De NAM gaat in beroep tegen het nieuwe gasbesluit van minister Kamp. Het bedrijf hekelt de stelling van de minister, die zegt dat er niet kan worden getoetst of er voldoende veilig wordt gewonnen.

Directeur Gerald Schotman van de NAM maakte het besluit om bij de Raad van State in beroep te gaan vanochtend bekend tijdens een speciale persbijeenkomst. ‘De minister schrijft dat niet kan worden vastgesteld dat er aan de veiligheidsnorm is voldaan, terwijl wij tegelijkertijd wel gas moeten blijven produceren. Dat creëert voor ons een onmogelijke situatie.’ De NAM wil nu weten hoe de Raad van State over deze bestuurlijke spagaat denkt.


Risicomodellen

In essentie gaat het conflict over de vraag hoe om te gaan met risico’s op aardbevingen bij gaswinning. Zijn die risico’s dusdanig klein dat niemand in Groningen een kans hoger dan een op de honderdduizend heeft om te overlijden aan de gevolgen van een aardbeving? Dat is de eis die op tafel ligt.

Dat risico heef twee kanten. Zijn alle woningen sterk genoeg om zelfs de zwaarste aardbevingen te doorstaan, dan kan de gaswinning gewoon doorgaan. Zo ver is het echter nog lang niet. Het woningversterkingsprogramma komt nog maar mondjesmaat op gang.

De andere kant is: kan de gaswinning zo worden geregeld dat er zo weinig mogelijk aardbevingen optreden. Om daar een inschatting van te kunnen maken hanteert de NAM een seismologisch model dat een relatie legt tussen gaswinning, aardbevingen en het effect daarvan op het heen en weer schudden van het aardoppervlak. Vervolgens zijn er modellen om de kans in te schatten welke woningen door het schudden van de bodem kunnen instorten. De NAM gebruikt dit seismische model om aan te geven dat ze bij een bepaald niveau van gaswinning kan voldoen aan de veiligheidsnorm.


Vogelvrij

Nu geeft de minister aan dat ‘er geen model is dat kan voorspellen bij welk productieniveau de siesmische risico’s overeenkomen met de veiligheidsnorm’. Daardoor voelt de NAM zich geplaatst in een juridisch vacuüm. Het bedrijf kan door willekeurig wie worden aangeklaagd met de claim dat het niet aan de veiligheidsnorm voldoet, met het gelijk van de minister aan diens kant. Logisch dus dat de NAM bij de Raad van State om opheldering vraagt. Schotman: ‘Als bedrijf hebben we heldere kaders nodig waarbinnen we ons werk kunnen doen.’


Loppersum beeft weer

Deze controverse heeft een historie, waarbij duidelijk wordt dat zaken toch minder eenduidig zijn. Aanleiding voor deze strijd is een toename van het aantal bevingen bij het Groningse Loppersum, het gebied waar de algehele bodemdaling door gaswinning het grootst is.
 

Sinds 2013 is er een duidelijke afname van et aantal aardbevingen. Bron SodM.


In heel Groningen leek het met de bevingen de goede kant op leek te gaan. Vanaf 2013, er werd toen een topproductie van 53,8 miljard kuub gas uit het Groninger veld gehaald, is het aantal bevingen boven 1 op schaal van Richter gehalveerd: van 77 in 2013 naar 36 in 2016. In die tijd is de gasproductie ook vrijwel gehalveerd. Goed nieuws dus: er lijkt een duidelijke relatie tussen het tempo van de gaswinning en het aantal zwaardere aardbevingen.
 

Het aantal bevingen bij Loppersum neemt weer toe. Bron SodM.


Loppersum, zeg maar het epicentrum van de Groningse gaswinning waar zich ook de meeste zwaardere aardbevingen hebben voorgedaan, leek die trend te bevestigen. De productie daar werd nog sterker teruggeschroefd van 16 miljard kuub in 2013, naar nog maar enkele miljarden in 2014.  De bevingen bij Loppersum namen daarna inderdaad flink af. Zo waren er tussen oktober 2015 en oktober 2016 slechts twee bevingen van 1 en hoger op de schaal van Richter. Maar onlangs bleek er iets vreemds aan de hand te zijn: van oktober 2016 tot maart 2017 nam het aantal bevingen weer flink toe, tot maar liefst 15 van 1 en hoger op de schaal van Richter. Hoe kan dat? Wat is er aan de hand?


NAM weet het ook niet

Het Staatstoezicht op de Mijnen, de toezichthouder die zich sinds de zware aardbevingen bij Huizinge in 2012 scherp kritisch opstelt jegens de NAM, wilde een verklaring voor het toenemen van de aardbevingen in de afgelopen maanden. In het rapport dat de NAM daarover afgelopen maart uitbracht, kan het bedrijf geen direct oorzakelijk verband vinden. Het aantal bevingen past binnen de modellen die de NAM hanteert. ‘Elk model geeft waarden met een bepaalde marge’, aldus Schotman.

Als verklaring voor de bevingen noemde de NAM dat het Groninger gasveld over de provincie verspreidt weliswaar verschillende productieclusters heeft, waaronder eentje bij Loppersum, maar het gasveld gedraagt zich uiteindelijk als één groot reservoir. Dat betekent dat de druk in het gasveld onder Loppersum zich geleidelijk vereffend met de lagere druk van de rest van het veld waar nog wel wordt gewonnen.

De NAM verklaarde daarop dat het bedrijf op basis van de bestaande kennis niet kan aangeven welke maatregelen sluitend zijn om die toename van aardbevingen bij Loppersum terug te dringen. Het bedrijf suggereerde daarom een aantal tests, bijvoorbeeld het minder snel opvoeren van productieclusters elders, of het definitief sluiten van het productiecluster Loppersum.


Modellen schieten tekort

Het Staatstoezicht beschouwde die conclusie van de NAM als een brevet van onvermogen. Zo schrijft het SodM in april:

‘SodM acht het opmerkelijk dat NAM klaarblijkelijk niet in staat is gebleken integrale, meer complete en beter uitgewerkte beheersmaatregelen voor te stellen in haar rapportage.’

En, naar aanleiding van het pleidooi van de NAM voor verder onderzoek:

‘De vraag die SodM zich daarbij wel stelt is in hoeverre wetenschap op korte termijn een bijdrage kan leveren aan het legitieme en begrijpelijke verlangen uit politiek en samenleving naar beheersing van risico’s van de Groningen gas productie. Dit mede gezien de niet minder wordende complexiteit van geologische en operationele parameters van het Groningen veld en de uitputting van wat wetenschappelijk haalbaar is.’

Het Staatstoezicht borduurt hierop voort en concludeert:

‘SodM vindt het NAM seismologisch model nog steeds het beste model dat voor handen is en van hoog wetenschappelijk niveau. Het schiet echter nog steeds tekort in het voorspellen van seismiciteit gekoppeld aan productieniveaus — de vraag is of hier voorlopig de grenzen van het wetenschappelijk haalbare zijn bereikt. Daarmee is het model niet onbruikbaar maar helaas niet geschikt om te toetsen of aan veiligheidsnormen voldaan wordt.’

Het is deze redenering van de SodM die minister Kamp heeft overgenomen, zoals de minister meestal de redenering van de SodM overneemt. En het is deze redenering waartegen de NAM in beroep gaat.


Preciezen versus de rekkelijken

Feit blijft dat de NAM niet goed kon aangeven waarom het aantal bevingen in Loppersum toenam. Hier staan de benaderingen van NAM en SodM lijnrecht tegenover elkaar. Terwijl de SodM wil dat de NAM haast op de aardbeving nauwkeurig kan verklaren en voorspellen, gaat de NAM uit van een globale voorspelling, waarbij zich in tijd en plaats allerhande fluctuaties kunnen voordoen. ‘Net zoals we het weer alleen met een bepaalde marge kunnen voorspellen, geldt dat ook voor aardbevingen als gevolg van de gaswinning’, aldus Schotman.

Ook om die reden steekt het de NAM dat de minister zich nu vierkant achter de redenering van de SodM heeft geschaard.


Tien procent minder

Onderdeel van het nieuwe gasbesluit is dat de maximum hoeveelheid te winnen aardgas van oktober 2017 tot en met oktober 2018 met tien procent is verlaagd tot 21,6 miljard kuub. De SodM had die procentuele verlaging voorgesteld, op basis van datzelfde seismologische model van de NAM.

De uitspraak van de Raad van State wordt eind augustus verwacht, zo’n zes weken na de zitting medio juli.

Beeld: Vincent van Zeijst