Na een hbo- of wo-studie voor een praktisch vak kiezen? Dat zou heel normaal moeten zijn, betoogt directeur Martha van den Hengel van Mensen Maken de Transitie in deze column voor De Ingenieur. Want juist doeners hebben we nu hard nodig. 

Mijn broer staat het liefst in zijn schuur te klussen. Hij werkt doordeweeks achter een bureau, maar in het weekend is hij in de weer met hout, gereedschap en bouwplannen. Mijn man begint op donderdag al te fantaseren over de klus die hij in het weekend wil gaan doen. Een pergola boven de voordeur, een kast voor de tuinspullen, een nieuwe voet onder de tv. Als het af is, moet ik van hem komen kijken. Van mijn broer krijg ik foto’s. ‘Mooi hè?’ Allebei verdienen ze hun geld met denkwerk. Allebei hebben ze gestudeerd. Maar ik zie ze pas écht stralen als ze iets maken met hun handen. Iets tastbaars. Iets dat blijft.

In Nederland is er nog altijd een gapend gat tussen denkwerkers en doeners. We hebben het over laag- en hoogopgeleid, wat suggereert dat je als mbo’er minder slim zou zijn. Minder waard. En dat als je na je hbo- of wo-studie overstapt naar een praktisch vak, je een stap terug zou doen.

Denken en maken zijn geen tegenpolen. Er zit geen hiërarchie in.

Martha van den HengelMensen Maken de Transitie

Maar dat beeld klopt van geen kant. Denken en maken zijn geen tegenpolen. Er zit geen hiërarchie in. Als maatschappij hebben we beide nodig.

Gelukkig zien we langzaam een kentering. Cijfers van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) laten zien dat een groeiend aantal mensen met hbo- of wo-diploma zich alsnog inschrijft voor een mbo-opleiding. De groep is nog klein, maar veelzeggend is het wel. Mensen kiezen bewust voor werk waarin je direct resultaat ziet. Waar je iets bouwt, aanlegt, monteert, oplost. Vaak technisch uitdagend én maatschappelijk zeer relevant.

In de energietransitie, waarin we voor gigantische uitvoeringsopgaven staan, is dat soort werk onmisbaar. We hebben monteurs nodig, installateurs, vakmensen die letterlijk meebouwen aan een duurzamer Nederland. Zonder hen geen warmtenetten, geen zonnepanelen, geen geëlektrificeerde woningen. En nee, die mensen komen er niet vanzelf.

Daarom moeten we het maatschappelijke beeld veranderen. Het taboe op overstappen doorbreken. Vakwerk is geen afstap, het is een keuze voor betekenisvol werk. En steeds vaker ook: voor een goed inkomen. In veel technische beroepen stijgen de lonen, zeker bij zelfstandigen.

Het is tijd dat de maatschappelijke waardering meegroeit. Dat we trots zijn op de mannen en vrouwen die doen. We hebben ze nodig. In werk waarin je kunt groeien, waarin je voldoening vindt, waarin je iets bijdraagt.

Het is belangrijk dat we laten zien: dit is werk om trots op te zijn

Martha van den HengelMensen Maken de Transitie

In de uitvoerende beroepen van de energietransitie zijn inmiddels goede loopbaanpaden waarmee mensen duurzaam aan de slag kunnen in de uitvoering. Zo kan wie wil niet alleen instromen, maar ook doorgroeien. Jarenlang hetzelfde werk doen is er niet meer bij.

Ik geloof dat er veel meer mensen zijn die eigenlijk liever iets maken dan de hele dag achter een scherm of in overlegzaaltjes zitten. Zeker nu steeds meer mensen op zoek zijn naar betekenisvol werk, is het belangrijk dat we laten zien: dit is werk om trots op te zijn. Dat is niet alleen goed voor Nederland, maar ook voor mensen zelf. Wie wil er nou niet een partner, broer, zus of vriend die de hele week straalt omdat hij of zij iets moois aan het maken is?

Auteur Martha van den Hengel is directeur van Mensen Maken de Transitie, een samenwerkingsverband van acht landelijke partijen die de energietransitie uitvoeren.
Foto: Mensen Maken de Transitie