Schiphol heeft problemen met elkaar kruisende start- en landingsbanen. Toevallig is er net een studie klaar naar startbanen in cirkelvorm. Zo kun je altijd starten en landen met ideale wind. Jammer genoeg minder geschikt voor bestaande luchthavens.

De reden om eens met een frisse blik te kijken naar de manier waarop start- en landingsbanen worden aangelegd, was eigenlijk het probleem van dwarswind, vertelt Henk Hesselink, onderzoeker bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR). Vliegtuigen kunnen het best opstijgen en landen tegen de wind in. Daar wordt bij de aanleg van de banen rekening mee gehouden. Onvermijdelijk heb je dan soms zijwind, in ieder geval bij vliegvelden die maar in één richting banen hebben. Bij te sterke zijwind moet een baan zelfs dicht. Met geld van de Europese Commissie mocht NLR op zoek gaan naar een oplossing, samen met instituten uit Duitsland, Frankrijk, Spanje en Polen.

Een baan in cirkelvorm is dan een lumineus idee. Bij elke windrichting is er een plek op de cirkel waar je tegen de wind in kunt opstijgen en landen. Het NLR heeft doorgerekend hoe een cirkelbaan met een diameter van 3,5 km zou werken. Hesselink: 'De meest ruimte vragende toestellen als een Boeing 747 en een Airbus A380 kunnen dan goed landen.' In het gekozen voorbeeld is de cirkel gelijkwaardig aan drie aparte banen omdat wind pal tegen niet noodzakelijk is. Er zijn dus verschillende cirkelsegmenten die tegelijkertijd voor starten en landen gebruikt kunnen worden. 'Hoe groter de cirkel, hoe meer capaciteit,' stelt Hesselink.


Kuipvorm

Een dergelijk ontwerp heeft allerlei interessante eigenschappen. Zo kan de capaciteit 'gratis' verder worden opgevoerd door de aanvliegroute van elk landend vliegtuig een paar graden te laten afwijken van het vorige en het volgende. Met vastliggende banen zoals op de huidige vliegvelden moet een minimale horizontale afstand in aanmerking worden genomen tussen vliegtuigen in de wachtrij, vanwege de turbulentie die elk vliegtuig veroorzaakt. Als elk vliegtuig onder een iets andere hoek aanvliegt, hoeft dat niet meer en kunnen ze korter na elkaar landen. Om te voorkomen dat de vliegtuigen uit de bocht vliegen, moet de baan verder in een kuipvorm worden aangelegd.
 


Het idee voor de ronde start- en landingsbaan is bij NLR bedacht, maar het lab was niet de eerste in de geschiedenis die het verzon. Hesselink: 'Bij ons onderzoek bleek dat Het Amerikaanse tijdschrift Popular Science er al in 1919 over heeft geschreven. Iedereen dacht in die tijd dat mensen per vliegtuig naar hun werk zouden gaan. Er was een illustratie waarbij de ronde baan over de top van een aantal wolkenkrabbers liep.'

'In de jaren '60 is het idee getest op een militaire luchthaven in Arizona, met gevechtsvliegtuigen. Het bleek goed te doen, maar vooral bij visueel aanvliegen. Dat was met verkeersvliegtuigen niet realistisch. Het is nodig dat de bocht al in de laatste fase van de landing wordt ingezet. Met het huidige elektronische Instrument Landing System (ILS) is dat niet mogelijk, maar inmiddels wordt gewerkt aan landingen met behulp van satellietnavigatie, zoals gps.' NLR heeft simulaties uitgevoerd die aantonen dat met één cirkel van 3,5 km diameter de huidige capaciteit van de luchthaven Charles de Gaulle kan worden bereikt.


Op de Noordzee

'Het is een heel leuk idee,' meent docent luchtvaarttechniek Joris Melkert (TU Delft). 'Het grijpt terug op wat we honderd jaar geleden deden: gewoon in een weiland gaan staan en de neus van je toestel in de wind zetten. Dat kan met dit concept ook weer. Er zijn wel wat mitsen en maren. In dichtbevolkt gebied moet je ook rekening houden met waar de mensen wonen, in verband met geluidsoverlast. Dan kun je niet elke richting zomaar kiezen. Dat zal leiden tot compromissen die wat capaciteit zullen kosten.'

'Ik denk niet dat je dit kunt toepassen op een bestaande luchthaven zonder die een paar jaar dicht te doen. Daarom is het vooral interessant als je de kans krijgt een nieuwe luchthaven te ontwerpen, bijvoorbeeld in de Noordzee.'
 


Onder piloten zijn de reacties wat zuinig, waarbij de ongebruikelijke belasting en noodzakelijke aanpassingen van de instrumenten worden genoemd. Hesselink en Melkert denken allebei dat hun bezwaren overkomelijk zijn. 'Het is vooral even wennen,' denkt Melkert.

Hesselink is aangenaam verrast door de publiciteit die zijn onderzoek heeft gekregen - het ging min of meer 'viraal' op internet - en broedt nu op een vervolgstudie. 'Misschien pakken anderen het op, misschien doen we het zelf. Bijvoorbeeld tests met onbemande vliegtuigjes op  de ronde testbanen die de auto-industrie al heeft. We hebben wel eerst financiering nodig, maar gezien de belangstelling heb ik goede hoop.'(Herbert Bankesteijn)