Tussen alle hoge kantoorgebouwen op de Amsterdamse  Zuidas valt het nieuwe Circl misschien niet zo op. Maar het paviljoen staat wel voor een toekomst waarin we anders omgaan met grondstoffen en bezit.

Het valt nogal op, zodra je binnenloopt in paviljoen Circl: hout. Niets dan dikke houten balken en veelkleurig parket op de vloer. Larikshout is het; niet afkomstig uit een natuurbos, maar uit een Limburgs productiebos. Duurzaam dus, en misschien wel belangrijker: herbruikbaar. Want daar draait het in dit houten paviljoen allemaal om. Circl, gebouwd voor extra vergaderruimte, moet laten zien dat het mogelijk is om met herbruikbare of hergebruikte spullen een prachtig pand te bouwen. 

Het hout ook ongelakt, want de bouwers mochten geen verf gebruiken

Dat lijkt inderdaad gelukt. Ondanks de openheid van de langgerekte ruimte geeft het hout het geheel een soort knusheid. En dan is dat hout nog ongelakt ook, want de bouwers mochten geen verf gebruiken. ‘Afwerkingen met lak of verf zijn immers verre van herbruikbaar’, vertelt ir. Petran van Heel MBA, bankier en bouwspecialist bij ABN AMRO. ‘We zijn met zijn allen ontzettend verwend geraakt bij het ontwerpen en realiseren van gebouwen. Alles kan in de kleur en het materiaal naar keuze, alles is inpasbaar en maakbaar. Dat hebben we hier anders gedaan.’
 


Demonteerbaar

‘Neem de gevel op de begane grond’, vertelt Van Heel, terwijl hij gebaart naar de kozijnen met grote ruiten erin. ‘Na lang nadenken is besloten die van aluminium te maken, maar dan wel van hergebruikt aluminium. Dat was nog nooit zo expliciet gevraagd aan de kozijnenmaker. Na wat aandringen werd ook de leverancier echter duidelijk dat dit een nieuwe markt kan zijn.’

Maar wel fors duurder? ‘Nu wel, maar bedenk: ook deze kozijnen zijn weer herbruikbaar, als materiaal en als product. Alles is demonteerbaar. Als je dat en de lage onderhoudskosten meeneemt in je afweging, valt de prijs best mee. En dan heb ik het nog niet over de milieu-impact.’

Wen er maar aan dat het er gebruikt uit ziet

Van Heel was vaak op de bouw, die werd uitgevoerd door BAM. Het was wel even wennen voor alle betrokken partijen, vertelt hij. ‘Zo circulair bouwen; dat was voor ons allemaal echt nieuw. Met veel van wat we wilden, betraden we onbekend terrein.’

De vergaderzalen, in de kelder van Circl, zijn voorzien van kozijnen uit een oud Philips-kantoor. Via het bedrijf New Horizon, dat uit panden herbruikbare onderdelen ‘oogst’ (zie ook ‘Herbruikbare huizen’ op pagina 15), kwam Circl aan deze bruine kozijnen. Ook die zijn niet opgeknapt: op verschillende plekken is de oorspronkelijke lak verdwenen en het geheel ziet er duidelijk gebruikt uit. ‘Daar moet je misschien aan wennen, maar dit hergebruik gaan we meer en meer zien.’


Oude uniforms

Door de kelder lopen we langs een geïmproviseerd meubel van oude bankkluisjes. In een vergaderzaal staat meubilair uit een van de oude stadskantoren van ABN AMRO.

Ook de minder zichtbare onderdelen van Circl zijn circulair. ‘Kijk maar boven je. Zie je dat blauwe isolatiemateriaal?’ Glunderend loopt Van Heel op een schappenkast af. ‘In dit rariteitenkabinet liggen de basismaterialen van Circl. Zoals de oude spijkerbroeken die dienen als basis voor de blauwe isolatie. ABN AMRO-medewerkers hebben zelf ook hun jeans bijgedragen. Je verwerkt oude spijkerbroeken tot vezels, drukt die samen en je hebt uitstekend isolatiemateriaal. En het stukwerk in de kelder? Dat komt van oude uniforms van bankmedewerkers. Dat draagt bij aan meer herkenbaarheid van de circulaire mogelijkheden bij bezoekers en collega’s.’ Het lijken misschien kleine dingen, maar door zo duidelijk op hergebruik in te zetten, laat het paviljoen wel zien dat het kan: spullen die we nu als afval zien, transformeren tot andere, hoogwaardige producten.


Zwart marmer

En de energiebehoefte? Zo’n grote open ruimte zal vast flink wat koeling en verwarming vragen. Uit de kast waar ook de spijkerbroeken in lagen, pakt Van Heel een rammelende bal. ‘Phase changing materials, ofwel faseveranderende korrels’, zegt hij trots. Ze zitten onder de vloer en zijn in het plafond verwerkt. ‘Als het hier binnen warmer dan 20 °C wordt, absorberen de korrels de warmte en smelten ze. Door deze energiebuffer duurt het langer voor het hier warm wordt. En ’s avonds koelen we met buitenlucht en stolt het materiaal weer.’ Omdat de korrels zijn afgesloten van de buitenwereld, raken ze nooit op en blijft het systeem functioneren, net als water dat bevriest en ontdooit. 

Helaas drukt het uitzicht vanaf het dakterras je met de neus op de feiten. Dit paviljoen mag dan circulair zijn, de omringende torens van staal en beton zijn dat zeker niet. Of toch wel? Van Heel: ‘Het zwarte marmer op de gevel van ons hoofdkantoor kun je best hergebruiken. En voor veel andere onderdelen reken ik de komende jaren op innovatie en ontwikkelingen in de circulaire economie.’ Voor hem is het duidelijk: circulariteit is overal. Maar weinig gebouwen zijn zo ver als Circl.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.