Het besluit van de TU Eindhoven om vrouwen voorrang te geven bij het vervullen van vacatures, stuitte op veel verzet: je moet toch gewoon de béste kandidaat kiezen? Volgens Felienne Hermans berust dat argument echter op een misvatting.

‘Dit is toch niet eerlijk! Selecteren op geslacht, dat is júíst discriminatie en dat moeten we niet willen.’ Dat is een veelgehoorde reactie op het besluit van de TU Eindhoven om komende anderhalf jaar alleen vrouwen in over­weging te nemen bij vacatures voor vaste banen. Pas als er na zes maanden geen geschikte kandidaat is gevonden, maken mannen een kans. Het was te verwachten dat dit tot verzet zou leiden, vooral bij mannen.

Voor het gemak vergeten zij dat voor het grootste gedeelte van de geschiedenis van de wetenschap alleen mannen mochten studeren en zij er dus vrij letterlijk alleen zaten ‘omdat ze man waren’.  

Wetenschap is geen hardloopwedstrijd waar je met een stopwatch naast kunt gaan staan

Bovendien is de maatregel niet alleen bedoeld voor de vrouwen die komende anderhalf jaar solliciteren. De TU Eindhoven doet dit ook voor de huidige en toekoms­tige studenten. Vrouwelijke studenten hebben met meer vrouwelijke begeleiders meer kans om hun studie tot een goed einde te brengen en een prettige tijd te hebben op de universiteit. We doen dit dus voor een hele generatie, om de balans te verschuiven. 

Critici op Twitter benadrukken dat je de béste kandidaat moet kiezen, onafhankelijk van andere factoren. Dat argument verraadt echter weinig begrip van de hedendaagse wetenschappelijke praktijk. Want wie is er nou eigenlijk ‘de beste’? Het lijkt zo eenvoudig, maar wetenschap (en ander kenniswerk trouwens ook) is geen hardloopwedstrijd waar je fijn met een stopwatch naast kunt gaan staan. 

Wetenschappers moeten tegenwoordig in alles uit­blinken als gevolg van jarenlang excellentiebeleid: een wetenschapper anno nu kan én financiering voor onderzoek vinden én goed in de media optreden én bevlogen lesgeven én ieder jaar een baanbrekende publicatie schrijven. 

Helaas worden vacatures niet echt open en eerlijk geformuleerd

Vanzelfsprekend bestaan deze mensen niet, dus is steeds de vraag: waar doen we deze keer water bij de wijn? Hoe creëren we een team dat samen wél aan deze eisen voldoet? Helaas worden vacatures niet echt open en eerlijk geformuleerd. Er staat niet: ‘Om dit team goed aan te vullen, zoeken we iemand die ‘een beetje’ kan onderzoeken en een geweldige docent is.’ We werven zogenaamd alleen echte toppers, die niet bestaan, en kiezen in werkelijkheid de ene keer voor een topdocent en de andere keer voor iemand die het goed doet op tv.

Op zich is dit een slimme oplossing, maar mensen buiten de wetenschap blijven denken dat er zoiets bestaat als één wetenschapper die de beste is. En dan houden ze dus aan positieve discriminatie het gevoel over dat er ‘betere’ kandidaten worden overgeslagen.

Net zo belangrijk als die balans in persoonlijkheden is de balans in opvattingen, ervaringen, achtergrond en geslacht

Maar ‘beter’ in de wetenschap is dus een kwestie van steeds weer afwegingen maken tussen een teamspeler die diverse collega’s ondersteunt in hun werk maar zelf geen sterke eigen onderzoekslijn heeft, en een prima donna die geld binnenhaalt maar geen dwarsverbanden kan leggen binnen de afdeling. En net zo belangrijk als die balans in persoonlijkheden is de balans in opvattingen, ervaringen, achtergrond en geslacht.

En dan zijn we terug bij de TU Eindhoven, die met haar maatregel ook op dat vlak een betere balans wil bereiken, door in anderhalf jaar te compenseren voor eeuwenlang beleid. Is het dan echt te heftig om ten behoeve daarvan mannen voor achttien maanden in een situatie te plaatsen die voor vrouwen eeuwenlang de standaard was?

Dr.ir. Felienne Hermans leidt aan het Leiden Institute of Advanced Computer Science een onderzoeksgroep gericht op programmeeronderwijs.