'In buitenwijken inzetten op zonne-energie'
Per wijk verschilt de capaciteit van het inzetten van zonne-energie als duurzame energiebron, blijkt uit maandag gepubliceerd onderzoek van de Universiteit Utrecht. Volgens de onderzoekers moet vooral in buitenwijken worden ingezet op zonne-energie.
Energiewetenschappers Geert Litjens en Bhavya Kausika onderzochten alle factoren die van invloed zijn bij de installatie van zonnepanelen op stedelijke daken. Ze namen daarbij de stad Utrecht als voorbeeld. ‘In de binnenstad is het dakoppervlak te klein om aan de volledige energievraag van de bewoners te voldoen’, zegt Litjens. ‘In een moderne buitenwijk als Leidsche Rijn is daarentegen juist zo veel plek voor panelen dat er meer energie kan worden opgewekt dan de inwoners verbruiken.’ De onderzoekers stelden vast dat nieuwere wijken vaak gunstiger op de zon zijn georiënteerd. Daarnaast is er minder schaduwwerpende hoogbouw en zijn er meer eengezinswoningen, en minder woonblokken. Zelfs de helling van de daken is zonnetechnisch vaak gunstiger in buitenwijken.
Utrecht kleurt groen
Op de illustratie boven dit artikel is het verschil in zonne-energiepotentie tussen de verschillende wijken van de stad Utrecht zichtbaar gemaakt, waarbij is uitgegaan van een situatie waarbij de helft van alle daken van zonnepanelen is voorzien. Op het linkerkaartje is met name de oude binnenstad groen, hetgeen aangeeft dat nagenoeg alle opgewekte zonnenergie direct in de woning wordt verbruikt. De rodere tint van onder meer Leidsche Rijn aan de westkant van de stad duidt juist op een potentiële overproductie van zonnestroom. Op de rechtertekening is de binnenstad juist rood: zelfs als de helft van alle daken van panelen is voorzien, voorziet dat in nog geen 10 % van de totale stroombehoefte. De omliggende delen van de stad kunnen een stuk verder komen bij het opwekken van hun eigen energie.
Energieopslag in buitenwijken
De uitkomsten zijn interessant voor netwerkbeheerders. Die zoeken nu al een antwoord op de vraag waar ze extra energieopslag moeten plaatsen. Volgens de onderzoekers kan dat verreweg het beste in buitenwijken. ‘In binnensteden kunnen bewoners die meer stroom hebben opgewekt dan ze verbruiken hun overschot eenvoudig kwijt aan een buurman zonder panelen’, zegt Litjens. In een Vinex-wijk vol eengezinswoningen kan een systeem voor de opslag van elektriciteit veel eerder uit. 'Daar verwachten we in de toekomst een overschot aan opgewekte elektriciteit. Dat zou in de wijk zelf moeten worden opgeslagen om het eigen verbruik en de zelfvoorzieningsgraad daar te verhogen.'
Momenteel is circa 4 % van de Utrechtse particuliere daken voorzien van zonnepanelen. Zelfs als alle Utrechtse daken voorzien zijn van zonnepanelen, zullen er nog externe energiebronnen nodig zijn om in de volledige vraag van de stad te voldoen, berekenden de onderzoekers. 'Een klimaatneutrale stad is lastig te realiseren,' stelt Litjens. Toch bepleiten de onderzoekers dat de aanschaf van zonnepanelen overal moet worden gestimuleerd, ook in de binnensteden. 'Alle beetjes helpen, ook panelen op minder gunstig georiënteerde daken. Wij willen duidelijk maken dat er met zonne-energie veel meer mogelijk is.'