Siemens vliegt elektrisch
Siemens heeft met zijn superefficiënte elektrische vliegtuigmotor een eerste publieksvlucht gemaakt, met alleen het geluid van de turbulentie rond de propeller. Het bedrijf gaat nu met Airbus werken aan een hybride passagiersvliegtuig.
De vlucht werd uitgevoerd met het door vliegtuigbouw Extra Aircraft ontwikkelde 330LE testvliegtuig, en gebruikt de nieuwe elektrische vliegtuigmotor van Siemens.
Elektrische recordmotor
Die motor, de SP260D, levert met een gewicht van 50 kg een continu vermogen van 250 kW. Deze vermogens/gewichtsverhouding is 2,5 keer beter dan wat de beste elektromotoren in auto’s presteren. Siemens bereikte dit door alle motoronderdelen maximaal te optimaliseren. Vooral het schild dat de as moet dragen, en dat aan grote krachten wordt blootgesteld, werd grondig onder handen genomen met optimaliseringssoftware, wat resulteerde in een kruisconstructie die de helft lichter is dan gebruikelijk. In een nieuwe versie is nog verdere gewichtsbesparing te bereiken door het schild van composiet te maken.
De motor heeft een doorsnede van ruim 40 cm en een lengte van 30 cm, wat ongekend klein is gezien het vermogen dat hij levert. Omdat het om een vliegtuigmotor gaat, moet die aan hogere betrouwbaarheidseisen voldoen dan bij een andere toepassing. Zo is de bedrading van de spoelen dubbel uitgevoerd, gebeurt de koeling met olie en zijn de propellers hydraulisch verstelbaar. Mocht zich een defect in de bedrading van de spoelen voordoen, dan kan de motor op halve kracht verder.
Vlucht van een kwartier
De 330LE heeft voorin een accupakket waarmee een vlucht van hooguit 15 tot 20 minuten mogelijk is. Voor de verdere ontwikkeling van het elektrisch vliegen gaat Siemens uit van de ontwikkeling van hybride toestellen. Brandstof aan boord wordt dan gebruikt om met een turbine elektriciteit te produceren die de elektromotoren aandrijft. Het gewicht van de turbine is daarbij vooralsnog een obstakel.
Siemens heeft in een persbericht aangekondigd dat het bedrijf samen met Airbus wil gaan werken aan de ontwikkeling van een hybride aangedreven passagierstoestel voor afstanden tot 1000 km en met een capaciteit van honderd passagiers.