maar dat maakte alleen maar duidelijk dat contactgeluid het probleem niet is. En zo worden we âs ochtends wakker als de Âairco aanslaat en gaan we naar bed als de laatste gasten het restaurant hebben verlaten en het stil wordt. Het is hoofdpijnverwekkend.
âZe hebben wel cvâ, zegt de onderhoudsdienst, âmaar verwarmen op deze manier is goedkoper.â
Dat wist ik, maar lawaai als bijproduct was nieuw voor mij. Hoe moet dat als we straks allemaal de gasaansluiting de deur uitdoen? Gelukkig wordt de installatie op het dak binnenÂkort verplaatst.
Mijn vriend Harry heeft weer heel andere Âproblemen. Omdat het windstil is, mag hij zijn houtkachel niet stoken in verband met smoggevaar. Maar zijn huis, jaren zeventig-architectuur van Piet Blom, is niet geĂŻsoleerd en die kachel moet bijdragen aan de verwarming om te voorkomen dat de gasrekening door het plafond gaat.
âDe hele tijd waait het in dit land en uitgerekend als het koud is niet.â
Ik vertel hem over het bloempotexperiment, maar de kou heeft zijn gevoel voor humor aangetast.
âJij hebt toch een boek geschreven waarin mensen de bibliotheek opstoken om warm te blijven?â
âZo ver komt het niet. Ze gooien het meubilair in de haard.â
Hij lijkt het niet te horen.
âDie boeken van jou zijn allemaal vijfhonderd paginaâs of meer. Daar kom ik een heel eind mee.â
âDat noemt zich een vriendâ, zeg ik.
âKoude mensen hebben geen vrienden.â
Het lijkt een lange en barre winter te worden.
Tekst: Marcel Möring, romanschrijver. Eind 2021 verscheen van zijn hand de openhartige vertelling Familiewandeling.