Delfts systeem prikt pijnloos, efficiënt en consistent
Een injectie die minder pijn doet, is één ding; je wilt ook dat zo'n naald elke keer precies de juiste dosis inbrengt. Een Delfts bedrijf denkt de oplossing te hebben gevonden.
Er wordt momenteel wereldwijd aan gewerkt: naaldjes die niet door de huid heen prikken, maar erin. Dat maakt een (vaccin)prik niet alleen minder pijnlijk doordat er geen zenuwen worden geraakt, maar vaak ook efficiënter. De meeste immuuncellen zitten immers in de huid, niet eronder.
De naaldjes die nu in ontwikkeling zijn, kampen alleen allemaal met hetzelfde probleem: de dosis die via de naaldjes de huid binnendringt, varieert per prik. Het Delftse bedrijf uPRAX kwam onlangs met een oplossing: een cilindervormig apparaat met op de kop een uitsparing voor een plaatje met micronaaldjes.
Stampertje
Bij een druk op de knop schiet er een stampertje naar voren dat het plaatje in de huid drukt. Het ‘pistool’ doet dat consistent en is bovendien min of meer universeel, zegt ir. Marcel Fleuren, medeoprichter van uPRAX.
‘We werken samen met verschillende onderzoeksgroepen en bedrijven, allemaal bezig met hun eigen micronaalden, die qua afmetingen en vorm passen in de cilinder. De verwachting is dat over een jaar of vijf een beperkt aantal systemen de markt domineert, hopelijk in combinatie met onze applicator.’
Wegwerpmodel
De applicator werkt op basis van diverse in te stellen parameters, zoals druk, impactsnelheid en de duur van het aandrukken. Door nu per type micronaalden en huid te spelen met deze – en andere – instellingen, is de efficiëntie van de naaldjes te optimaliseren. ‘Tegelijkertijd zorgen we zo voor consistentie: per prik dezelfde dosis.’
UPRAX werkt daarnaast aan ‘eenvoudigere’ versies met een specifieke toepassing, bijvoorbeeld voor landen met een gebrek aan medisch personeel, voor oorlogsgebieden of voor thuisgebruik. Ook is er een wegwerpmodel in de maak. ‘Wanneer het voor ngo’s gemakkelijk wordt dit soort modellen met noodvaccins op te slaan, kunnen ze epidemieën voorkomen. Dat kan een hoop levens redden.’
Tekst: Jeroen Akkermans