Als de mensheid haar gedrag niet verandert, stevenen we onherroepelijk af op oorlog en conflict. Dat stelt prof.dr. Dirk Helbing van de ETH Zürich. Een oplossing schetst hij ook: maak meer vaart met de digitalisering van de maatschappij. ‘Data en digitale producten vormen een oneindige bron. We zouden allemaal een behoorlijk inkomen kunnen hebben.’


Hij adviseert politici, publiceert in de beste wetenschappelijke bladen en spreekt mensen uit alle maatschappelijke kringen. Hoogleraar prof.dr. Dirk Helbing van de ETH Zürich en de TU Delft is opgeleid als natuurkundige en wiskundige, en past principes uit die exacte vakken toe op verkeersstromen, ICT en sociale vraagstukken.

Hoewel hij zacht praat en bedachtzaam formuleert, komen Helbings woorden hard aan: ‘Als we het systeem niet veranderen, kunnen we terechtkomen in een derde wereldoorlog. En die hoeft niet ver weg te zijn. China, Rusland, de Verenigde Staten en Iran hebben gezegd dat ze zich hierop voorbereiden. Op aarde zijn we in hoog tempo onze grondstoffen aan het opgebruiken. Als we daarmee doorgaan, krijgen we conflicten over wat er nog overschiet. De vraag lijkt vooral wáár op de wereld dat is.’

‘Deze scenario’s zijn zo beroerd dat de politiek ze nog niet heeft durven benoemen. Maar het is duidelijk dat de mensen doorhebben dat ze niet het hele verhaal te horen krijgen. Kijk naar de opkomst van populisten, naar Brexit, naar de afkalving van het vertrouwen in Europa. We staan nu op een kruispunt en moeten kiezen in wat voor soort samenleving we willen leven.’

‘Terugkijkend kun je zeggen dat we in de jaren zeventig de foute afslag hebben genomen, de verkeerde keuzes hebben gemaakt. De Club van Rome waarschuwde ons al dat we deze eeuw een ineenstorting zouden meemaken van de economie en de wereldbevolking. Maar in plaats van onze consumptie elk jaar met 3 à 4 % terug te brengen, hebben we hem laten groeien. Daar plukken we nu de wrange vruchten van.’


Als ik uw recente publicaties lees, lijkt de wereld wel verdoemd.

‘Ik wil ook echt waarschuwen dat we moeten veranderen: we kunnen niet op hetzelfde pad blijven doorgaan. Maar tegelijkertijd geloof ik erin dat we een beter alternatief hebben. We zijn alleen maar verdoemd als we de problemen nu niet bij de wortel aanpakken.’

 ‘De Amerikaanse president Obama zei onlangs dat we de maatschappij opnieuw moeten ontwerpen (refererend aan kunstmatige intelligentie, red.). Dat ben ik met hem eens: om een meer stabiel scenario in te gaan moeten we niet alleen de parameters van het scenario aanpassen, maar ook de set onderliggende vergelijkingen veranderen van ons financiële, economische en maatschappelijke systeem. Het klimaatakkoord van Parijs is absoluut een belangrijke stap in deze richting, maar we hebben de taak nog verre van volbracht. Meer radicale maatregelen zijn nodig.’


Moet ons economische systeem echt helemaal op de schop?

‘Ja, want dat werkt al een aantal jaren niet goed meer. De industrielanden, met name de VS, Europa en Japan, leven op de pof. Zij hebben enorme schulden uitstaan bij de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China, red.) en die gaan op een bepaald moment de druk uitoefenen dat we die schulden moeten terugbetalen. Een ander voorbeeld is vervoer. De wegen staan vol files, maar berekeningen laten ook zien dat we met maar 20 % van alle auto’s iedereen voldoende mobiliteit kunnen geven. Dat betekent 80 % minder behoefte aan staal, een veel lager energiegebruik. Nu putten we de grondstoffen van de aarde uit. We hebben op de wereld meer dan genoeg capaciteit om voedsel te produceren voor iedereen en toch leven er mensen met honger.'

'We moeten eindelijk eens durven toegeven dat ons economische systeem niet meer werkt. Sommigen denken dat je de schaarste van grondstoffen moet oplossen door economies of scale op te zetten. Dit betekent dat je een oplossing vindt voor een probleem, dat over de hele wereld uitrolt, en dus hetzelfde product of dezelfde dienst maakt voor iedereen die het kan betalen. Persoonlijk geloof ik daar helemaal niet in, want die weg leidt naar monopolies, één gigantisch bedrijf in elke economische sector. En dat leidt tot machtsmisbruik, tot het verschijnsel too big too fail, ofwel te groot en belangrijk om failliet te laten gaan, waardoor de overheid financieel moet bijspringen, net als bij de banken, en tot een verdere concentratie van kapitaal. Dat betekent nog meer ongelijkheid, wat de economische ontwikkeling remt. Maar het grootste probleem met monopolies is dat ze in de regel traag innoveren, terwijl we vernieuwingen zo broodnodig hebben.’


Lees het interview verder in het decembernummer van De Ingenieur, zie hier ons abonnementsaanbod.