Water uit windturbine
Het Nederlandse bedrijf Dutch Rainmaker heeft twee versies van een windmolen ontwikkeld om water te winnen. De ene haalt water uit lucht, de andere maakt brak water drinkbaar. Voor de windmolens is een slimme combinatie van warmtewisselaars en compressoren gebruikt.
De versie die water wint uit lucht, zuigt via een ventilator bovenin de molen lucht van onderaf in de mast. De luchtstroom passeert op weg naar boven een koelelement, dat net als een koelkast werkt met een verdampingsmiddel en een compressor. Door de afkoeling treedt condensatie op; de druppels vloeien vervolgens langs de binnenwand van de mast naar beneden en belanden in een opslagtank. De afgekoelde lucht wordt benut om het verdampingsmiddel te laten condenseren.
‘Zo’n 90 % van de windenergie drijft de compressor aan’, laat Antoine Engelaar, directeur van Dutch Rainmaker, weten. ‘De overige 10 % voedt de ventilator, de meet- en de regelapparatuur.’ De wateropbrengst, die onder meer afhangt van de luchtvochtigheid en temperatuur, bedraagt gemiddeld 6 tot 8 m³ per dag bij een temperatuur boven 18 °C en een luchtvochtigheid van 30 %. ‘Onafhankelijk van de windsnelheid geldt dat hoe vochtiger en warmer het is, hoe groter de winst. In koude en droge gebieden is het dan ook zinloos de windmolen te gebruiken.’
Warmtepomp
De versie van de Dutch Rainmaker die brak water drinkbaar maakt, functioneert volgens Engelaar bijna hetzelfde. ‘We maken in dit systeem gebruik van een warmtepomp. Brak water wordt opgepompt en verhit via een warmtewisselaar. Vervolgens wordt de damp met een koude warmtewisselaar afgekoeld. Het condensaat stroomt via een filter naar een opslagtank.’
De molen moet gaan concurreren met bestaande systemen om brak water te behandelen. De opbrengst bedraagt 50 tot 60 m³ per dag. ‘Het type dat water uit lucht haalt, is vooral bedoeld voor gebieden met waterschaarste. Water halen uit lucht is vergeleken met ontzilten namelijk erg inefficiënt.’
Op dit moment wordt de luchtwaterversie getest in Harlingen; de wateromzetter is nog in de maak. Het is de bedoeling beide windmolens uitgebreider te testen in 2009. ‘We willen met een aantal partners demonstratieprojecten opzetten, onder meer in Australië, Spanje en de Verenigde Staten. Als de technologie zich heeft bewezen, gaan we met de ngo’s (niet-gouvernementel organisaties, red.) praten. We zien onder meer toepassingen in Afrika’, besluit Engelaar.(Jeroen Akkermans)