Als alles goed gaat zal de eerste plasticvanger van The Ocean Cleanup in juli zijn rit beginnen van Californië naar de Grand Pacific Garbage Patch. Een jaar lang zal de U-vormige slurf daar vervuilend plastic opvangen. Sensoren op het systeem en schepen eromheen houden de voortgang van het project bij.

Read this article in English

Komende week begint The Ocean Cleaup het 600 meter lange gevaarte in elkaar te zetten. Dat doet Boyan Slat in Alameda, vlakbij San Francisco. Is de drijvende plasticvanger eenmaal klaar, dan zal een kleine sleepboot hem 1000 nautische mijlen (1850 km) naar de zeestroom slepen waar een grote hoeveelheid plastic ligt. Een reis die drie weken duurt, omdat het sleepproces voorzichtig moet plaatsvinden.

Met deze planning lost Ocean Cleanup-oprichter Slat een belofte in die hij vorig jaar maakte. Toen presenteerde de organisatie een geheel nieuw ontwerp (lees: 'Ocean Cleanup komt met nieuw ontwerp') om het plastic uit de oceaan te vissen, en Slat zei dat de eerste versie van dat nieuwe ontwerp binnen een jaar in de plasticsoep zou liggen.

 

Ontwerpen

'Het afgelopen jaar hebben we een heleboel details van het ontwerpt uitgezocht', vertelt technology manager Arjen Tjallema van The Ocean Cleanup aan de telefoon. 'Het is allemaal nieuw wat we maken, dus je moet goed nadenken over alles wat je doet. Welk materiaal gebruiken we, hoe kan je zo'n lange slurf veilig verslepen, hoe maak je verschillende onderdelen aan elkaar vast, enzovoorts.'
 


Oud ontwerp ging stuk op Noordzee

Het herontwerp dat Boyan Slat vorig jaar aankondigde was deels een reactie op een eerste test die The Ocean Cleanup uitvoerde op de Noordzee. De plasticvangende armen waren daar vastgemaakt aan de bodem, waardoor het geheel stuk werd getrokken door woeste golven. Aangezien het vastmaken aan de bodem van de oceaan al lastig (en duur) was op grote diepte, gooide het bedrijf het over een andere boeg met de drijvende ankers, die ten tijde van de eerste test ook in ontwikkeling waren. Volgens The Ocean Cleanup was het stuk gaan van de proefopstelling onderdeel van het experiment; ze wilden de maximale condities waarin het systeem zou werken leren kennen.

Op basis van de kennis die men opdeed bij de Noordzeetest voelt het bedrijf zich nu zelfverzekerd genoeg om met het nieuwe ontwerp in één keer de diepe, verre oceaan op te gaan.Tjallema: 'We zijn nu veel zekerder over de mogelijke resultaten en risico's. We kennen het gedrag van de golven veel beter dan zonder de Noordzeetest het geval was geweest.'


Het eerste systeem dat straks de oceaan op gaat bestaat uit een ronde drijver met daaronder een scherm van drie meter lang. Het scherm is gemaakt een geweven textiel; een sterk maar flexibel materiaal, waar volgens The Ocean Cleanup geen zeedieren in verstrikt kunnen raken. De losse lappen textiel worden aan elkaar vast gemaakt en van versteviging voorzien, zodat ze niet scheuren als ze een jaar in de woeste golven liggen. Drijvende ankers die op een paar honderd meter diep komende te hangen zorgen ervoor dat de drijver langzaam door de stroming van de garbage patch beweegt.

 

Beeld van de derde proef op de Noordzee van een plasticvanger. Beeld: The Ocean Cleanup

Het idee is dat het anker de drijfsnelheid dusdanig verlaagd, dat het plastic de u-vormige drijver inhaalt en vervolgens in het onderwaterscherm blijft hangen. Het eerste jaar wil het team meerdere manieren om plastic op te vangen uittesten.

 

Camera's en autonome schepen

Dat schip is één van de drie manieren waarop het bedrijf straks de voortgang van hun uitvinding wil controleren. Sensoren op het ding zelf houden de vervorming en snelheid van de plasticvanger bij. Ook probeert men met camera's de hoeveelheden opgevangen plastic te schatten. 'Het is namelijk moeilijk te voorspellen hoeveel de slang precies zal opvangen, omdat dat van een heleboel factoren afhangt.'

Een autonoom schip meet verder de golfslag, en een bemand schip zal in ieder geval de eerste maanden in de buurt blijven voor eventuele reparaties en om te kijken of er interactie is tussen de barriere en zeeleven in de oceaan.

Na de test willen Tjallema en collega's wijzigingen maken aan het ontwerp zodat het nog beter werkt, om vervolgens aan massaproductie te beginnen. In 2020 moeten in fases zo'n 60 exemplaren in het water liggen.

Beeld:  Erwin Zwart/The Ocean Cleanup