Vanmiddag is op The Green Village van de TU Delft het HittePlein geopend, waar universiteit, bedrijven en de overheid innovaties testen die hitte en droogte in steden moeten verminderen. De rode draad: regenwater beter opvangen, vasthouden en teruggeven in tijden van droogte.

Wie rondloopt op het nieuwe HittePlein, waant zich eerst op een doodgewoon parkeerterrein of een klein pleintje in een of andere Nederlandse stad. Maar schijn bedriegt, want onder het plein van de Technische Universiteit Delft zijn talloze innovaties verwerkt.

Bij nadere inspectie blijkt elk vierkante meter van de ondergrond opgebouwd uit steeds weer andere tegels en steentjes. Het plantsoentje aan de achterzijde van het plein blijkt een innovatieve waterberging en -reiniging te zijn. Al het regenwater dat valt op de daken van de gebouwen rond het plein, wordt verzameld in een ondergronds reservoir. Van daaruit brengen pompen het water naar een viertal plantenperkjes die dienen als waterfilter.
 

Hitte en droogte

Het vandaag officieel geopende HittePlein (als aanvulling op de zogeheten WaterStraat) is een teken van de tijd. ‘De laatste paar jaar is het besef ontstaan dat we steden veel bestendiger moeten maken tegen hitte en droogte’, vertelt Marjan Kreijns, directeur van The Green Village, een proeftuin voor duurzame innovaties in de stedelijke omgeving, waarvan het HittePlein deel uitmaakt.

‘Lange tijd deden we er in Nederland alles aan om regenwater zo snel mogelijk af te voeren. Maar door klimaatverandering wordt het steeds warmer en steden hebben daar nog het meeste last van.’ De stenen van straten en gebouwen warmen overdag op door de zon, zodat het ’s avonds nauwelijks afkoelt.
 

Tijdens de opening van het HittePlein op de TU Delft bekijken bezoekers de testlocatie van RainRoad, een waterdoorlatende laag klinkers.


Straatstenen poreus

Op het nieuwe stukje TU Delft onderzoeken ze met welke ingrepen je daar iets aan kan doen. Bijvoorbeeld door tegels en straatstenen poreus te maken, zodat regenwater er niet overheen loopt (zo het riool in, waar je er niets meer aan hebt), maar doorheen zakt. Dit principe is door verschillende partijen net even anders uitgewerkt.

Zo heeft Movares Rainroad bedacht, een reservoir onder de poreuze stenen, dat regenwater opslaat. Vanuit het reservoir lopen verticale buizen, die gevuld zijn met capillair materiaal. Die transporteren het water in geval van droogte weer naar straatniveau. Daar verdampt het water en zorgt het ervoor dat de buitenlucht een paar graden koeler wordt.
 

Keramiek

Een systeem dat er een beetje op lijkt is van het bedrijf Tile Systems. Ook daar laten poreuze klinkers het regenwater door dat op straat valt. Alleen komt het water hier terecht in een aantal lagen bodemmateriaal die het water bufferen en heel langzaam aan de ondergrond afgeven. Breekt nu een droge periode aan, dan kan ook uit deze lagen water verdampen en zo de buitenlucht koelen. De klinkers van Tile Systems (merknaam ZOAK, zeer open afval keramiek) zijn gemaakt van gerecycled keramiek.
 

Deze kleurige straatstenen zijn gemaakt van gerecycled keramiek. De ZOAK-stenen zijn zo poreus - waterdoorlatend - dat regenwater er gemakkelijk doorheen loopt. Het komt terecht in een aantal lagen bodemmateriaal die het water bufferen en maar langzaam aan de ondergrond afgeven. Breekt nu een droge periode aan, dan verdampt water en koelt zo de buitenlucht.


Vernuftig waterfilter

Terug naar het plantsoentje achterop het plein. Wat op het eerste gezicht een bonte verzameling planten lijkt (de bijtjes zoemen er lustig op los), is feitelijk een vernuftig waterfilter, Bluebloq genaamd, van het bedrijf Field Factors.

Een waterfilter dat zich ook al in de praktijk heeft bewezen. In de Rotterdamse wijk Spangen wordt al het regenwater verzameld dat op het dak van het Sparta-stadion (en het bijbehorende parkeerterrein) valt. Het gaat eerst door een groot zandfilter met planten erin, waarna het in een ondergronds zandpakket wordt geïnfiltreerd. Voetbalclub Sparta besproeit met dit water zijn veld en voor kinderen is een water-speelplein ingericht.
 

Zware metalen

Maar hoewel dit systeem goed werkt, valt er nog genoeg te onderzoeken, vertellen CEO Karina Peña en product engineer Mirthe Snoek van Field Factors, dat in 2016 voortkwam uit de TU Delft. ‘Als je op straat regenwater verzamelt, kan er allerlei viezigheid meekomen, van vogelpoep tot motorolie tot sigarettenpeuken. Wij onderzoeken bijvoorbeeld hoe onze filters zware metalen nog beter kunnen afvangen’, vertelt Snoek.

Het filter is een combinatie van mechanisch filtreren (fysiek tegenhouden van stoffen), chemisch filtreren (stoffen binden en zo afvangen) en biologisch filtreren (bacteriën ruimen stoffen op). ‘Bij de TU Delft experimenteren we met verschillende filtermedia en planten om te kijken wat het beste werkt’, aldus Peña.
 

Uitvinders

Wat Kreijns betreft is het zandfilter van Field Factors een schoolvoorbeeld van wat HittePlein en Waterstraat kunnen voortbrengen. ‘We verwelkomen uitvinders met een slim idee net zo goed als bedrijven die iets willen testen. Maar er moet wel wat te onderzoeken zijn, want we zijn en blijven een universiteit.’


Openingsfoto: Regenwater dat eerder is opgevangen, wordt in testvakken gepompt met steeds een ander zandfilter van Field Factors erin. Het water sijpelt de bodem in, waar het door mechanische, chemische en biologische filtratie wordt gereinigd.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.