Zes lastige vragen aan Maarten van Rossem, historicus en bekend van tv-programma’s als De Slimste Mens en Hier zijn de Van Rossems.


Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd?

'Volgens mij ben ik een van de onhandigste personen die er bestaan. Ik huur liever een specialist in. Het is gewoon zonde van mijn tijd, want in de tijd dat ik loop te klooien had ik ook iets kunnen doen waar ik wél goed in ben en geld mee verdien – een stukje tikken bijvoorbeeld. Je vraagt de monteur van je auto toch ook niet om een essay over Citroën te schrijven?'


Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens iets slims moeten uitvinden?

'Dat je in een winkel die je niet kent, he-le-maal niets kunt vinden. Normaal doe ik nooit boodschappen, maar nu moet ik wel, omdat mijn vrouw tijdelijk immobiel is. En dus kom ik in winkels als het Kruidvat, met meerdere paden met elk honderden artikelen. Ik heb werkelijk geen idee waar ik wat kan vinden en ben dus afhankelijk van een mevrouw van de winkel. Waarom bedenken ze geen computerscherm waarop je ‘ibuprofen’ intypt en dat dan zegt ‘rij 3, schap 12’?'


De zelfrijdende auto is op komst. Stapt u zonder bezwaren in?

'Laat ik vooropstellen dat de autonome auto een van de meest gehypete technologieën is. Een volledig autonome auto die door de binnenstad van Amsterdam rijdt, komt er de komende jaren niet en zal er vermoedelijk nooit komen. Technologieën die de chauffeur ondersteunen, zitten nú al in bepaalde auto’s. Maar goed, ik beantwoord uw vraag: mocht de autonome auto er komen, dan stap ik wel in. Bang ben ik niet, ik stap immers ook in een vliegtuig.'


Hoe zorgt u ervoor dat een robot uw baan niet inpikt?

'Daar lig ik echt niet wakker van, want mijn brein is niet te imiteren. Elk mens heeft een uniek karakter, dat een robot nooit zal kunnen namaken. Een robot kan een reeks simpele handelingen uitvoeren, meer niet. En zelfs dat blijkt lastig, want een simpel kopje thee zetten en naar iemand toe brengen schijnt een robot al moeilijk te vinden.'


Wie is uw held op techniekgebied?

'Thomas Newcomen. Hij bedacht de eerste stoommachine, die in 1712 in bedrijf ging. De eerste versie was bedoeld voor het wegpompen van water uit een kolenmijn, maar wat dát apparaat niet allemaal in gang heeft gezet! Des te opvallender vind ik dat in ons land in 2012 geen enkele aandacht is besteed aan de driehonderdste verjaardag van de stoommachine. Techniek interesseert de gemiddelde Nederlander geen mallemoer.'


U neemt plaats in een tijdmachine met twee knoppen: 150 jaar terug in de tijd of 150 jaar vooruit. Op welke drukt u?

'Ga ik terug in de tijd dan kom ik bij mijn overgrootvader, die dominee was in Deventer. Van hem heb ik een redelijk goed beeld hoe hij leefde. Daarom kies ik ervoor om naar de toekomst te gaan. Ik ben erg nieuwsgierig hoe de mensheid er dan aan toe is. Hoe hebben we bijvoorbeeld de energietransitie opgelost? Ik ga er wel vanuit dat ik als geïsoleerde waarnemer mag kijken in het jaar 2170 en dat ik weer terug kan naar het heden als ik dat wil.'


Dit artikel is ook verschenen in het meinummer van De Ingenieur.
 

Foto: Vera de Kok / CC BY-SA 3.0