Twitter is een makkelijke manier om (nep)nieuws te verspreiden. Mensen denken vaak dat bots – software die berichten rondpompt – voor de massale hoeveelheid nepnieuws zorgen, maar uit onderzoek van MIT blijkt juist dat meestal echte mensen verantwoordelijk zijn.

De laatste jaren wordt de term ‘nepnieuws’ steeds vaker gebruikt. Op Facebook, Twitter en andere sociale media komen regelmatig nieuwsberichten voorbij die achteraf niet waar blijken te zijn.

In 2013, na de bomaanslag tijdens de Boston Marathon, ging bijvoorbeeld het gerucht rond op sociale media dat een vermiste student verdacht werd door de politie. Later bleek echter dat deze persoon zelfmoord had gepleegd, en niets te maken had met het bomincident. Dit voorval was voor Soroush Vosoughi, datawetenschapper aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) bij Boston, aanleiding om zich te gaan verdiepen in de verspreiding van nepnieuws. De resultaten van zijn onderzoek verschenen vandaag (pdf-bestand) in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
 

Tweets

De onderzoekers verzamelden nieuwstweets van tussen 2006 en 2017; dit waren zo’n 126.000 artikelen die meer dan 4.5 miljoen keer getweet waren door drie miljoen mensen. Om het nepnieuws eruit te filteren, gebruikten ze informatie van zes onafhankelijke feiten controlerende organisaties.
 

Snel nepnieuws

Uit dit werk kwam naar voren dat nepnieuws zich veel sneller verspreidt (pdf-bestand): echt nieuws deed er gemiddeld zes keer langer over om 1500 mensen (een arbitrair gekozen drempel) te bereiken dan nepnieuws. Dit effect was zelfs nog groter bij politiek nieuws. Daarnaast bleek dat nepnieuws reacties opriep zoals afkeer, angst of verrassing. Echt nieuws leidde vooral tot blijdschap, verdriet of vertrouwen.

‘Als iets hartstikke gek klinkt, zou je denken dat het niet veel aandacht krijgt’, zegt Alex Kasprak, journalist bij de factcheck-website Snopes, in een nieuwsbericht van Science. ‘Maar zulke berichten verspreiden zich juist razendsnel.’
 

Menselijke verspreiding

We denken vaak dat bots de boosdoener zijn bij het verspreiden van nepnieuws (lees: ‘Zijn social-media bots gevaarlijk?’). Het tegendeel bleek echter waar: toen de onderzoekers de door bots gedeelde berichten verwijderden, verspreidde nepnieuws zich nog steeds even snel. Dit wijst erop dat vooral mensen voor de verspreiding zorgen.

De onderzoekers vroegen zich af of menselijke ‘nepnieuwsverspreiders’ op Twitter misschien meer mensen volgden, zelf meer volgers hadden of simpelweg vaker tweetten. Het onderzoek liet zien dat de menselijke nepnieuwsverspreiders minder volgers hadden, zelf minder mensen volgden en minder actief op Twitter waren. Maar ondanks deze beperkingen blijft nepnieuws zich snel verspreiden.
 

Maatregelen

Volgens David Lazer, hoogleraar computer- en informatiewetenschappen aan de Northeastern University in Boston, moeten de ‘Facebooks, Googles en Twitters’ van de wereld op korte termijn meer maatregelen nemen om het nepnieuwsprobleem aan te pakken, meldt Science. Sociale media gebruiken vaak algoritmen om hun inhoud zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Ze zouden deze algoritmen kunnen aanpassen, zodat nepnieuws niet meer bovenaan komt te staan (of liefst helemaal verdwijnt).

Openingsbeeld: deel van een illustratie van Frederick Burr Opper uit 1894.