Het lijkt er op dat vermindering van gaswinning al vrij snel leidt tot vermindering van het aantal aardbevingen. Maar de statistiek is beperkt, en er is controverse of aantal bevingen ook iets zegt over de zwaarte van de bevingen.

‘We zien dat het aantal bevingen in het gebied rond Loppersum in 2014 is afgenomen sinds de gasproductie daar met 80 % is verminderd, en rond Hoogezand-Sappemeer zien we een toename van het aantal bevingen nadat de productie daar met 30 % is verhoogd. Dat is een indicatie dat er een verband is tussen het tempo van gaswinning en het aantal bevingen. Maar we hebben nog onvoldoende gegevens, en er is ook geen model, dat ons zegt:  als je zoveel aan de kraan draait dan kun je het aantal aardbevingen onder een bepaalde veiligheidsgrens brengen’, aldus de nieuwe Inspecteur-generaal Harry van der Meijden van het Staatstoezicht op de Mijnen.


Verschil tussen de bevingsdichtheid tussen 2013 en eind 2014. In het gebied rond Loppersum is er een duidelijke afname (groen), in dat rond Hoogezand-Sappemeer een toename, beide gerelateerd aan minder en meer gaswinning. (bron SodM)

Bij zijn eerste optreden in de Tweede Kamer staat Van der Meijden op scherp. Want zijn instituut is er om de veiligheid bij mijnbouw te bewaken, en in een arena waar een vrijwel niet te dichten kloof gaapt tussen Den Haag en de ‘gasjongens’ aan de ene kant en de Groningse bevolking aan de andere,  wordt elk woord op een goudschaaltje gewogen. Plaats van handeling is de hoorzitting van de Tweede Kamer deze week over het nieuwe gaswinningsplan van minister Kamp van Economische Zaken.

Van der Meijden beschikte  in ieder geval een over een stevig vangnet. Want het Staatstoezicht was de instantie die eind 2012 de kat de bel aan bond en na de grote aardschok in Huizinge aandrong op vermindering van de gaswinning. Op gezag van het staatstoezicht is de winning bij het meest aardbevingsgevoelige gebied rond Loppersum drastisch gereduceerd, en ook nu neemt de minister het voorstel van het staatstoezicht over om de productie bij Hoogezand-Sappemeer weer terug te brengen naar het niveau van 2012.

Gerald Schotman van de NAM

De andere nieuwkomer in de politieke arena had het een stuk lastiger. Gerald Schotman is sinds oktober vorig jaar de nieuwe directeur van de NAM, en de voormalige Chief Technology Officer van Shell heeft de vrijwel onmogelijke opdracht om de organisatie die in de ogen van Groningers alles verkeerd heeft gedaan, hernieuwd aanzien te verschaffen.

Het was dus spitsenroeden lopen voor Schotman tijdens de hoorzitting, en zijn aanpak werd al snel duidelijk: toon toegeeflijkheid en soepelheid jegens alle schadeclaims vanwege de aardschokken, maar neem geen afstand van de wijze waarop de NAM in het verleden heeft geopereerd.

Enkele citaten van Schotman ter illustratie:

‘Het is voor de mensen in Groningen heel ingrijpend, het raakt ze diep, en daar ben ik me van volledig van bewust.’

 ‘Wij nemen uitdrukkelijk onze verantwoordelijkheid, maar dat kunnen we niet alleen. Het is belangrijk dat bewoners weer een perspectief voor de toekomst krijgen.’

‘De NAM is niet de instantie die besluit hoeveel gas er wordt gewonnen.’

‘Creëer vooral geen schijnveiligheid alsof we door de kraan dicht te draaien de risico’s wegnemen. De film van de aardbevingen is al grotendeels geschreven, we bepalen hooguit het tempo waarop deze wordt afgespeeld.’

Frequentie en zwaarte van de bevingen

Die laatste opmerkingen maakte Schotman meer expliciet door tot drie keer toe te zeggen: het tempo van gaswinning heeft invloed op de frequentie van de bevingen, maar niet op de zwaarte. Daarmee nam hij uitdrukkelijk afstand van het Staatstoezicht op de Mijnen, want dat zegt, in de woorden van Van der Meijden: ‘Er is wel een relatie tussen frequentie en zwaarte van de bevingen.

Achter dit meningsverschil gaan de verschillende modellen schuil die de NAM hanteert en waar het staatstoezicht zich op beroept. Uiteindelijk moeten meer en betere meetgegevens meer uitsluitsel gaan geven, en dat zou ergens in 2017 moeten gebeuren wanneer de begin 2014 afgesproken periode van drie jaar studie is afgerond. In de woorden van Schotman: ‘Het beeld dat we nu hebben van de relatie tussen gaswinning en bodemschokken is als een digitale foto van 5000 pixels, en gaandeweg gaan we het aantal pixels uitbreiden tot we een steeds scherper beeld krijgen.’ Er zijn overigens geologen die betwijfelen of dat scherpe beeld er ooit wel zal komen, gezien de complexiteit van de bodemfysica.

De NAM is tegelijkertijd bezig met een risico-analyse, waarin wordt aangegeven wat het risico is op aardbevingen in de periode 2014-2016. Minister Kamp van Economische Zaken heeft met de NAM afgesproken dat die analyse op 1 mei 2015 beschikbaar is.

Wat die risico-analyse ook zal zeggen, nu rest het debat van de Tweede Kamer met minister Kamp over het winningsplan voor de periode 2014-2016. Verschillende partijen sturen aan op een productieplafond van 30 miljard m3 aardgas per jaar, in plaats van de 39, 5 miljard m3 die nu in het winningsplan staat. Kosten voor de staat circa twee miljard per jaar. De kans is groot dat minister Kamp en de Kamer ergens in het midden een compromis vinden.

Keer terug naar het dossier Groningse gasbevingen