Het klimaat warmt op en het weer verandert mee. In Nederland gaat dat leiden tot meer en langere perioden van droogte en hitte, hevigere buien en meer orkanen in het Caribisch gebied. Oplossingen liggen in het opslaan van het water, het bouwen van slimme dijken en aangepaste huizen en een aangepaste inrichting van het land.

 

Op het moment dat terreinbeheerder Jean-Paul de Garde een schuif omhoog trekt, komt het water door een gat in de dijk heen zetten. Zal de plastic nooddijk, die een meter of twintig verderop ligt, het houden? Erg stevig ziet het gevaarte er niet uit. Het lijkt een beetje op een hele lange tunneltent waarvan het grondzeil per ongeluk als een uitgestrekte plastic flap aan de buitenkant zit.

Maar als het water de buis bereikt, wordt duidelijk hoe vernuftig het bouwwerk in elkaar steekt. 

Eerst stroomt het water over het grondzeil en houdt daarmee de tunnel op zijn plek zoals het water in een opblaasbadje ervoor zorgt dat de badranden niet wegwaaien.

Als het water verder stijgt, blijken de zwarte stippen op de tunnel gaten te zijn. Hierdoor stroomt het water de tunnel in en geeft de dijk het gewicht dat hij nodig heeft. Deze tubebarrier houdt de rest van het water inderdaad tegen.

‘Dit soort constructies hadden ze afgelopen zomer in Limburg goed kunnen gebruiken’, zegt Marjan Kreijns, directeur van The Green Village op de campus van de TU Delft. ‘Het is makkelijker en sneller dan de boel met zandzakken barricaderen.’

Ze doelt op de overstromingen van halverwege juli 2021. Toen viel er lokaal extreem veel regen in met name Wallonië en de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts, en traden ook in Limburg rivieren en beken buiten hun oevers. De schade wordt geschat op zo’n twee miljard euro.

 

Natter, heter, droger


De nooddijk is een van de vele technische wapens die ingenieurs ontwikkelden voor de strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering. Naast het extremer worden van zware zomerbuien gaat Nederland te maken krijgen met meer en langere perioden van droogte en hitte, voorspelt het KNMI. Vooral in de steden zal dat goed merkbaar zijn.

En dus moeten we aan de bak, zegt Kreijns, terwijl ze trots laat zien wat voor slimmigheden er uitgetest worden op het HittePlein en de WaterStraat van The Green Village. Zoals de zoak-tegels (zeer open afval keramiek) van het bedrijf TileSystems. Deze tegels, gemaakt van afval uit de keramiekindustrie, kunnen regenwater absorberen met een snelheid van dertig millimeter per minuut. Vervolgens voeren ze het via een buffersysteem af naar de bodem in plaats van –via waterputten – naar het riool zoals gebruikelijk is. Bij warm weer verdampt het water weer via de tegels, met een verkoelend effect als gevolg. ‘Op plekken waar je geen bomen en planten kan plaatsen, is dit een goed alternatief’, zegt Kreijns. 

Of neem BlueBloqs van het watertechnologiebedrijf Field Factors: een modulair systeem dat regenwater verzamelt door regenpijpen af te tappen, dit via plantenbakken met speciale filters zuivert en vervolgens opslaat onder de grond tot het weer nodig is. ‘Voor drinkwater is het niet schoon genoeg, maar bij het Spartastadion in Rotterdam gebruikt men het bijvoorbeeld voor irrigatie van de voetbalvelden en in het Laakkwartier in Den Haag voor het nat houden van het Cromvlietpark’, zegt Kreijns.

Hierna gaat The Green Village zich richten op de gebouwen: met groene daken, groene gevels, zonwering en overkappingen. En zonder grote ramen op het zuiden. 

 

Zoetwateropslag


Het principe voor het nieuwe waterbeheer in de stad is eigenlijk hetzelfde als voor de waterhuishouding in landbouw- en natuurgebieden: het water opslaan in tijden van overvloed om zo een voorraad aan te leggen voor drogere of extreem warme perioden. 

In een deltagebied is dat niet de standaardreflex. In Nederland is de gewoonte altijd geweest om de regen en het water dat vanuit de Europese bergen door de rivieren het land binnen komt, zo snel mogelijk naar zee af te voeren. En niet alleen voor de veiligheid, zegt Perry de Louw, expert grondwatermanagement bij kennisinstituut Deltares. ‘Sinds de Tweede Wereldoorlog is de bodem door intensieve ontwatering geschikt gemaakt voor de landbouw. Maar van die gewoonte moeten we af.’

Het land moet van een afvoergoot veranderen in een spons.

 

Tekst: Marlies ter Voorde

Openingsbeeld: Depositphotos

 

MEER LEZEN OVER HOE OM TE GAAN MET WEERSEXTREMEN?

Het hele verhaal is te lezen in het maartnummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25% - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.