Om economisch achterblijvende delen van Nederland een duwtje in de rug te geven, besloot de regering vijftig jaar geleden tot het opzetten van Regionale Ontwikkelings­maatschappijen. Inmiddels gaat het allang niet meer om het in­lopen van achterstanden, maar om het stimuleren van de al­gehele groei door technologische innovatie. Maatschappelijke impact staat centraal.


Ze zijn gezamenlijk de grootste durfinvesteerder van Nederland. Ook zijn ze betrokken bij vele honderden innovatieprojecten en halen ze jaarlijks honderden buitenlandse bedrijven naar ons land. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zijn een collectief van negen organisaties die grotendeels buiten het zicht van het grote publiek opereren, maar intussen on­gemerkt een grote stempel op de economie van morgen ­drukken.

Maar liefst 143,7 miljoen euro investeerden de ROM’s in 2021 in 250 bedrijven. Dit waren startups, scale-ups en innovatieve mkb-bedrijven, die daarmee een idee kunnen uitwerken tot een prototype, een proof-of-concept van hun vinding kunnen maken of meer personeel kunnen aannemen om hun bedrijf verder te laten groeien.

Ook maakten de ROM’s het in dat jaar mogelijk dat 734 innovatieprojecten van start konden gaan, met een waarde van 190 miljoen euro, haalden ze 223 buitenlandse bedrijven naar Nederland en organiseerden ze 238 activiteiten om ondernemers te helpen met de export. 


Grote invloed op innovatieve technologieën

Hoewel de organisaties relatief onbekend zijn, hebben zij een grote invloed op innovatieve technologieĂ«n: welke krijgen een kans en welke niet? Bij veel ROM’s kunnen mkb’ers terecht die zich met een van de ‘sleutel­technologieĂ«n’ van dit moment bezighouden, zoals hightech, gezondheidszorg, voedsel en energie.
 

Vind je dit een interessant artikel? Abonneer je dan gratis op de wekelijkse nieuwsbrief van De Ingenieur. Behoefte aan iets meer diepgang? Neem dan eens een proefabonnement van drie nummers op het papieren tijdschrift. 


Sommige ROM’s hebben specifieke focusgebieden. Zo kan een ondernemer bijvoorbeeld bij ROM Utrecht Region terecht als zijn bedrijf zich richt op de metaverse, investeert InnovationQuarter met name in CO2-reductie in de industrie en heeft Impuls Zeeland een fonds voor innovaties in de recreatiesector.




Onder de radar

De ROM’s opereren grotendeels onder de radar, vertelt Erik Stam, hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht.

‘Maar ze zijn inmiddels wel de grootste investeerder in durfkapitaal in Nederland geworden, als je kijkt naar het aantal deals dat ze sluiten. Dat zou je best een stille revolutie kunnen noemen.’ 


Banenmotor

De eerste ROM’s ontstonden in de jaren zeventig, toen er grote werkgelegenheidscrises waren in het noorden, oosten en zuiden van het land. Na het sluiten van de mijnen in Zuid-Limburg richtte mijnbouwkundig ingenieur Joop Bloemendal, met steun van het Rijk, een bureau op dat werk moest vinden voor werkloze mijnbouwers.

Zijn aanpak leverde tienduizend banen op. Bloemendal mocht dit kunstje herhalen in Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe), wat leidde tot het ontstaan van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) in 1974, al heette die toen Industrialisatie­bureau Noorden des Lands. Een jaar later volgden het LIOF in Limburg en de voorloper van Oost NL in Overijssel. 

 

ZIchtbare successen

De eerste decennia gingen met vallen en opstaan. Het Rijk stak miljoenen in noodlijdende bedrijven in ­Groningen die niet veel later het loodje legden, soms met weinig inspraak van de NOM. Ook beconcurreerden de ROM’s elkaar toen nog geregeld om dezelfde buitenlandse bedrijven binnen te halen.

Door de jaren heen werden de organisaties echter professioneler, kwam er meer onderlinge afstemming en werd er meer gelet op een doelmatige besteding van overheidsgeld. 

Ook gingen de provincies zich actiever met de ROM’s bemoeien. Samen met gemeenten en kennisinstellingen werden ze soms zelfs medeaandeelhouder. 

Successen werden zichtbaarder en investeringen in bedrijven werden vaker terugverdiend. Zo heeft de Brabantse Ont­wikkelingsmaatschappij (BOM) het hightechcluster rond Eindhoven een flinke boost gegeven. Daarin speelt ook mee dat Brabant, net als Gelderland, flink heeft kunnen profiteren van de verkoop van zijn aandeel in de ­regionale energiemaatschappij in 2009.

Het werd steeds duidelijker dat de ROM’s niet alleen noodlijdende sectoren uit de brand konden helpen, maar ook sectoren met veel potentie een extra zetje konden geven. 


MEER LEZEN?

Lees het volledige artikel in het maartnummer van De Ingenieur. Koop hier de digitale versie voor € 9,50 of neem een abonnement!


Tekst: Amanda Verdonk
Foto boven: Het bedrijf Sensoterra hoopt met een vers opgehaalde investering vele miljoenen liters water te besparen voor landbouw, groenbeheer en watermanagement. De investeringsmanagers van ROM Utrecht Region volgen de onderneming op de voet, om zo de slaagkans te vergroten.
Fotocredit:Sensoterra