Uit de slibkorrels die zich vormen bij een industriële waterzuivering in Zutphen wordt voortaan een nieuwe grondstof gewonnen, een biopolymeer dat onder andere is te gebruiken voor lijmen en coatings. 

Op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Waterschap Rijn en IJssel in Zutphen is woensdag een nieuwe grondstoffabriek geopend. Afvalwater uit een zuivelfabriek van FrieslandCampina belandt er eerst in een tank waar het wordt gezuiverd met de Nereda-technologie. Daarbij vormen de zuiverende, aërobe bacteriën geen vlokken, maar korrels die snel bezinken en makkelijk van het water te scheiden zijn. 

Die slibkorrels worden vervolgens naar een extractie-installatie geleid. Door de zuurtegraad te variëren wordt daar uit de Nereda-slibkorrels een biopolymeer met bijzondere eigenschappen gewonnen.


Kameleon

‘Een kwart van het slib bestaat uit dit unieke neo-alginaat’, zegt prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht van de TU Delft, de bedenker van de Nereda-zuiveringsmethode. ‘Normaal gesproken gaat zulk slib naar een verbrandingsinstallatie. Nu winnen we er een nieuwe grondstof uit, in de vorm van een gel of droge korrels.’ Door de innovatie is er ineens 20 tot 35 % minder slibafval. 

Het nieuwe biopolymeer heeft de naam Kaumera gekregen, ‘kameleon’ in het Maori. De stof gedraagt zich volgens de makers net als de leguaanachtige. Wordt Kaumera gecombineerd met een andere grondstof, dan verandert het karakter van de stof. Zo kan het water vasthouden, maar net zo goed afstoten. 

Op de voorgrond de nieuwe fabriek waar de grondstof Kaumera wordt gemaakt uit slibafval. 


Brandvertragend 

Toepassingen zijn er legio, zeggen de partners in een groot samenwerkingsverband, waaronder ook ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en zes waterschappen. Kaumera kan een duurzaam alternatief vormen voor chemische bind- en lijmmiddelen, maar zou ook geschikt zijn als coating voor zaden en mestkorrels (zie foto bovenaan dit artikel, red.). Ook zijn er brandvertragende bioplastics van te maken, ‘ideaal voor stoelbekleding van vliegtuigen of isolatiemateriaal’, stelt Van Loosdrecht. 

Inmiddels wordt in Epe al een tweede fabriek gebouwd, die in 2020 open gaat. Daar wordt de grondstof niet uit industrieel, maar uit huishoudelijk afvalwater gewonnen.

Een bedrijf (dat om concurrentieoverwegingen zijn naam nog niet openlijk aan het project wil verbinden) ziet er in ieder geval zoveel mogelijkheden in dat het alle vierhonderd ton Kaumera die de installatie in Zutphen het komende jaar zal produceren, aankoopt om het verder te verwerken.
 

Onverwerkte Kaumera. 


Foto: Waterschap Rijn en IJssel