Gerald Schotman (KIVI): Circulariteit vraagt om meer
‘Met de circulaire economie kunnen we een prachtig exportproduct ontwikkelen’, zegt ir. Gerald Schotman, president van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). ‘Maar dan moet de overheid er wel regie op voeren.’
‘Regie betekent heldere kaders neerzetten, zodat onderzoekers en bedrijven weten in welke richting ze moeten gaan’, verduidelijkt Schotman. ‘Stel een ambitieus doel: wij willen tot de wereldtop behoren van landen die hun steden circulair weten te maken.’ Zijn die kaders en doelen er, dan kan het bedrijfsleven met het ontwikkelen van de circulaire economie nieuwe waarde te creëren. ‘Daar hoeft de overheid verder niet veel aan te doen.’
Wel ligt er dan nog een taak op het gebied van de kennisbasis, zegt Schotman. Die is volgens hem nu nog te veel opgedeeld in afzonderlijke segmenten. ‘Terwijl de winst hem juist zit in het gebruiken van bijvoorbeeld handige logistieke oplossingen om water ter plekke schoon te maken, zodat we cirkels veel sneller en met minder energie- en materiaalgebruik rondkrijgen. Dat vereist kruisbestuiving; het zien van koppelkansen. Regie van de overheid is nodig om dat te bevorderen.’
Zo zou onderzoek alleen bepaalde financiering kunnen krijgen wanneer dat aantoonbaar bijdraagt aan circulariteit. ‘En je kunt extra geld krijgen wanneer het onderzoek resulteert in een pilot waaraan drie verschillende bedrijven meedoen. Dit soort prikkels van de overheid helpen onderzoekers te beseffen: op het gebied van circulariteit kan ik scoren; hier ligt de toekomst.’
Regie betekent ook nieuwe bedrijvigheid op het gebied van circulariteit via regelgeving of financiering ruimte geven. ‘Circulariteit is veel meer dan het achter elkaar zetten van zes technologieën. Het betekent ook het opeten van businessmodellen die zijn gebaseerd op de lineaire economie, bijvoorbeeld van bedrijven die aan het eind van een keten hun geld verdienen. De bestaande spelers willen niet altijd innoveren. De overheid zal verstoorders en baanbrekers dus een duwtje in de rug moeten geven.’
Valse beloften
In de discussie over thema’s als de circulaire economie ontbreekt het volgens Schotman aan het besef dat het niet alleen gaat om technologie of economie, maar ook om sociale en politieke verandering. ‘Je kunt die niet los van elkaar zien. Stel dat iemand zijn gasten vertelt: ‘Het water waarmee ik straks koffie ga zetten, komt uit het toilet dat jullie net hebben gebruikt.’ Dan is duidelijk dat het niet alleen gaat om toepassing van prachtige filtratietechnieken met membranen, maar ook om persoonlijke voorkeuren en gewoontes. Als die niet mee veranderen, gaat die omslag naar een circulaire economie nooit lukken. Ook op dit terrein ligt een taak voor de overheid.’
Die verwevenheid van sociaal, politiek en technologie heeft nog andere kant: zorg dat verwachtingen realistisch zijn. ‘Weet waar je het over hebt en stuur mensen niet op pad met valse beloften. Dan krijg je over twee of drie jaar een enorme frustratie omdat die beloften niet zijn waargemaakt en heb je het risico van een terugslag.’
Voor de KIVI-president betekent werken aan circulariteit een nieuwe invulling van de maatschappelijke rol van ingenieurs. ‘Ik merk het ook aan studenten die ik bij lezingen ontmoet. Voor hen is het doel waarvoor de technologie wordt gebruikt minstens zo belangrijk als het begrijpen en ontwikkelen van die technologie zelf. Opleidingen zouden daar ook veel beter op in moeten spelen. Zorg dat studenten ondervinden dat je met kruisbestuiving tussen disciplines fantastische dingen kunt bereiken. Ik zie dat als een van de belangrijke vernieuwingsopgaven van de onderwijsagenda.’