Stop met de focus op alleen volumegroei van de haven van Rotterdam of van Schiphol,  maar bekijk de investeringen aldaar in de veel bredere agenda van vestigingsfactoren. Aldus de Raad voor leefomgeving en infrastructuur in een opmerkelijk advies.

De Mainports voorbij is de veel betekende titel van het advies dat in de kern pleit voor stopzetting van het bestaande mainportbeleid. De Raad voor leefomgeving en infrastructuur steekt er zijn nek flink mee uit, want investeren in de (lucht)haven geldt toch min of meer als een van de pijlers van het beleid. En wie daaraan wil sjorren zal al gauw het verwijt krijgen ons hele economische bouwwerk omver te halen.

Reden voor de Raad om in het eerste interview over het rapport met een complete delegatie te verschijnen: Jan Jaap de Graeff, voorzitter van de Raad, Marike van Lier Lels, lid van de Raad en voorzitter van de commissie die het advies voorbereidde en Lianne Doeswijk, projectleider van het advies.


De toegevoegde waarde is verminderd

Voordat ze de vraag over het waarom van het advies beantwoorden willen ze een mogelijk verwijt voor zijn. Nee, het is niet zo dat de Raad de haven van Rotterdam en Schiphol niet meer belangrijk vindt, en nee, er rust geen taboe op groei. ‘Niets van dat al. Het mainportbeleid heeft de haven van Rotterdam en Schiphol zonder meer tot een succes gemaakt, en beide zijn nog steeds heel belangrijk voor het vestigingsklimaat van ons land’, begint Van Lier Lels.

Ga veel kritischer na: hoe voeg je waarde toe

‘Maar’, en daar komt de maar, ‘de toegevoegde waarde van het doorvoeren van goederen of het laten overstappen van passagiers is aanzienlijk verminderd, beide zijn niet meer alleenzaligmakend. Daarom zeggen we: stop met die focus op alleen de mainports en kijk veel breder, naar de totale regio. Je zult veel kritischer moeten nagaan: hoe voeg je waarde toe.’

‘Het trefwoord waarop het beleid is gebaseerd is tot op zekere hoogte nog steeds volume, volume, volume, meer overslag, meer passagiers’, vult De Graeff aan. ‘Maar het economisch belang van steeds meer volume neemt relatief af, en de haven van Rotterdam en Schiphol staan ook onder druk juist als het gaat om die volumegroei, zij het om deels verschillende redenen. Dat is dus een extra reden om die eenzijdige focus los te laten.’


Sec Mainportbeleid is niet meer van deze tijd

Toen het kabinet de Raad vroeg om over het Mainportbeleid te adviseren was de eerste insteek: wat is ons antwoord op de bedreigingen waar de haven van Rotterdam en Schiphol mee hebben te maken. De economische verhoudingen in de wereld zijn flink aan het veranderen, ladingstromen verschuiven, er is concurrentie van andere havens, Schiphol heeft te maken met de groei van de luchthavens van Istanbul en Dubai. Tegelijk verandert het karakter van de economie. Data en informatiestromen winnen aan belang ten koste van het massaal verslepen van goederen, duurzaamheid treedt op de voorgrond waarbij vooral de luchtvaart krijgt te maken met de opgave zijn broeikasemissies te beperken.


Mantra

Van Lier Lels: ‘Sec Mainportbeleid is niet meer van deze tijd. Je moet echt veel breder denken wil je je voorbereiden op de toekomst. Neem de haven van Rotterdam. Het fossiele tijdperk loopt op zijn einde. Dat kan nog even duren, we zijn het over de timing niet eens, maar de transitie is daar. Dus je zult je bakens moeten verzetten. Dat kun je niet als haven alleen, je moet je omgeving daarbij betrekken, je moet nadenken hoe je onder die nieuwe omstandigheden waarde gaat toevoegen. Voor Schiphol geldt diezelfde afweging.’

Mainportbeleid maakt blind voor de nieuwe groeisectoren van onze economie

Doeswijk: ‘Het succes van het mainportbeleid in het verleden, dat dus alleen ging over de haven van Rotterdam en Schiphol,  maakt blind voor de andere en nieuwe groeisectoren van onze economie.  Met ons advies willen we de aandacht verbreden, de mantra doorbreken dat alles wat je investeert puur in de haven of puur in Schiphol altijd goed is, want dat is niet meer vanzelfsprekend.’


Extra Kaagbaan?

De nieuwe benadering die het advies bepleit is: zie de haven van Rotterdam en Schiphol als een van de belangrijke factoren die van Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats maken. Dat betekent dat de overheid eventuele investeringen in de haven van Rotterdam of Schiphol moet afwegen tegen wat investeringen in andere vestigingsplaatsfactoren opleveren, denk aan uitbreiding van de data-infrastructuur, duurzame energielevering, of een aantrekkelijk leefklimaat met een goed voorzieningenniveau in onze steden.

Wellicht moeten we meer doen met de data-infrastructuur

Van Lier Lels: ‘Het is de essentie van ons advies: maak die afweging breder. Moet je nog een tweede Betuwelijn aanleggen omdat er zo veel volume naar je toe komt, of een extra Kaagbaan omdat er zoveel extra passagiers komen? Wellicht is het beter voor de Nederlandse economie om op die plek in de Haarlemmermeer andere ontwikkelingen mogelijk te maken. Wat is wijsheid voor de metropoolregio Amsterdam? Moet Schiphol blijven groeien, moeten we de economie op een andere manier versterken, moeten we bijvoorbeeld meer doen met de data-infrastructuur, in de sociale omgeving, het onderwijs? Dat is het type afweging waar we om vragen.’


Switch

De mainports zijn voor een deel bezig die switch te maken. Doeswijk: ‘Het havenbedrijf neemt daarin duidelijk de lead, ook in de openbaarheid. Ze komen met scenario’s, gaan de discussie aan, hebben een sterk cluster van hoogleraren en lectoren, ze denken na hoe ze zich kunnen voorbereiden op een toekomst die anders is dan wat de Rotterdame haven nu gewend is. Bij Schiphol is die spirit nog minder duidelijk ontwikkeld.’

Schiphol moet zijn blik duidelijker op de toekomst richten

Van Lier Lels: ‘Je ziet ook dat de haven nieuwe activiteiten ontwikkeld: voor de offshore windenergie, met 3D-werkplaatsen die machine-onderdelen voor schepen gaan produceren, met de omslag naar een meer biobased en circulaire economie. Voor Schiphol is die urgentie minder, de passagiers komen voorlopig toch nog wel, maar ook daar zou de blik veel duidelijker op de toekomst moeten zijn gericht. Dat kan alleen in nauwe samenspraak met de regio.’


Kritische massa

Naast mainport is kritische massa het meest opduikende begrip in het advies van de Raad voor leefomgeving en infrastructuur. De achterliggende gedachte is: kun je aangeven of er een kritische massa is - aantallen goederen/containers, aantallen passagiers - die als een soort minimum gelden om als (lucht)haven van betekenis te zijn als vestigingsplaatsfactor. Van Lier Lels: ‘De 43ste vlucht in een week naar New York voegt waarschijnlijk niet zo veel toe, maar een nieuwe bestemming waarschijnlijk wel.’Het advies doet geen uitspraak wat of hoe groot die kritische massa is.  ‘Het eigenaardige is dat daar geen eenduidig idee over bestaat, terwijl we de haven van Rotterdam en Schiphol wel belangrijk vinden. Vandaar ons pleidooi om er meer duidelijkheid over te krijgen.’

Openingsillustratie:een vestigingsplaats is antrekkelijk wanneer er samenhang itussen natuurlijke omgeving, woonklimaat, economische activiteit, enzovoorts. Bekijk de luchthaven in die samenhang, aldus de Taad voro leefomgeving en infrastructuur.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.