De komende decennia moet het principe van 'building with nature' leidend zijn in de waterbouw. Dat zei Deltacommissaris Peter Glas woensdag op de Waterbouwdag, in de Jaarbeurs in Utrecht. Omdat de mate van zeespiegelstijging en klimaatverandering niet te voorspellen is, moeten waterwerken ook adaptief worden gebouwd, zodat het eenvoudig is ze later aan te passen aan veranderende omstandigheden.

In zijn openingsrede van de Waterbouwdag wees Glas op de unieke positie van de waterbouwsector. 'We denken ver vooruit, tot het jaar 2050, 2100 en zelfs verder', zei hij. 'Er is geen enkele andere sector waar drie generaties vooruit wordt gedacht.'


Geen angst meer voor water

Er zijn echter steeds meer factoren die het lastig maken om over die verre toekomst na te denken. Glas herinnerde aan op de hitterecords die afgelopen zomer zijn verbroken, op de droge zomers en de nattere winters. 'We maken een combinatie van veranderingen mee waaraan de mensheid nog nooit is blootgesteld, en in een ongekend tempo', stelde Glas. 'Het klimaat lijkt sneller te veranderen dan we een paar jaar geleden nog voor mogelijk hielden en de zeespiegel stijgt sneller dan we dachten. Dat leidt tot onzekerheid.' 

Die onzekerheid maakt het voor waterbouwers lastig om te bepalen waar en hoe ze moeten bouwen. 'Maar om de veranderende omstandigheden het hoofd te bieden, zullen we nu moeten handelen', zei de Deltacommissaris. 'Dit is het moment om in actie te komen, ook al voelen we wellicht de angst voor het water niet meer, nu de laatste watersnoodramp alweer 65 jaar achter ons ligt.'

Eenzelde boodschap werd eerder deze week al verwoord in een rapport van onderzoekscentrum Deltares. Dat probeerde antwoord te geven op de vraag hoe Nederland zich kan weren tegen een stijgende zeespiegel, van de kustlijn dichttimmeren tot meebewegen met het waterpeil. 


Aan het front

'Building with nature' moet de leidraad worden voor toekomstige waterbouwprojecten, aldus Glas. 'Natuurlijke processen zijn flexibeler en adaptiever dan beton.' Bovendien is het bouwen waarbij je gebruik maakt van de kracht van de natuur in de regel een stuk duurzamer. 'We moeten nadenken over de gevolgen van ons handelen', zei Glas, die daarmee aansloot op het thema van de Waterbouwdag: naar circulair bouwen in water.

Glas riep de ongeveer zeshonderd aanwezige waterbouwers op om 'aan het front te gaan staan' en vorm te geven aan de noodzakelijke veranderingen, inclusief broodnodige innovaties. 'De tijd waarin het in de waterbouw draaide om de aantallen kubieke meters verplaatst zand is voorbij', zei hij. 'Waterbouw is een verhaal geworden, een maatschappelijke opgave. Een koersaanpassing na 2050 vraagt nú al om een proces van experimenteren en factfinding.'

De kunst wordt waterwerken zo te bouwen dat toekomstige verbredingen, verhogingen en uitbreiding eenvoudig kunnen worden gerealiseerd, zei Glas. 'Die uitdaging kunnen en moeten de waterbouwers aangaan.'
 

Alle winnaars van de Waterbouwprijzen van 2019. Eigen foto.


Waterbouwprijs

De Waterbouwdag wordt jaarlijks georganiseerd door de Vereniging van Waterbouwers, Deltares, Rijkswaterstaat, TU Delft en KIVI, met steun van NLingenieurs. Een van de hoogtepunten is traditiegetrouw de uitreiking van de Waterbouwprijs voor de beste eindscriptie in het hbo en het wetenschappelijk onderwijs. De hbo-prijs werd ditmaal toegekend aan Rens van der Meijden en Annemarie Punter van Avans Hogeschool. Zij deden een half jaar lang onderzoek naar de mogelijkheid om overtollige energie van windparken op zee op te slaan in offshore pijpleidingen. als lucht die onder druk wordt gebracht. Het is technisch mogelijk, concludeerden de twee afstudeerders, maar de capaciteit zal onvoldoende zijn en de kosten zijn torenhoog. 

De beste scriptie van een universitaire student werd afgelopen jaar volgens de jury geschreven door Sjoerd Warringa van de TU Delft, die onderzoek deed naar de optimalisatie van onderzeese voertuigjes bij het leggen en begraven van offshore kabels.


Foto boven: de Zandmotor voor de kust bij Ter Heijde.Flickr