Als we niet uitkijken hebben we straks online geen enkele privacy meer over, waarschuwt Bert Hubert. 

 

Bert Hubert is ondernemer, software-ontwikkelaar en voormalig toezichthouder op de inlichtingendiensten.

 

Privacy lijkt ons bijna niet meer te boeien. In 2017 ging men de straat op over de nieuwe AIVD/MIVD-wet. In 2023 was er vrijwel geen haan die nog kraaide naar een wetswijziging die nog veel verder ging.

Privacy behoefde vroeger geen uitleg – de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog was genoeg. De bezetter spoorde Joden op met ons prachtige bevolkingsregister. Ook waren de gegevens erg nuttig om het verzet mee te bestrijden. Daarom was er op 27 maart 1943 ook een aanslag op de registers in Amsterdam.

1943 ligt lang achter ons. Privacy is een theoretisch begrip geworden. Het is vast goed voor je, maar laten we er niet te moeilijk over doen. En waarom zouden we ook? We kunnen onze persoonsgegevens eindeloos weggeven in ruil voor gratis dingen of een gevoel van veiligheid. Die privacy-muntjes gaan nooit op, weggeven kost niets.

Toch bouwt er zich een probleem op. Goed mogelijk dat alle ritjes in je auto worden geregistreerd door Google, Apple, Volkswagen of de leasemaatschappij. Vier volledige registers van waar je wanneer bent geweest. Ook al je chatverkeer staat waarschijnlijk geback-upt op een server, evenals al je foto’s. Alle  medische handelingen en uitslagen ook, net als al je betaal- en e-mailverkeer en iedere interactie met de overheid. En ik kan nog wel even doorgaan.
 

Bert Hubert. Foto Olivier Middendorp


Kwaad daglicht

In experimenten blijken mensen bereid werkelijk alles over hun leven aan wildvreemden te vertellen. Pincode, salaris, gezondheidsproblemen – ik heb mensen dit zien delen met een hele zaal. 

Toch is er een grens: mag ik in je appjes kijken? Dat vindt bijna niemand goed, want daar krijg je gedonder mee. Waarom flirt je met die collega? Of waarom klaag je zo over mij tegen je vriend(in)?

Je hebt misschien niets te verbergen, maar wel steeds meer uit te leggen

En daar zit de clou. Je kunt ellende krijgen met data die mensen over je hebben. Een tien jaar oude ondoordachte Facebook- of Twitterpost kost je zo je nieuwe baan. Overheden en bedrijfsleven bouwen een steeds grotere berg data over ons op. Je reed om 23.34 uur te hard en was daarna ook in de buurt van een vechtpartij. De volgende dag werd je behandeld voor een gebroken tand. Hier zijn appjes waar je ruzie zat te maken, hier is het bewijs dat je 1275 euro hebt overgemaakt aan een veroordeelde oplichter, wat was dat?

Het is vast allemaal uit te leggen, maar het wordt zo langzamerhand wel een dagtaak. Je hebt misschien niets te verbergen, maar wel steeds meer uit te leggen. En zou de wereld begrijpen dat met meer data mensen alleen al om statistische redenen steeds vaker in een kwaad daglicht kunnen worden gesteld? Overheden en grote bedrijven hebben wél een vloot aan data over ons, maar wij niet over hen (of over andere mensen). En dat verdedigt lastig. Ieder jaar dat er weer meer over ons wordt opgeslagen, wordt deze asymmetrie groter.

Recent steunde ons kabinet een voorstel om al onze telefoons verplicht te voorzien van een scanner. Deze meldt iedere verdachte kinderfoto automatisch direct bij de Europese Unie, Europol en je lokale politiebureau. En iedereen vindt het best. Dit wordt pas beter als politici beseffen dat wij (en zij ook) persoonlijk bedolven kunnen worden onder de databerg die over ons wordt opgebouwd.

Ik hoop dat dit moment snel komt.


Openingsfoto Shutterstock