Duidelijke transitiepaden die aangeven hoe we de komende decennia onze economie koolstofarm maken en daarmee de klimaatdoelen van Parijs gaan halen, en borging van beleid over kabinetten heen. Daarvoor pleit ir. Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland.

‘We weten dat we moeten gaan voldoen aan de klimaatdoelen van Parijs’, licht Marjan van Loon haar pleidooi toe. Ze is nu ruim een jaar de hoogste baas van Shell Nederland en had daarvoor leidinggevende functies bij tal van gasprojecten. ‘Dat betekent dat we ons energiesysteem en alles wat daar in de economie mee samenhangt ingrijpend gaan veranderen. Het bedrijfsleven heeft een belangrijke rol te vervullen, met zijn innovatie- en investeringskracht en om te zorgen voor economisch draagvlak. Maar dat kan alleen als duidelijk is hoe we die omslag gaan aanpakken; als er een samenhangend pakket van transitiepaden ligt waar ondernemers op in kunnen spelen.’

Haar betoog sluit aan bij de oproep waarmee het bedrijfsleven afgelopen najaar de Nederlandse Klimmaattop verraste. Versnel de energietransitie, zo luidde de boodschap. Shell was een van de initiatiefnemers. ‘We kunnen met zijn allen doorgaan met wat kostentechnisch verantwoord is en dan mondjesmaat en ad hoc dingen veranderen. Vervolgens moet je maar hopen dat je op het eind van de rit voldoende tempo kunt maken om de doelen van Parijs te halen. Maar misschien moet je tegen die tijd investeringen wel versneld afschrijven. Je snapt: met zo’n aanpak kan ondernemend Nederland niet vooruit.’


Kantelende industrie

Het huidige Energieakkoord levert volgens Van Loon onvoldoende houvast. ‘Dat heeft zeker het nodige in beweging gebracht, met name wind op zee, en het was belangrijk dat al die verschillende partijen het eens konden worden. Maar dat akkoord is nog erg gericht op de korte termijn en erg gefragmenteerd. Nu moeten we verder.’ Vandaar haar pleidooi voor een veel planmatiger aanpak. ‘Wat is er nodig om de doelen van Parijs te halen? Vertaal dat terug in hoe ons energiesysteem moet veranderen, dus de elektriciteitsopwekking, de levering van warmte voor gebouwen en industrie, en het transport. Maak een masterplan met op al die terreinen duidelijke transitiepaden. Is dat helder, dan stellen we grote flagshipprojecten vast die op korte termijn zijn aan te pakken. Bedrijven kunnen dan investeringen doen, ook als die zich pas op langere termijn uitbetalen. Want ze weten: dit project is onderdeel van een dertigjarenplan. Zo jaag je ondernemerschap aan en ontstaan nieuwe producten en verdienmodellen, en dat betekent innovatie en banen. Die zullen we ook hard nodig hebben, want tegelijk met het in gang zetten van de energietransitie zal de traditionele industrie kantelen: in het ene segment verdwijnen banen die er in het andere weer bij moeten komen.’

Dat moet dan wel gebeuren op de meest economische manier. ‘De wijze van financiering, de werkgelegenheid: we moeten alles meenemen. Het gaat niet alleen om het bereiken van de CO2-doelen, maar ook om voor onze samenleving een nieuw verdienmodel te ontwikkelen, een nieuwe manier van belastingheffing, een nieuwe handelsbalans ... Alles hoort er bij. Het mooie is dat versnelling van de energiedoelen hand in hand kan gaan met economische ontwikkeling en het bouwen van groene welvaart.’

Shell heeft het masterplan niet in zijn brandkast liggen, verzekert Van Loon. ‘We zullen dat met z’n allen moeten maken. En dat kunnen we, omdat we voortbouwen op de competenties die we al hebben, ook al weten we sommige dingen nog niet. Het is in de industrie bijvoorbeeld best een opgave om voor de producten die we nu uit fossiele brandstoffen maken nieuwe bouwstenen te vinden. Maar sommige dingen kunnen we al wel. Zoals het gebruiken van restwarmte, en CO2 verzamelen en opslaan of hergebruiken. Bij wind op zee is al veel werk verzet; wij doen daar ook aan mee. De volgende stap moet zijn dat we flink gaan opschalen. Niet alleen voor onze elektriciteitsbehoefte, maar ook om de elektrificatie aan te jagen van andere functies, zoals transport of sommige chemische processen. Dat zijn allemaal elementen die in zo’n masterplan thuishoren.’

Van Loon realiseert zich dat de toekomst niet voor dertig jaar is vast te leggen. ‘We zullen voortdurend moeten bijsturen en veranderen. Maar dat is niet erg zolang het doel maar helder blijft. Daarom pleiten we er ook voor om dat in een klimaatwet vast te leggen.’

Speelt in dit alles het Europese ETS-handelssysteem voor emissies nog een rol? ‘Het is een belangrijk instrument om een bodemprijs op de uitstoot van CO2 te zetten. Om goed te werken, heeft het echter wel dringend aanpassingen nodig, en die gaan er ook wel komen. Maar we wachten daar niet op, zeg ik heel duidelijk, want dat gaat veel te lang duren en dan halen we de doelen van Parijs niet.’