De komende jaren moeten door het hele land honderden kilometers dijk worden aangepakt, zowel langs de kust als langs rivieren. Een naadloze inpassing in het bestaande landschap is cruciaal voor de maatschappelijke acceptatie. In Noord-Limburg verrijst daarom dit jaar een nagenoeg onzichtbare dijk, die ook nog eens is opgebouwd uit lokale grond.
 

Het Beste van 2020
Vanaf de redactie van De Ingenieur wensen wij u graag een goed 2020. Ook op technisch gebied belooft 2020 een interessant jaar te worden, vol vernieuwing. Maar welke technologieën breken door? Welke technische oplossingen gaan het verschil maken voor onze samenleving? Wij hebben er voor u acht uitgelicht, die we vanaf nu dagelijks op onze website presenteren.

 

De komende jaren moeten door het hele land honderden kilometers dijk worden aangepakt, zowel langs de kust als langs rivieren. Een naadloze inpassing in het bestaande landschap is cruciaal voor de maatschappelijke acceptatie. Hoe kun je een stevige en veilige dijk bouwen op een plek waar nooit een dijk heeft gestaan, liefst op zó’n manier dat het de omwonenden nauwelijks opvalt en met gebruik van lokale grond?

Dat klinkt als een onmogelijke opgave, maar in het Noord-Limburgse landschap langs de Maas wordt nu zo’n dijk aangelegd. ‘Waterveiligheid heeft de hoogste prioriteit’, zegt Carolin Briele, adviseur Waterbouw bij Fugro. ‘Maar de projectpartners hebben het dijkproject aangegrepen om het hele gebied op te waarderen. Door landschapsarchitecten H+N+S erbij te betrekken is een dijktype ontstaan dat opgaat in het landschap.’
 

Flauw talud

Sinds de overstromingen van de Maas halverwege de jaren negentig werden er tal van noodmaatregelen getroffen in het gebied Ooijen-Wanssum, om herhaling te voorkomen. Nu komt er eindelijk een oplossing voor de lange termijn. Gekozen is voor een innovatieve steilranddijk: een waterkering met een steile rand en juist een flauw talud.

Buitendijks is de dijk voorzien van een bufferzone die zo is aangelegd dat natuurlijke processen er de ruimte krijgen: zelfs erosie, normaal gesproken de vrees van iedere dijkbouwer. Binnendijks loopt het talud daarentegen zo flauw op dat je vanaf het land er nauwelijks erg in hebt dat je je op een dijklichaam bevindt.
 


Dijkgrond

‘Een dijk in zijn klassieke vorm past hier niet in het landschap’, zegt Briele, ‘en zou bovendien te veel waardevol land innemen.’ Er was nog een probleem: door de aanleg van nevengeulen bij de Maas was een enorme berg grond beschikbaar, die echter niet voldeed aan de exacte eisen waaraan de grond voor een dijk moet voldoen. ‘Het voelde niet goed. We hadden veel grond beschikbaar, maar moesten de grond voor de dijk toch elders vandaan halen.’ Door een veel bredere dijk te maken, kon de lokale grond toch worden gebruikt. ‘Gebiedseigen grond gebruiken scheelt een hoop transport.’

 

Stabiel

De erosierand is ingepakt in een bufferzone van natuur. Golf- en stroomgootproeven aan twee Duitse universiteiten hebben aangetoond dat de dijk stabiel is en voldoet aan alle veiligheidseisen, al zal de praktijk nog moeten uitwijzen hoe de dijk zich precies zal gedragen. De dijk is echter zo breed, en de rand zo steil, dat rivierwater er volgens berekeningen slechts eens in de 250 jaar overheen zal slaan.

 

Erkenning

De gebiedsontwikkeling wordt in opdracht van Projectbureau Ooijen-Wanssum uitgevoerd door Mooder Maas (een aannemerscombinatie van Dura Vermeer en Ploegam, in samenwerking met H+N+S en Fugro). Briele is ervan overtuigd dat de nieuwe techniek niet alleen voor het Maasdal geschikt is. Overal worstelen waterschappen en dijkbeheerders met de vraag hoe je op creatieve wijze ervoor kunt zorgen dat gebiedseigen grond toch kan worden gebruikt. De eerste erkenning kwam vorige maand al in de vorm van de Waterinnovatieprijs van de Unie van Waterschappen.
 

Tijdschrift

DIt artikel maakt deel uit van de special Het Beste van 2020 in het januarinummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.



Openingsfoto: buiten de steile erosierand, met een helling van 64 graden, is ruimte voor natuurontwikkeling. Foto's Paul Poels Fotografie