Een Nederlands consortium wil een drijvend zonnepark gaan bouwen op de Noordzee. Het plan is eind dit jaar een eerste prototype te plaatsen.

Read this article in English

Het consortium is een samenwerkingsverband van de start-up Oceans of Energy, energiebedrijf Taqa en de onderzoeksinstituten ECN, TNO en Marin. ‘Het grote manco van duurzame energie met wind en zon is het ruimtebeslag. Op zee is die ruimte er meer dan genoeg ’, zegt Allard van Hoeken, initiatiefnemer en CEO van Oceans of Energy. De drijvende zonneparken zouden bijvoorbeeld gecombineerd kunnen worden met windparken op zee. ‘De opbrengst is dan een factor vijf keer zo hoog.’

Een drijvend zonnepark op zee heeft ook schaalvoordelen. ‘Op zee kun je parken maken in de orde van grootte van vierkante kilometers, en je hebt geen last van de inpassingproblemen waar je op land wel mee hebt te maken.’ Uiteraard zijn de kosten van de aanleg vanwege het werken op zee wel weer hoger.


Zout en golven

Een zonnepark op zee heeft ook nadelen: zout water is niet goed voor elektronica, het zout slaat neer op de panelen en golven kunnen meer dan tien meter hoog zijn. ‘We zijn al twee jaar bezig met onderzoek hiernaar.’ Zo zijn allerhande coatings getest op zonnepaneeltjes die in de Oosterschelde zout water liggen, en in een van de golfbakken van het maritieme onderzoeksinstituut Marin zijn mogelijke constructies getest die golven van 13 m weerstaan. Details over die constructie wil Van Hoeken nog niet prijs geven.

Op zee is er ook interactie met de natuur. ‘We kijken naar de impact van zonnepanelen op de natuur en omgekeerd.’ Het belangrijkste effect van panelen is dat ze schaduw veroorzaken. Van Hoeken verwacht daarvan geen grote gevolgen. ‘De panelen liggen in stromend water dat zich toch al voortdurend ververst. Het is ook mogelijk het park een mozaïek-achtige structuur te geven met gaten erin.’ Hoeken verwacht dat het effect van de natuur op het zonnepark veel groter zal zijn. ‘Zoals elke infrastructuur die in de zee wordt gelegd zullen de zonnepanelen leven aantrekken: aangroei van algen en zeepokken, die op hun beurt weer ander leven aantrekken.’ Daarnaast zullen vissen zich aangetrokken voelen tot de structuren, om te schuilen, eten en zich voort te planten. De panelen vormen mogelijk ook een rustplaats voor vogels; er wordt dus ook rekening gehouden met vogelpoep. Onderzoek naar de natuureffecten gebeurt samen met onder andere Wageningen Universiteit en het zeeonderzoeksinstituut NIOZ.


Beter dan op land

De zonnepanelen worden met ankers op hun plaats gehouden, en verbonden met kabels die de stroom aan land brengen. ‘Beide zijn goed te doen, er is in de offshore-wereld ervaring genoeg mee.’ Van Hoeken komt zelf uit die offshore-wereld waar hij voor het bedrijf Bluewater onder andere heeft gewerkt aan getijdeturbines die aan een drijvend platform zijn bevestigd (lees ‘Proef met getijenergie Texel’).

Het is de bedoeling dat er eind dit jaar een prototype in zee komt. ‘Samen met de Universiteit Utrecht willen we de opbrengst ervan gaan vergelijken met soortgelijke zonnepanelen op land.’ Van Hoeken verwacht dat de opbrengst groter zal zijn: ‘Op zee is er betere koeling van de panelen, er is meer diffuus licht, en er is een effect van het schommelen op de golven.’

Het consortium krijgt drie jaar lang financiële ondersteuning vanuit de Topsector Energie.

Openingsfoto: drijvend zonnepark van 40 MW in een Chinees meer.