Columnist Ianus Keller over hoe de smartphone zijn vakanties heeft veranderd. 'Bij elk gastadres was op een gegeven ­moment de eerste vraag: wat is het wifiwachtwoord?’

Jarenlang gingen wij tijdens de zomer op fietsvakantie in ­eigen land. Fantastisch om vertrouwde plekken te zien ­vanuit een ander perspectief. We logeerden bij vrienden van vroeger of bij de gastadressen van Vrienden op de Fiets, een voorloper van het hippe AirBnB.

Dankzij het Fietsknooppuntennetwerk veranderde een fietstocht in een ware speurtocht.

Voor de opkomst van smartphones en ­mobiel internet vonden we onze route nog op papieren kaarten. Al snel hadden we wel een TomTom bij ons, die ons echter gelijk naar de ongezellige fietspaden langs de provinciale wegen stuurde. Die gebruikten we dus alleen voor de last mile: het stuk van de mooie fietsroute naar het logeeradres.

Met de komst van smartphone en mobiel internet was het vinden van de weg niet meer het probleem. Wel was het lastig om de mooiste routes te vinden en om ons heen te blijven kijken. De oplossing daarvoor zat niet in meer technologie, maar in het Fietsknoopuntennetwerk, een ongelofelijk heldere systeem van nummers die fietspaden verbinden. In plaats van routes hoefden we alleen maar een reeks nummers te onthouden. Daarna veranderde een fietstocht in een echte speurtocht, waarbij iedereen in het gezin op zoek ging naar het bordje met het huidige nummer en het pijltje naar het volgende nummer: ‘Nu 35, straks 14.’

Toen we onze fietsvakanties niet meer aan de kinderen konden verkopen, gingen we mee in de zwarte zaterdagen langs de routes du soleil en op Schiphol.

De belangrijkste taak van de smartphone was vooral het plannen van de juiste reeks nummers, het bijhouden van de afgelegde route en de gemiddelde snelheid, en natuurlijk het contact met het volgende gastadres. De rest van de tijd konden we besteden aan om ons heen kijken en het houden van opvallend goede gesprekken, omdat we ­helemaal op elkaar waren aangewezen.

Toch veranderden de behoeftes van onze opgroeiende ­kinderen al snel. Bij elk gastadres was op een gegeven ­moment de eerste vraag: ‘Wat is het wifiwachtwoord?’ Niet lang daarna konden we dit soort vakanties niet meer aan de kinderen verkopen en gingen we mee in de zwarte zaterdagen langs de routes du soleil en op Schiphol.

Sinds mijn databundel in Europa ­onbeperkt is te gebruiken, zet ik de wifi het liefst zo vaak mogelijk uit.

Binnen Europa voelen dit soort reizen echter steeds meer als de vakanties in eigen land die we vaarwel hadden gezegd. Bedragen omrekenen is niet meer nodig en sinds afgelopen juni hoef je ook geen rare databundels in te kopen. Het is opvallend hoe magisch dit voor velen voelt. ‘Kan ik nu echt gewoon een berichtje sturen binnen mijn eigen bundel?’

Natuurlijk adverteren hotels, appartementen en andere gastadressen nog met het hebben van wifi, maar die kan bij het rijtje waar ook de föhn en de tv op staan. Lekker ­belangrijk! Sterker nog: sinds mijn databundel in Europa ­onbeperkt is te gebruiken, zet ik de wifi het liefst zo vaak mogelijk uit. Zo zie ik nooit meer zo’n vieze landing page en hoef ik niet meer bang te zijn voor pottenkijkers. En mijn eigen internet is nog betrouwbaarder ook.