Tata kan verder met proef CO2-sparende ijzerproductie
De proef bij Tata Steel met een fundamenteel nieuwe manier van ijzerproductie krijgt een vervolg dankzij een miljoensubsidie van de Europese Unie. ‘Alle tests die we tot nu toe hebben uitgevoerd lopen goed’, aldus het bedrijf.
Bij de nieuwe productiemethode zweven in een cycloonoven onder grote hitte poeders van ijzererts en steenkool in een cycloon, waardoor ze met elkaar reageren en er vloeibaar ijzer ontstaat. De verminderde CO2-uitstoot in dit proces zit ‘m er vooral in dat ijzererts en kolen geen energieslurpende voorbewerking hoeven ondergaan.
In de al meer dan een eeuw toegepaste hoogoven is die voorbewerking wel nodig om te voorkomen dat ijzererts en de kolen een ondoordringbare smurrie vormen. Het ijzererts wordt daarom eerst gebakken tot pellets, keiharde gasdoorlatende knikkers. De kolen worden omgezet in cokes door het zuurstofarm te verbanden en zo alle olie-achtige verontreinigingen er uit te halen.
Beide bewerkingsprocessen kosten ongeveer een vijfde van de energie van het totale productieproces. Die stap overslaan leidt dus direct tot vermindering van de CO2-uitstoot met een vijfde. Het nieuwe productieproces heet Hisarna, een samenvoeging van de woorden HIsmelt en Sarna, oud-Keltisch voor ijzer.
De proefinstallatie voor de nieuwe productiemethode staat er nu zo’n vijf jaar. De cycloonoven is indertijd bedacht door medewerkers van het toenmalige Hoogovens; het bedrijf beschikt met samenwerkingspartner Rio Tinto over alle patenten.
Inmiddels zijn er vier tests met de proefinstallatie uitgevoerd. De langste duurde 72 uur. ‘De tests maken duidelijk dat wat we op papier hadden uitgedacht in de praktijk blijkt te werken’, zegt woordvoerder Robert Moens van Tata Steel IJmuiden. Er is gewerkt met verschillende bijproducten en verschillende soorten kolen, ‘de resultaten zijn positief’. De eigenschappen van het geproduceerde ruwijzer verschillen niet van wat uit de traditionele hoogoven komt, ‘dus alle vervolgbewerkingen kunnen we er gewoon mee blijven doen’.
Uiteindelijk moet er continu 24 uur per dag worden geproduceerd. ‘We willen daarom een duurproef doen van pakweg een half jaar’, aldus Moens. Een subsidiebedrag van ruim zeven miljoen euro van de EU maakt dat mogelijk. ‘We gaan een aantal modificaties aan de installatie doorvoeren, en verwachten in de eerste helft van volgend jaar met die duurtest te starten.’