Ventileren helpt tegen coronabesmettingen, concludeert het RIVM uit zijn eigen berekeningen. Vooral het verschil tussen niet ventileren en ventileren volgens de minimale eisen uit het Nederlandse bouwbesluit is groot. Andere experts benadrukken dat het vaak nodig is steviger te ventileren dan die eisen voorschrijven.

 

Het ventileren van bedompte ruimten kan een groot effect hebben op de overdracht van het coronavirus. Die conclusie trok het RIVM gisteren uit een eigen onderzoek, gebaseerd op modelberekeningen.

Met name op plekken waar veel mensen dicht op elkaar staan en zingen of schreeuwen, zoals nachtclubs en cafés, is de invloed groot. Het RIVM stuurde zijn bevindingen in een rapport naar de Tweede Kamer.

Hoewel andere onderzoekers dit effect al eerder meldden, speelde ventilatie lange tijd geen grote rol in de Nederlandse coronabestrijding. Pas sinds deze zomer is ventileren opgenomen in het rijtje basismaatregelen.

 

Vervangen

Waar het om draait bij ventileren, is het wegnemen van aerosolen: piepkleine stofdeeltjes en druppeltjes die door de lucht zweven. Voor de virusoverdracht zijn hiervan de fijne uitgeademde druppeltjes belangrijk. Die kunnen het virus over grotere afstanden verspreiden dan de anderhalve (of twee) meter waar altijd zo op wordt gehamerd – en die is gebaseerd op de grotere druppels die niet gaan zweven maar met een boogje omlaag vallen.

Met ventileren bedoelen onderzoekers in dit geval dus echt het vervangen van de aanwezige lucht door verse lucht, niet het in beweging zetten of rondpompen van de aanwezige lucht.

 

Minimale ventilatie

Het RIVM laat dus zien dat het veel zin heeft om het ventilatiesysteem aan te zetten. Het verschil tussen helemaal niet ventileren of ventileren volgens de minimale eisen uit het Nederlandse bouwbesluit van 2012 beperkt het aantal mensen dat ziek zal worden flink.

Volgens de berekeningen heeft extra ventilatie daar bovenop een stuk minder effect. Steviger ventileren geeft weliswaar een nog kleinere kans op besmetting, maar relatief gezien wordt die winst steeds kleiner.

 

Meer is beter

Ventilatiedeskundige Atze Boerstra, directeur van bba binnenmilieu en hoogleraar Building Services Innovation aan de TU Delft, is blij met het rapport van het RIVM. ‘Heel goed dat het RIVM ook steeds meer gaat inzien dat de route van besmetting via de lucht belangrijk is en dat  goed ventileren helpt om de overdracht van luchtweginfecties te voorkomen.’

Wel meent Boerstra dat het aan te bevelen is om steviger te ventileren dan het Bouwbesluit voorschrijft, al laat het RIVM-rapport doorschemeren dat de nu gehanteerde minimumeisen voldoende zijn. ‘Op basis van onderzoek weten we dat het effect van verse luchttoevoer op aspecten als geuroverlast en productiviteit pas echt groot is bij een ventilatie van minimaal zeven à tien liter per persoon per seconde’, zegt Boerstra. ‘En let wel, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt aan om met tien liter per seconde te ventileren om de kans op coronabesmettingen te minimaliseren.’

Ter vergelijking: het Bouwbesluit adviseert op scholen een norm van 8,5 liter schone lucht per seconde per persoon in de nieuwbouw, maar slechts 3,44 liter per seconde per persoon in gebouwen van voor 2012.

 

Model

De onderzoekers van het RIVM rekenden verschillende scenario’s door met een computermodel. In dit model wordt steeds één besmet persoon in verschillende ruimten (van een kantoor tot een kleine concertzaal tot een nachtclub) neergezet – waarbij de beweeglijkheid, de drukte en het gedrag van de andere aanwezigen kunnen variëren.

Vervolgens gaat in deze virtuele ruimten de luchtverversing aan, op verschillende standen. Het model berekent de kans op besmetting via aerosolen door die ene persoon die het virus bij zich draagt. Dit levert plaatjes op als dit:

Het verwachte aantal besmettingen als functie van de hoeveelheid ververste lucht, bij de aanwezigheid van één besmette persoon in verschillende ruimten, volgens modelberekeningen van het RIVM.

 

Nachtclub

Het grootste aantal verwachte ziektegevallen via aerogene transmissie is volgens de berekeningen in de nachtclub, waar mensen dicht bij elkaar staan, gevolgd door de concertzalen. Door te ventileren volgens Bouwbesluit ‘bestaande bouw’ daalt het aantal verwachte ziektegevallen in de nachtclub van 8,4 naar 2,4 ziektegevallen.

Maar let op, waarschuwt Boerstra, het zijn gemiddelden die het RIVM presenteert. Onder de ‘juiste’, ongunstige omstandigheden kunnen er veel meer mensen besmet raken. ‘Ik heb zelf meegewerkt aan onderzoek naar het Enschedese nachtcafé Aspen Valley, en daar besmette één bezoeker in een paar uur tijd zo’n tweehonderd anderen.’

Dat bleek een ongunstige samenloop van omstandigheden: een kleine ruimte met een niet optimaal ingesteld ventilatieysteem, waar een paar honderd uitgelaten jongeren schreeuwden en zongen. ‘Een deel van de besmettingen zal daar ook over korte afstand hebben plaatsgevonden.’

 

Luchtreinigers

Intussen zitten andere onderzoekers ook niet stil. Ingenieur Bert Blocken van de TU Eindhoven en de KU Leuven en viroloog Marc Van Ranst, ook van de KU Leuven, gaan het effect meten van luchtreiniging op het aantal besmettingen op scholen. Niet met een model, maar met echte kinderen. ‘We gaan de hoeveelheid aerosolen en de viruslading in de lucht meten, en het aantal besmettingen bijhouden’, vertelt Blocken.

In Staphorst daalde het aantal besmettingen op basisscholen scherp na het installeren van een luchtreiniger. Dat is geen toeval, denkt Blocken.
 

In de Johan Cruijff Arena deed Blocken eind 2020 onderzoek naar aerosolen. Hier een close-up van een apparaatje dat kunstmatige aerosolen maakt, die door de luchtstromingen gaan bewegen en door sensoren worden gemeten. Foto TU Eindhoven

 

Eerdere oproepen

In maart van dit jaar toonde Blocken al aan dat ventileren volgens de eisen van het Nederlandse bouwbesluit lang niet overal afdoende is. In sporthallen bijvoorbeeld, waar veel gezweet en diep geademd wordt, kan de aerosolenconcentratie flink oplopen en is aanvullende luchtreiniging noodzakelijk.

Blocken deed onderzoek in een sportschool, en zag dat de hoeveelheid aerosolen door een combinatie van ventileren en het inzetten van plasmaluchtreinigers tot meer dan 90 procent kon afnemen, afhankelijk van factoren zoals het aantal aanwezige sporters en de intensiteit van de training. Plasmaluchtreinigers gebruiken onder meer elektrostatische filters om deeltjes uit de lucht te halen of onschadelijk te maken.

En in mei van dit jaar pleitte een groep van 39 wetenschappers uit diverse landen al voor een nieuwe benadering van lucht in gebouwen. Net als bij water zou het de standaard moeten zijn dat lucht zo schoon mogelijk is en vrij van ziektekiemen. Daarvoor zijn in veel gevallen betere ventilatiesystemen nodig dan nu – en dus ook strengere regelgeving.

 

Waarschuwing

Ook de andere basismaatregelen – laat je testen, blijf thuis bij klachten, was regelmatig je handen en houd minstens anderhalve meter afstand – blijven onverminderd gelden, benadrukt het RIVM. Ten eerste kan ventileren de overdracht van het virus via de lucht nooit helemaal wegnemen. En al had je vrijwel alle aerosolen wél weg kunnen ventileren, dan nog blijft overdracht via de grotere druppels over. En hoe groter de druppel, hoe meer virusdeeltjes er in passen…

 

Openingsbeeld: Depositphotos