CO2-uitstoot is financieel risico
Het is een opmerkelijk standpunt waarmee de Nederlandse Bank afgelopen vrijdag naar buiten kwam. CO2-uitstoot is niet langer alleen een risico voor klimaatverandering, maar vormt ook een financieel risico.
Je kunt het tekenend noemen dat een instituut als de Nederlandse Bank zich geroepen voelt om een standpunt naar buiten te brengen over energie en klimaat, terwijl ze ruiterlijk toegeeft er weinig verstand van te hebben. Kennelijk zijn de signalen dusdanig, dat de bank zich er wel mee móet bemoeien en zijn studie Tijd voor Transitie uitbracht.
Uitdaging
Wat zijn die signalen? Aan de ene kant betekent het klimaatakkoord van Parijs dat er mondiale consensus bestaat over de transitie naar een CO2-neutraal energiesysteem. Aan de andere kant is met name de Nederlandse economie in belangrijke mate aangewezen op vervuilende energiebronnen. Er is dus een ingrijpende transitie nodig, die de Bank omschrijft als de belangrijkste lange-termijnuitdaging voor de economie.
Zo moet het niet
Volgens de Bank kan het met de transitie op twee manieren misgaan:
+ een abrupte overgang naar een klimaatneutraal energiesysteem schaadt economische groei en de financiële stabiliteit;
+ de klimaatdoelen worden niet gehaald, wat door ontwrichting nog veel grotere gevolgen zal hebben voor de economie.
Begrijpelijk dus dat de instantie die moet zorgen voor financiële stabiliteit zich geroepen voelt om de stormbal te hijsen.
CO2-intensieve economie
De Nederlandse Bank wijst twee sectoren aan waar de transitie met name moeilijk ligt: de energie-intensieve industrie en de glastuinbouw.
Op zich heeft de energie-intensieve industrie de afgelopen twintig jaar een enorme prestatie geleverd: de energie-intensiteit is met een derde afgenomen in de periode 1995-2014, bij de chemische industrie zelfs met de helft. In de glastuinbouw hebben energiebesparende kassen en de grootschalige toepassing van warmtekrachtkoppeling het energieverbruik verminderd.
Desondanks ligt de gemiddelde energie-intensiteit van beide sectoren nog steeds fors boven het Europees gemiddelde. Daar komt nog eens bovenop dat de energiemix van Nederland relatief meer CO2-uitstoot heeft dan het Europese gemiddelde.
Bij elkaar betekent dit dat de CO2-intensiteit van de Nederlandse economie relatief hoog is, en dat CO2-reductie de Nederlandse economie dus flink zal raken. Nederland is het enige Europese land waar de CO2-uitstoot die gerelateerd is aan productie groter is dan die gekoppeld aan consumptie.
De Nederlandse Bank heeft ook geprobeerd een inschatting te maken van de mate waarin financiële instellingen – banken, verzekeraars en pensioenfondsen – verbonden zijn met CO2-intensieve sectoren. Dat geldt voor bijna 9 % van het totale balanstotaal van 3,5 biljoen.
Wat moet er gebeuren?
+ Centraal staat de opmerking: ‘de vraag óf er een transitie naar een duurzaam energiesysteem moet komen is verschoven naar de vraag hóe die transitie er moet komen.’
+ Voor investeerders en bedrijven is er veel onzekerheid: het Energieakkoord dreigt zijn doelen niet te halen en er is nog geen invulling gegeven aan de ambities van Parijs. Het Energieakkoord noemt doelen van verduurzaming en besparing, maar mist doelen om de CO2-uitstoot te verminderen. Die is het afgelopen jaar namelijk toegenomen.
+ Gas als vervanging van kolen dient als brug om snel CO2-uitstoot te verminderen.
+ De Bank pleit voor een langetermijnvisie, met heldere doelen en transitiepaden. Die visie moet ook een aanpak bevatten hoe de meest energie-intensieve sectoren (chemie, glastuinbouw, metaal) in een CO2-neutrale economie kunnen voortbestaan. Een tijdige start van zo’n agenda biedt ook kansen: de bedrijven die deze transitie het eerst kunnen doormaken zouden wel eens de winnaars van de toekomst kunnen zijn.
+ Daar hoort bij het goed beprijzen van de uitstoot van CO2, en het aanjagen van de gewenste ontwikkeling, zoals nieuwe technologie. De vrijstelling voor energiebelasting van grootverbruikers moet worden afgeschaft.
+ Duidelijke rapportages over de koolstof-voetafdruk van activiteiten en de aanpassingsplannen om die te verminderen moeten financiële instellingen inzicht geven in de risico’s van energietransitie.
Lead image: foto Shell