Shell voorziet in zijn nieuwste energiescenario dat de piek in het gebruik van olie en gas nog moet komen. In 2100 is de zon de grootste energieleverancier.

Met het nieuwe energiescenario wil Shell kunnen voldoen aan het klimaatakkoord van Parijs: zorg dat de temperatuurstijging van de aarde beneden de 2 °C blijft. In het zogeheten Sky-scenario spelen energiebesparing, elektrificatie van ons energiesysteem, uitbouw van hernieuwbare bronnen, opslag van CO2 en herbebossing de hoofdrol.
 

Eerst neemt de CO2-uitstoot nog toe, om vervolgens te verdwijnen.


De transitie van het energiesysteem noemt Shell ongekend: de jaarlijkse CO2-emissies met een piek in 2025 (afkomstig van opkomende landen als China en vooral India) gaan van 35 Gton per jaar naar nul in 2070 en naar -5 GT in 2100. Tegelijkertijd is het totale energiegebruik in 2100 twee keer zo hoog als in 2010, vooral vanwege bevolkings- en welvaartsgroei. Twee keer meer energie, niet met meer, maar juist minder CO2 in de atmosfeer: ga er maar aan staan. Het is de ultieme contramal van het fossiele tijdperk.


Hoe denkt Shell dat dit zal gaan?
 

Het energiegebruik per inwoner zal vooral in de VS flink verminderen.


De energie-efficiency neemt sterk toe, onder andere door elektrificatie. Vooral in de VS zal het energiegebruik per inwoners fors dalen. In Europa blijft dat min of meer constant; in de rest van de wereld neemt het toe.

Elektriciteit krijgt een veel grotere rol: van de huidige 20 % van het totale energiegebruik groeit die naar 50 % van het totaal. Het is een enorme opgave om dat te kunnen halen: elke week is er op de wereld extra opwekkingsvermogen nodig van 3,3 GW. Shell vergelijkt dat met de kerncentrale die nu in het Britse Hinkley Point wordt gebouwd (lees ‘Groen licht voor nieuwe kerncentrales Engeland’).
 

De elektriciteitsproductie gebeurt in 2100 vooral door zon, wind en biomassa.


Voor het opwekken van die elektriciteit wordt zon in 2100 veruit de belangrijkste bron, gevolgd door wind, kernenergie en biomassa. Het fossiele tijdperk is dan vrijwel afgerond.


Fossiele nabrander
 

Het huidige energiepalet en in 2070. Fossiel speelt dan nog steeds een rol.


Maar voor het zover is, zullen fossiele brandstoffen nog een grote rol spelen, vooral in de eerste helft van deze eeuw. Deels is dat voor het opwekken van elektriciteit, deels voor de transportsector (en dan met name het zware transport, de scheepvaart en het vliegen) en deels voor industriële processen.

Shell voorziet dan ook de komende jaren wereldwijd een duidelijke toename van het gebruik van fossiele bronnen. De kentering zal zich het eerst voordoen bij kolen; het gebruik daarvan neemt nu nauwelijks meer toe en zal vanaf 2025 gaan afnemen, vooral door toedoen van China. In India daarentegen neemt het kolengebruik nog toe tot rond 2050. Olie piekt in 2025 en wordt daarna langzaamaan minder. Voor aardgas voorziet Shell een piek in 2035.
 

De afbouw van het fossiele tijdperk.


Ook in 2100 wordt er nog fossiel gebruikt, maar dan wel met een veel lager volume. Dat gebeurt niet voor het opwekken van elektriciteit, maar voor zwaar transport en bijvoorbeeld de bereiding van staal.


Opslag van CO2

Om toch aan de klimaatdoelen te voldoen, moet er fors worden geïnvesteerd in opslag van CO2 diep in de bodem. Van zulke opslaglocaties zullen er zeker tienduizend nodig zijn, vergeleken met de vijftig die in 2020 operationeel zijn.

Wat ook helpt, is grootschalig gebruik van biomassa als energiebron. Maar dan wel op zo’n manier dat de CO2 die bij het verbranden vrijkomt ook wordt opgeslagen. Er is dan sprake van een denkbeeldige CO2-stofzuiger: bij het groeien van biomassa wordt CO2 uit de atmosfeer gehaald en wanneer die bij verbranding vrijkomt, wordt die definitief in de aarde weggestopt. Een soortgelijk effect is het resultaat van grootschalige herbebossing van de aarde. Zie in de galerij hieronder hoe Shell de CO2-balans van ons energiegebruik ziet veranderen.


Breed scala aan scenario’s

Shell heeft inmiddels een reputatie opgebouwd bij het ontwikkelen van energiescenario’s voor de wereld. Doorslaggevend daarbij zijn de inschattingen die het olieconcern maakt van het tempo waarin de energietransitie zich voltrekt en de politieke constellatie die dat al dan niet bevordert.

Voor Nederland zijn er ook scenario’s van andere organisaties die voor ons land een veel sneller afscheid van fossiele brandstoffen voorzien. Dat geldt onder andere voor de energieplannen van  Urgenda (lees ‘Urgenda: Nederland in 2030 volledig duurzaam’) en van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (lees ‘KIVI energieplan: met onregelmatige wind en zon is te dealen’).