Amsterdam test autonome vaartuigen
Het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS Institute) gaat verschillende aspecten van autonome vaartuigen onderzoeken. Het vijfjarige programma Roboat, met een budget van 25 miljoen euro, is een samenwerking met het Amerikaanse MIT, de TU Delft en de Wageningen Universiteit. Daarbij gaat het niet alleen om de vaartuigen zelf, maar ook hoe ze met elkaar communiceren en zo gezamenlijk de knelpunten in de stad kunnen oplossen.
Het initiatief voor het programma komt van het Massachusetts Institute of Technology (MIT), waar verschillende hoogleraren werken aan autonome vaartuigen. Samen met de Nederlandse partners kiezen ze nu bewust voor Amsterdam als proeftuin.
‘We moeten constateren dat de ruimte op het water in Amsterdam niet optimaal wordt benut. Natuurlijk hebben we recreatie en toerisme, maar er is veel meer mogelijk waar de stad als geheel van kan profiteren’, zegt prof.dr.ir. Arjan van Timmeren, wetenschappelijk directeur van het AMS Institute en hoogleraar Environmental Technology & Design aan de TU Delft. Het programma Roboat richt zich dan ook op vier onderwerpen:
Personenvervoer
In een stad als Amsterdam is het erg druk op straat, met name tijdens piekmomenten. Binnen Roboat gaan onderzoekers kijken in hoeverre autonome taxi’s een deel van die reizigers kunnen vervoeren om zo de knelpunten te helpen ontlasten. Als een van de weinigen heeft het AMS Institute toegang tot de mobiliteitsdata van Google.
Goederenvervoer
Soortgelijke autonome vaartuigen kunnen dienen voor het vervoer van goederen over water, om ook hier weer de druk weg te nemen bij het wegvervoer. Overigens zullen alle vaartuigen binnen Roboat elektrisch zijn, wat aansluit bij het plan van de stad Amsterdam om in 2025 de uitstoot zo veel mogelijk te beperken.
Dynamische infrastructuur
Het klinkt nog wat futuristisch, maar binnen Roboat gaan de onderzoekers kijken wat de mogelijkheden zijn van dynamische infrastructuur. Hierbij kun je denken aan een brug die uit zichzelf naar de juiste plek vaart, waar hij zorgt voor een extra verbinding over het water ten tijde van een festival of een ander evenement (zie illustratie rechts).
‘Centraal staat dat we de stad als geheel bekijken, als organisme dat we gezond willen houden. Het onderzoek is hier en daar nog explorerend; we weten niet zeker wat er uit zal komen’, vertelt Van Timmeren.
Monitoren van het milieu
Alle vaartuigen die binnen het project worden getest, zullen sensoren aan boord hebben voor het meten van de kwaliteit van lucht en water. Op die manier ontstaat een zo compleet mogelijk beeld van het milieu in de stad. ‘De stad wil een dashboard met milieuparameters. Voor dit doel zijn aanvullend kleine autonome vaartuigen nodig, want je wil ook in kolken en rioleringen kunnen meten’, vertelt Van Timmeren. Hier brengen de MIT-wetenschappers waarschijnlijk kleine onderwaterrobots in, een onderzoeksgebied waarop ze leidend zijn.
We bekijken de stad als geheel , als organisme dat we gezond willen houden
Een deelonderzoek richt zich op het detecteren van ziektekiemen in afvalwater. ‘Het is mogelijk om medicijnresten en zelfs DNA-fragmenten te meten in water. Op die manier kun je de uitbraak van bijvoorbeeld griep vroeg herkennen’, legt Van Timmeren uit.
De eerste prototypen autonome vaartuigen kunnen we waarschijnlijk vanaf 2017 door de grachten zien varen. Meer details over project Roboat zijn te lezen op de Q&A-pagina van het project.
Illustraties AMS Institute