De vicepresident van het Europees Octrooibureau (EOB), Guillaume Minnoye, gelooft niet in open innovatie. Volgens hem is het idee dat mensen een open idee uitbouwen en verrijken een droom; in de praktijk leidt het tot halfbakken concepten.

Patenten zorgen er volgens hem juist voor dat een idee actief wordt doorontwikkeld. De belofte van exclusiviteit voor een bepaalde periode stimuleert bedrijven om te innoveren.

Minnoye, die al jaren bij het EOB in Rijswijk werkt en begon als patentlezer, denkt ook niet dat te lang vasthouden aan een patent slecht is voor innovatie. 'De enige bedrijven die dat doen zijn farmaceuten, en die stoppen zoveel geld in de ontwikkeling van hun medicijnen dat ze een lang patent nodig hebben om de kosten terug te verdienen.' Los van die bedrijven zorgt het ontwerp van het patentsysteem ervoor dat een patent verlengen niet voordelig is; elk jaar nemen de kosten voor verlenging exponentieel toe. 'Zo betalen de lang lopende patenten voor de nieuwkomers.'

Problemen

Dat betekent niet dat het octrooi geen problemen heeft. Kleine bedrijven zijn in het nadeel, omdat ze vaak in elk afzonderlijk land hun idee moeten patenteren en verdedigen. Een aankomend, nieuw patent moet dat veranderen; daarmee is iemand in één klap in een aantal EU-landen verzekerd van bescherming. Het is een van de maatregelen die het EOB neemt om het patent ook eerlijk en bruikbaar te houden, aldus Minnoye.

Uiteindelijk is het belangrijkste van het patent de openheid. Hoewel je idee niet gebruikt mag worden, is het wel in de openbaarheid. Via databases is elk detail ervan terug te vinden, zodat het na het verlopen van het patent ook door iedereen te gebruiken en verder te ontwikkelen is. 'Dat mechanisme maakt het patent juist de innovatieaanjager, die in een 'open' ideeënwereld nooit kan bestaan. Het biedt een structuur om ideeën in te bewaren en op te zoeken.'

In De Ingenieur van augustus staat een uitgebreid interview met Guillame Minnoye.